De toiletten in de loges.... vielen me tegen, waren soms brutaal voyant; en de aigrettes achter afhangend aan het kapsel kunnen mijn goedkeuring maar matig verwerven.
Dear me, wat me het meest opvalt is de langzame verdwijning der groote hoeden. Op zeer enkele uitzonderingen na waren de hoeden klein, zeer klein zelfs, en de pleureuses.... hebben ook afgedaan. Die ze heeft draagt ze nog; maar in de magazijnen worden ze niet meer verwerkt. De hoeden worden diep in de oogen gedragen, zonder hoedenpen, en zijn in langwerpigen vorm, achter langer dan van voren.
Natuurlijk behooren bij die kleine hoeden voiles, die men strak over het gezicht trekt, veelal wit, zwart, of wit en zwart gemêleerd.
Lange fluweelen of bonten mantels zag je overal en als boutonniëre daarop een roode of witte camelia. Die heel mooi wilde zijn droeg een fluweelen chrysante van couleur évêque. Als nieuwste nieuwtje moet ik je nog vertellen, dat de garçons in de restaurants heel weinig meer met ‘garçon’ worden aangesproken, men zegt nu: ‘Monsieur’ wat veel van 't intieme, dat zoo'n fransch restaurant met den gemoedelijken snel toeschietenden garçon had, wegneemt. De bediening is nu niet meer zoo goed en snel. Die nog niet weten, dat er geen garçons meer zijn in Frankrijk en België, worden heel langzaam, soms in 't geheel niet bediend, totdat 't modernisme tot hun brein is doorgedrongen.
Ik luisterde naar een verhaal van mijn tafelbuurman, die beweerde zich nooit door tegenspoed van weer of anderszins in het leven te laten ontmoedigen. ‘Ik neem alles maar van den besten kant....’
‘Ja, la vie en rose’ zei ik, waarop een ‘monsieur’ mij heel schalks antwoordde: ‘non, du chou-croûte garni, madame,’ en mij een portie zuurkool met spek en worst voorzette. Zoo zie je is de humor bij die heeren er nog niet heelemaal uit, als je maar niet tegen den bon ton zondigt.
Over toiletveranderingen valt niet veel te zeggen. Altijd nog de nauwe rok, soms met een paar vastgehechte plooien, de mantel als een heeren-jaquet.
Paniers, waarover ik vroeger heel slecht te spreken was, zag ik op de planken heel mooi dragen, n.l. van voile de Ninon, die heel mooi sluik afhing en volstrekt niet breed maakt.
De kapsels hebben groote verandering ondergaan; kort geknipt voorhaar de rigueur, 't behoort ook bij Botticelli en het Fontange-kapsel, dat in luchtige groote golven, ondulation Marcel, het heele hoofd bedekt, en dat werkelijk een verademing is na de zware krullen en vlechten, waaronder tot nu toe ons hoofd schuil ging. Mais brisons là dessus.
Later wat meer uitgebreid over de coiffures, ik mag niet abuseeren van de plaatsruimte.
In treuer Liebe
JOSEPHINE.