Tooneeloverzicht
door Stella Mare.
Toen de N.V. Tooneelvereeniging dit ‘seizoen’ opende, deed de durf, om Strindberg's ‘Freule Julie’ te geven, ons hopen, dat de artistieke leiders woord zouden houden en dat de schoonheid zou blijven in den ‘Hollandschen Schouwburg,’ waar we zoovele uren van hoog genot en groote ontroering doorleefd hebben, o.a. bij de vertolking van Heyermans' drama's, onder de onvergetelijke leiding van A. v.d. Horst en Ternooy Apel.
We hadden na Strindberg's ‘Einakter’ eenige drama's van dien grooten Strindberg verwacht en rekenden daarna op Schnitzler en Wedekind. Helaas, we hebben woorden van den directeur gehoord, woòrden, doch daden?....
‘De Sphinx’.... Is het niet belachelijk, dat èn Verkade met zijn mooie idealen, maar meer nog, dat de ‘socialist’ Heyermans met zijn eigen, zoo machtig kunnen, een stuk als dit aanneemt? ‘To make money’? Maar voor een begaafd artist als Verkade, en voor een zoo groot auteur als Heyermans, die toch tooneelwerk te beoordeelen weèt, is het onvergeeflijk een stuk te laten opvoeren, dat vol valsch effect, vol hinderlijke fouten niet daar thuis hoort, waar men kan verwachten, dat publiek van smaak en ontwikkeling pleegt te komen.
Zoo heeft Heyermans dus twee malen gezondigd. Als socialist had hij niet op den wansmaak van het onbeschaafde publiek mogen speculeeren om terwille van het geldelijke succes een stuk als dit te aanvaarden.
Voorts heeft hij goedgekeurd, dat een aantal kleuters, die op dat late uur al lang in bed moesten liggen, een lied achter de schermen zongen, ter meerdere ‘glorie’ van het stuk.
De ‘Sphinx’ is de titel van een groot werk, dat Pietro Gignoni met behulp van zijn vrouw heeft gecomponeerd, die, als het stuk begint op het punt staat een oogoperatie te ondergaan.
Gedurende haar afwezigheid zal haar zuster haar huishouden waarnemen.
Deze zuster komt in een zeer nauw, om de heup-gespannen wit wandeltoilet, dat zeer ongegeneerd haar zeer gevulde gestalte laat zien, uit de zee oprijzen. (Ik stel me een zeemeermin slanker en brozer voor).
Anna, de arme, bijkans blinde vrouw, die niet zien kan, maar tòch op haar horloge kijkt en vertelt hoe laat het is, heeft haar man zielslief, heel wat meer dan hij haar, want hij is totaal onbewogen, en blijft kalm op het oogenblik vàn en nà de operatie. Een man, die zijn vrouw liefheeft, gedraagt zich anders.
't Oude thema weer - de schoonzuster en de componist worden verliefd op elkaar, terwijl de vrouw afwezig is.
Als deze geheel blind terugkeert - de operatie is mislukt, - vermoedt zij, dat Hester haar man liefheeft, en smeekt deze weer weg te gaan. Hester zweert echter dat Anna zich vergist en blijft.
Op den verjaardag van den componist - nadat zijn vrouw den jarige verrast heeft met een zelf-ingestudeerd kinderkoor, hoort zij, juist als zij binnen wil komen, een teeder gesprek tusschen den componist en Hester, dat niets te raden overlaat.
En nu het malle, het onware. Dit gesprek heeft met wijd-open deuren plaats, terwijl èn de vrouw, èn de zigeunerjongen, een idioot pleegkind, elk oogenblik binnen kunnen komen, wat dan ook natuurlijk geschiedt.
De jongen sluipt door de veranda weg.
De vrouw, die de veranda-deur wil binnen komen en èlk woord hoort, werpt zich in de zee, waaruit Hester verrezen is. Hester, die Anna aan de verandadeur ziet staan, gilt, klokt, hijgt, maakt akelige geluiden alsof ze een graat in haar keel heeft gekregen.
't Is nààr - drakerig.
De componist wil, nadat zijn uit-de-zee-opgevischte vrouw begraven is, en niets een huwelijk in den weg staat, met Hester trouwen.
Piko, de half idiote zigeunerjongen, die toevallig dàn alleen niet heelemaal idioot is, als er wat te gluren of te bespieden valt,