middel niet kunnen gebruiken ter bekoming van lotsverbetering? Is werkstaking niet onredelijk tegenover zooveel werkeloozen, die, ieder in hun vak, gaarne zouden willen vervangen de plaatsen der willekeurig-stakenden, maar daarin door vrees voor, of door werkelijke molestatie, belet worden? Is werkstaking niet onredelijk, waar de driften van den mensch er door kunnen ontvlammen en leiden kunnen tot sabotage, en wat er mede in verband staat? Is werkstaking niet onredelijk tegenover den burger-kleinambtenaar, die niet alleen niet kan staken, omdat hij zijn carrière en zijn toekomst op het spel zet, maar ook omdat op hem hoofdzakelijk de geldelijke last drukt, indien loonsverhooging door die werkstaking verkregen is? Is werkstaking niet onredelijk, waar de concurrentie er dikwijls den patroon toe drijft tot toegeven der eischen, waardoor hem dikwerf groote finantieele schade wordt berokkend? Is werkstaking niet onredelijk, waar de leiders op die wijze den eenen mensch tegen den anderen opzet, en eene blijvende vijandschap doet geboren worden, welke in haar verloop eene gewapende vrede wordt? Is eindelijk werkstaking niet onredelijk tegenover de Socialistische partij, uit welker boezem zij is ontstaan, en die partij antipathiek doet zijn, waar zoovelen haar des te eerder zouden steunen en toejuichen?
Waar de arbeider geleerd wordt allen dwang te haten, mag hij zeker niet zelf 't voorbeeld geven, om, door een ongeoorloofd middel, eene plotselinge verbreking van een aangegane overeenkomst, te dwingen hem loon of wat ook toe te staan. Solidariteit is een heel mooi woord, maar de toepassing is berispelijk. Heeft een patroon geen recht om zijn arbeider te corrigeeren, boete toe te passen als dit is voorgeschreven, te straffen, weg te zenden, met inachtneming van het bepaalde, en moeten dan de meerderwaardige collega's van den minderwaardige het bijltje er bij neerleggen, zonder te bedenken, dat, al schaadt dit niet hun belangen, het belang van duizenden en nog eens duizenden er mede gemoeid kan zijn. Denken we eens aan de spoorwegstaking; denk daarbij aan 't geval, dat een stervende niet bezocht zou kunnen worden door een zijner dierbaarste naaste bloedverwanten en denk daarbij vooral aan het geval dat die stervende kon zijn een uit de stakende partij zelf. Doch, wat ik nu schreef weet men wel, maar men overweegt het niet; men toetst zijn doen en laten niet aern de redelijkheid. Met kapitaal wordt er geschermd, maar hoevelen zagen plotseling door die spoorwegstaking hun bedrijf plotseling stilstaan, zonder dat zij kapitalisten waren of het ooit zouden worden, en toch dreven intelligente mannen het stakingsvee, zooals ten allen tijde het stemvee van de partijen geleid wordt. Of denkt ge niet dat ik mij zelf ook reken tot het stemvee. Wat kan ik er toe- of afbrengen. Een club-kiesvereeniging candideert, en als de candidaat eenmaal geproclameerd is dan moet ik hem steunen; ik heb geen anderen uitweg. Dat geldt niet alleen mij, maar allen, hoog en laag, die tot de richting dier partij behooren. Ja, men kan afwijken, en ik wil wel erkennen, dat ik mijn stem wel eens op den candidaat der socialisten heb uitgebracht, maar in hoofdzaak heeft men geen andere keuze dan de vijf of zes of zeven
candidaten der verschillende richtingen in de politiek.
Ik zou mij zelf maar een wilde willen noemen in de politiek, want mijne leuze is steeds, het goede te nemen, waar ik het meen te vinden. Daarom kapittel ik de werkstaking al was ik voor mij zelf overtuigd zoo rood als een kroot te zijn.
Hier in den Haag dreigt een bakkerswerkstaking. Al moest ik een vol jaar geen brood meer eten, ja half verhongeren, dan zou ik toch den patroons toeroepen: geeft niet toe, houdt vol. Ik zou daarin niets onredelijks zien, wel indien het ‘wederom-slaan’ werd, toegepast door uitsluiting, uitgaande van de patroons, wier arbeiders niet staakten, zooals wel op industrieele fabrieken geschiedt.
12 Januari 1913.