De Hollandsche Lelie. Jaargang 26(1912-1913)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De Bloemen der Lente. Ik heb je de lente gegeven, De lente, zoo blij van mijn hart; Maar plots is de winter gekomen, Wat moet ik nu doen met mijn smart? Ik kan je den winter niet geven, Den winter, zoo koud en zoo lang, Je bent nog zoo jong en zoo hoopvol, O liefste, mijn hart klopt zoo bang. Toen is hij gekomen, zijn armen Vol bloemen, in vreugde vergaard; Hij had voor den komenden winter De bloemen der lente bewaard. De winter, dien 'k hem niet kon geven, Ging niet zonder bloemen voorbij; En zij, zij is wedergekomen De lente, zoo jong en zoo blij. J. VAN REES-VAN NAUTA LEMKE. Vorige Volgende