Overzicht van de week.
I.
Zoo is het.
Wat kan professor Hector Treub het toch heerlijk-raak zeggen! Onlangs deed een berichtje in de bladen de rondte, waarin zijn leuk, den spijker op den kop slaand geestigheidje over 't Vredes-paleis werd meegedeeld. En, behoef ik er nog aan te herinneren, hoe hij met zijn oorspronkelijk in de Holl. Lelie verschenen, later in brochure-vorm herdrukt artikel over de reform-kleeding aan dien ontwakenden wansmaak den doodsteek toebracht, en meteen het daarvoor zoo passende woord ‘hobbezak’ voor goed het levenslicht deed aanschouwen?! Thans weer geeft hij in het Maandblad voor Ziekenverpleging een zeer juiste opmerking ten beste aangaande het feminisme:
‘Onder de vrouwen, die tegenwoordig aan het openbare leven deelnemen, zijn twee vrij scherp onderscheiden types waar te nemen, nl. de vrouwen, die praten en schrijven (te pas en te onpas) en de vrouwen, die doen. Voor mij, en ik vermoed voor ieder, die een afkeer heeft van praatjesmakerij, is het eerste type buitengemeen onsympathiek, het tweede daarentegen in de hoogste mate sympathiek.
Het eerste type heeft den mond vol van vrouwenkiesrecht en andere rechten en vergeet daarbij, en daardoor, dat er ook zoo iets als vrouwenplichten bestaan.
Om te toonen, dat ik niet overdrijf, noch zonder reden geen sympathie voor dit type heb, een enkele opteekening uit kindermond. Het zoontje van een der bekendste voorvechtsters voor vrouwenkiesrecht, die altijd weer zich “en évidence” plaatst als zij de kans schoon ziet in het publiek te fraseologeeren, is op bezoek bij een, evenals hij, tienjarig vriendje. Aan het einde van den dag zegt de kleine bezoeker tot zijn jeugdigen gastheer: “Wat ben jij gelukkig, dat je een moeder hebt, die thuis is, en zich met je bemoeit.” Tragischer veroordeeling van zulke kakelvrouwen is wel moeilijk denkbaar.
Daarnaast het andere type. De vrouw, die voor zichzelf of voor haar minder gefortuneerde geslachtsgenooten practisch werk zoekt en mogelijk maakt. Werk, dat niet alleen de beteekenis heeft van bezigheid voor onvoldane leegloopsters en leeghoofden, maar dat voldoening en levensonderhoud verschaft aan de werkster, en nut oplevert voor de gemeenschap’.
(Overgenomen uit de Telegraaf.)
Inderdaad, 't heele verschil tusschen die categorie, die antipathiek aandoet door haar geschreeuw en haar verwaarloozing van de moeder- en huishoudplichten, en die andere, die werkt, dapper en flink, voor 't dagelijksch brood, en die daarom is sympathiek, wordt hier met een paar geeselende woorden aangetoond.
En, wie beter dan professor Treub, wiens speciaal vak hem juist in vrouwenleven zoo menigen blik achter de schermen doet slaan, is hier tot oordeelen bevoegd; te meer nog, wanneer hij, zooals hier 't geval is, beschikt over een zoo scherpen blik, een zoo helder verstand, en een zoo vaardige pen!
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.