toeschouwer te doen opmerken, dat het wezenlijk wilde monsters zijn, die kunnen brullen en verslinden, en op die manier te doen gelooven, welk een held hun meester, de dierenbeul is?
En toch waren er heel veel menschen, die uitbundig lachten, of in stil genot verzonken zaten bij 't aanschouwen van het gevecht tusschen den angstigen, zijn leven verdedigenden leeuw en den wreeden onrechtvaardigen mensch, die onophoudelijk de ijzeren kooi rond-jaagde, zwaaiende met z'n ijzeren roede, links en rechts gevoelige geeselslagen uitdeelende aan de niets-vermoedende, hun-plicht-doende leeuwen, alleen, om ze even te doen trillen in machtelooze woede, wel wetend, dat er op iederen hoek, verdekt opgesteld voor de zaal-menschen, een oppasser stond met geladen revolver, gereed, om bij de eerste ernstig-gemeende aanvallende beweging het dier oogenblikkelijk neer te schieten.
En hoe meer de beul tergde hoe doordringender het gebrul der door-angst-weerlooze beesten klonk, des te uitbundiger daverden de toejuichingen uit de zaal.
En ik, het moge òn-christelijk schijnen, wenschte op dat oogenblik bijna, dat de gekrenkte leeuwen zich van hunne vorstelijke macht bewust werden en plotseling tegelijk zich op het menschelijk monster van wreedheid wierpen, om op hem hun rechtvaardige dierenwraak te koelen.
Een groot gedeelte van het publiek genoot, en zat in aanbiddende bewondering op te zien naar den mensch den moedigen?? koning der leeuwen.
O, Amsterdam, die toch den hoofdzetel bergt der vereeniging tot dierenbescherming, kunt gij gedoogen, dat in uwe zalen ten aanschouwe van vele, vele menschen, arme dieren, die toch al ongelukkig genoeg zijn door hun gevangenschap, op dergelijke wijze mishandeld worden?
O publiek, als gij beter nadenkt en in hunne kreten het ontzettende leed der arme gemartelde woestijnhelden voelt, kunt gij dan nog eenig genoegen? scheppen in het wreede, mensch-onteerende vermaak van dierendressuur?
SALOME.