schrijftafels, schoot toe, om Mary uit te laten, zoodra zij de directeurskamer verliet.
Ze beantwoordde met een beleefde buiging de groeten rechts en links, alles als in een droom,.... en het volgende oogenblik stond ze op straat.
Veel tijd had ze door haar gang naar het kassierskantoor verloren, en wijzer was ze er niet door geworden.... Ze bleef nog even besluiteloos staan,.... toen nam ze de tram naar het station der Hollandsche spoor....
Een groote weedom weende in Mary, als ze overwoog, dat ze, als tante haar zou willen helpen, het geld misschien nooit meer terug zou krijgen.... en.... tante was niet eens rijk,.... leefde van de rente van haar klein kapitaaltje.
Dat alles spookte door haar arme hoofd rond, wond haar op,.... maar het meeste leed ze toch om Henk. Als ze dacht aan den leugen van haar huwelijk voelde ze zich versteenen, dan was het alles niets, vergeleken bij het eene, dat ze zich in Henk vergist had,.... dat ze het had voelen aankomen, tijden lang, als een verraderlijke slang, die haar langzaam, maar zeker besloop, en haar op het onverwachts zou verstikken.
Het ontzettend angstgevoel liet haar niet meer los.... Ze werd bedrogen, het was uit moeten komen omdat Henk haar hulp behoefde weer nieuw geld te krijgen; in het tegenovergestelde geval zou ze er nooit achter gekomen zijn, dat Henk speculeerde met haar geld....
Toen ze aanschelde bij tante was het of haar de keel werd dichtgesnoerd. Ze voelde zich tot stikkens toe benauwd, door de tranen die zij moest wegslikken.... Neen, tante mocht niets merken, in het begin. Eerst zou ze doen, alsof ze bij toeval in Amsterdam was, en nu tante een bezoek kwam brengen....
‘Zoo,.... ik weet al wat jij in de stad komt doen.... jij bent natuurlijk bij de opening van de magazijnen van Hirsch geweest....’ zei de oude dame Mary vriendelijk verwelkomend.
Als een bittere ironie klonk Mary die plagerij van haar tante in de ooren. Maar ze ging er dadelijk op in, zoo werd haar het leugentje gemakkelijk gemaakt.
‘Kom nu eens bij me zitten, en vertel me eens of er veel moois te zien was....’ En de kleine oude vrouw met ietwat gebogen houding, het witte kanten mutsje op het dunne grijze haar, trok Mary met zich mee naar de ouderwetsche canapé, waar ze haar verzocht zich neer te zetten. ‘En vertel me nou eerst hoe 't die lieve Henk gaat...., ik kan er naar verlangen hem weer eens te zien. Heel ondeugend van je hem niet mee te brengen.... en tante streek liefkozend langs de verhitte wangen van haar nichtje.
Ook hier wist Mary niet hoe het gesprek te beginnen. De oude dame keek haar telkens al eens vragend aan. Ze bespeurde iets vreemds aan Mary.... maar wat?....
‘Ben je niet erg wel kind,.... of een beetje vermoeid?.... jullie vergen tegenwoordig veel te veel van je zelf.’
‘O neen, tante, ik ben heel wel, en Henk maakt het ook goed.... Hij verzocht U zijn groeten over te brengen....
Mary won tijd door telkens die kleine zinnetjes, waar tante dan op in ging.
‘Ja, je hebt maar een mooien knappen jongen, daar velen jaloersch op zullen zijn....’
Tante was nog een van die vrouwen, die vond, dat het grootste geluk van een meisje bestond in een man veroverd te hebben. Zelve ongehuwd gebleven, was ze toch recht blij toen ze hoorde van Mary's verloving met Henk.
Dan komt een meisje op haar bestemming.
Even schoot dat alles door Mary's denken, toen ze daar naast tante op de canapé zat, en als een bespotting leek ze zichzelf.....
De ergernis door die herinneringen gewekt, gaf Mary den wrevel dien ze vaak voelde opkomen bij tante's theorieën. Nu moest ze tante's illusie benemen, haar plots voor de vreeselijke waarheid zetten....
‘Tante, ik wou eigenlijk wat vragen....’
Even bedremmeld zag de oude dame haar aan.... ‘Wat is er?....’
‘Er is iets heel onaangenaams,... we hebben gedacht iets te kunnen winnen.... en toen hebben we ons door mooie vooruitzichten laten verlokken, en op prolongatie papieren gekocht, die nu met al die oorlogsberichten ontzettend omlaag zijn gegaan....’
Tante begreep dadelijk, dat op haar werd gerekend,.... en in gedachten overlegde ze al wat ze zou kunnen afzonderen.
‘Hoe komen jullie zoo roekeloos?.... Je weet tocht, hoe gevaarlijk het is te speculeeren.
Als Oom Karel het indertijd niet zoo gedaan had, zouden jij en ik er nu heel wat beter bij zitten. Je moet er om denken, dat je van niemand meer iets te wachten hebt .... Het weinigje, dat ik heb, is voor jou, maar wat is dat? Ik leef voornamelijk van mijn lijfrente, daar heeft oom Karel nog voor