en 'n mooier reisje - met een van de groote booten, die alle keurig ingericht, en van het noodige voorzien zijn om den inwendigen mensch te versterken, - die aan de de Ruijterkade liggen. Zoo'n zeereisje bij warm, zonnig weer is zeer aan te bevelen, boven 'n doffige, warme stoomtram. In Edam, het oude stadje, beroemd van oudsher om z'n kaas, aangekomen kunnen we genieten van de typische geveltjes der huizen, de nette lommerrijke grachtjes, de mooie lanen om 't stadje heen, dat daar als in 'n gordel van groen gelegen is. In tien minuten kan men van Edam de reis per lokaaltreintje Edam - Volendam maken, doch oneindig aardiger is het de reis met de ouderwetsche trekschuit, gondels geheeten, te maken. Langzaam door schipper Slot, of Nierop getrokken drijven we naar het doel onzer reis: Volendam.... Daar aangekomen staan we een oogenblik verbaasd, als verblind door de vele kleurschakeeringen die ons oog aanschouwen.... Kleine kleuters, met aardige trissche snoetjes, ook al in de wijde pofbroek gestoken, de kleine meisjes met het traditioneele kanten mutsje op, dat zoo verbazend flatteert, laten hun ‘Good bye’, ‘Good bye’ hooren. De slimmerdjes houden hun handjes op, ze weten wel dat ze niet tevergeefs 'n beroep doen op de vriendelijke vrijgevigheid der reizigers, en menig klein muntstukje valt in het bruine handje van broer of zus, die dan verheugd op klepperende klompjes naar huis loopen, om 't moeder voor de spaarpot te geven, ‘dan kriegen ze mit karremis 'n nije (nieuwe) broek, of de maidjes 'n nije doek veur onder 't jakkie.’ Want vader, de stoere visscher, verdient maar juist genoeg om al die monden open te houden.
De Volendammers hebben allen zonder uitzondering heele groote gezinnen, en daar er 's winters niet verdiend wordt komt er heel wat kijken om den boel rond te houden, temeer daar er zich ieder jaar een nieuwe wereldburger aanmeldt.
De kinderen (kynders, zegt men te Volendam) moeten er dan al vroeg op uit om wat mee in te brengen. Garnalen pellen, anzichten of klompjes verkoopen, of zooals de heele kleintjes doen, hun ‘Good bye,’ laten hooren, den ganschen dag.... Wij kijken nu onze oogen uit naar die leuke, kleine huisjes, waar kleine kleuters naast moeder de vrouw, over de typische onderdeurtjes hangen, waar stoere visschers, met bruin verweerde koppen, het doorgerookte pijpje in den mond, die ons onverschillig voorbijloopen, gewoon als ze zijn aan vreemdelingen op hun dorp. Mooie meiden met frissche kleuren van den zeewind, sommige met de breikous in de hand, passeeren ons; ze loopen ons met een air de dédain voorbij, en babbelen honderd uit: Gais, Herman en Teunis, die op zee zijn, en Zaterdag bij leven en welzijn weer op 't dorp komen.
Tusschen de typische visschershuisjes, de meeste oud en bouwvallig, doen de moderne gebouwen, meest winkels, heel vreemd aan.
Naast 'n klein vervallen hutje, verrijst 'n banketbakkerij met groote spiegelruiten. Naast 'n verweerde smederij, 'n antiquiteitenwinkel, die vooral de Engelsche touristen doen watertanden, want er is van alles te koop.... We stappen de dorpsstraat door, waar ons oog overal geboeid wordt, door 't zeldzame en vlinderachtige dat dit plaatsje biedt. We bereiken ‘Hotel Spaander’ waar boven den ingang het ‘Artist treed binnen’ prijkt. Dit wereldberoemde hotel, geheel naar de eischen des tijds ingericht, met 'n prachtige veranda aan zee, waar men 'n heerlijk panorama geniet, is bij alle schilders, zoowel in binnen- en buitenland bekend; geen groote artist van naam of hij heeft eenigen tijd in Hotel Spaander vertoefd. Hier maakte wijlen Paul Rink zijn beroemde zeegezichten, hier waren Russische, Belgische, Fransche, Engelsche schilders en allen lieten een herinnering, 'n aquarel of muurschildering ter gedachtenis na. Hier zette Emil Salo 'n forsche handteekening in 't vreemdelingenboek, naast Koningen en Prinsen van den bloede. Hier vertoefde Neerland's grootmeester der tooneelspeelkunst Louis Bouwmeester. Hier gebruikte H.M. de Koningin Moeder in gezelschap van burgemeester Calkoen de lunch. Hier bracht Alice Roosevelt 'n bezoek, en nog spreekt men met ingenomenheid over de lieve gracieuse verschijning van deze Amerikaansche ex-presidents dochter. Hier worden we bedìend door Spaander's aanvallige jongste dochterkens; de oudste zijn allen heel goed getrouwd. Deze meisjes antwoorden u in alle moderne talen; 't zijn echte bijdehandjes, ze weten levendig en onderhoudend te babbelen.
Geen schoteltje, hoe fijn ook, of in Hotel Spaander is het te verkrijgen. Twee koks weten alles, ook voor de meest exquise smaak, te bereiden. De bediening is vlug en net, zoodat ieder graag in Hotel Spaander is, en dat Leendert Spaander gezien is bewijzen