De Hollandsche Lelie. Jaargang 26
(1912-1913)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdActualiteiten, door A.J. Servaas van Rooijen.I.
| |
[pagina 438]
| |
diners en raouts; een theetuin voor de afternoonteas bij recepties; of een speeltuin voor de kindertjes der genoodigden? Le ridicule tue, en ik hoop dat door de raadsleden ingezien zal worden, dat die 700 gulden nog wel voor wat beters gebruikt konden worden dan tot inrichting van een tuin, die wel zóó erg niet vervallen zal zijn, dan dat hij niet met wat heesters en wat bloeiende planten, als geraniums en begonia's - en wat doet men al niet voor 25 gulden, - in een Flora's-hof zou kunnen veranderd worden! Zegt het voort! 's Grav. 22/12 1912. | |
II.
| |
III.
| |
[pagina 439]
| |
voorbijgaan, niet naar zijn werk omkijken, er niet over spreken bewijzen een tegeningenomenheid of een nonchalant verwerpen, waaraan geen naam is te geven. Denk niet, dat het den mensch geldt; o, neen, het is de beminnelijkste man der wereld, maar zijn kunst wordt niet geteld naast zijne steeds opgekamde kunstbroeders, wie de critiek nooit genoeg lofs kan geven, en die niet aangedurfd worden, en naast de jongeren die tot de kliek of de club behooren, en zich door de vrienden dankbaar laten likken. Critikasters, herziet u zelf; bedenkt dat uwe anonimiteit reeds een moordtuig kan zijn, maar dat uw doodzwijgen zeer zeker doodend werkt, en den delinquent duizend dooden doet sterven. | |
IV.
|