| |
Brief uit Oost-Java.
Als een reusachtige hangende tuin, waarin tusschen de palmen-groepen verspreid de witte woningen droomen als de oorden van poëzie, ligt het district Bondowoso tusschen de omringende berggroepen. Temidden hiervan ligt de plaats van gelijken naam, de hoofdplaats en zetel van den Resident der residentie Bezoeki. In den vroegen morgen van den
| |
| |
18den October bewoog zich een dichte menschenschaar langs den grooten postweg die door de Kota leidt en langs de vele zijwegen die van 't gebergte af rechtstreeks de Kota bereiken of op den postweg leiden. Talrijke paardjes in snellen draf met de verschillende dessa-hoofden reden naar de plaats, even in hun voorbijgaan de dichte menschenhoop klievend. En op het mooist gekleed in die kleurige kleedij van het Oosten, met de kleurigste baatjes, de na-pracht nog van de telassa, bleven lang, onafgebroken in eene stoet de inlanders zich voortbewegen van de verst verwijderde dessa's naar de hoofdplaats, waar vier dagen lang feest zou worden gevierd, en waar de zoo arm aan levens-vreugd zijnde Madoerees, zijn vreugde voor maanden lang oogsten zou. Ieder die Indië kent weet hoe de inlander opziet tot den Regent van zijn district en hoe hij dezen als een vorst kan eeren. Zoo was 't te verwachten dat geen inlander in den Kampong blijven zou toen 't bekend geworden was dat feestelijk de nieuwe Regent in de hoofdplaats zou worden geïnstalleerd. En Raden Toemenggoeng Pandjo Sastro Prawiro, zoo luidt de naam van den nieuwen Regent, was als patti van het district Djember, dat aan 't Bondowososche grenst, reeds gezien en bemind om zijn deugden als bestuurder en mensch. Een uitgebreid programma was vastgesteld, voor vier dagen feest achtereen. Hier volge het:
17 Oct.- |
's middags 4 uur - 6 uur, wedstrijd van versierde Ajikarveers voor Inlanders. |
18 Oct.- |
's morgens 9.30 installatie van den Regent. |
|
10-12 uur, adoean sapi. |
|
's avonds 7 uur, receptie bij den Regent. |
|
's avonds 9 uur, tandakpartij van de Inlandsche ambtenaren. |
19 Oct.- |
's morgens 8-12 uur Kerapan sapi. |
|
's middags 1-6 uur adoean sapi |
|
's avonds Sroenen Komidi Stambool Bioscoop. |
20 Oct.- |
's morgens 8-12 uur. Telwedstrijd voor paarden (Inlanders en Chineezen). |
|
Wedstrijd voor het mooist gebouwde paard. |
|
's Middags 1-6 uur adoean sapi. |
|
's Avonds Sroenen Komidi Stambool Bioscoop. |
Voor den Europeaan, die een dergelijk feest nog niet meemaakte, zijn de opgenoemde festiviteiten even interessant als tot bewondering-dwingend. En vooral voor hen, die in de residentie Bezoeki maar tijdelijk verblijven, is de adoean sapi, het stierengevecht, buitengewoon belangwekkend, wijl dit, voor zoover mij bekend, in geen ander deel van Java gehouden wordt. De spanning van zoo'n strijd kan ook enkel den robusten en temperamentvollen Madoerees emotioneeren, waar zijn psychische constitutie zoo veel afwijkt van den meer droomerigen Javaan. De opening der feestelijkheden was alzoo de wedstrijd van versierde wagentjes, die in groote getale, ik telde er honderd negentig, wat voor 't Bondowososche een zeer groot aantal is, waren opgekomen. Die kleine, tweewielige wagentjes waren vol zorg versierd. Daar waren er enkele, die geheel een gedaante-wisseling hadden ondergaan, zooals we de electrische tramrijtuigen hebben kunnen zien bij de groote feesten in Holland bij Juliana's geboorte. Daar was er een, die dan ook den uitgeloofden prijs bekwam, die in een boot was omgezet met een pijp waaruit rook kwam, helaas is de schuit in vlammen opgegaan. Maar al de wagentjes, de paardjes incluis, waren uitgedost met talrijke gekleurde linten en papieren bloemen, liefst zoo fel mogelijk van kleur, een opkomend schoonheids-bewustzijn, misschien nog slechts een instinct bij den inlander. En de volgende dagen reden de tjikars in hun vroolijk aanzicht de Kota door en naar de dessa's in den omtrek, de vele feestgangers vervoerend - of dit al niet vroolijk en feestelijk stemde, de lachende inlander, trotsch in zijn oogenstreelende kleeding in den versierden wagen, in het licht van de zon! De clou was natuurlijk de installatie van den Regent en de receptie ten zijne huize. Zooals de meeste Indische plaatsen zijn gebouwd, zoo ligt ook in 't midden der Kota, de aloeng aloeng, een groot vierkant ruim grasveld, waarop in 't midden de heilige waringinboom. Rondom de aloeng aloeng bevinden
zich de woning van den Assistent-Resident, het gebouw van den landraad, de woning van den Regent. Vanaf de dessa Nangkaän waar ik woon, op den avond vóor den grooten dag komend naar de Kota, waar ik den laatsten tijd niet was geweest, kon ik mij de aloeng aloeng naderend, nauw voorstellen in den geïsoleerden oosthoek van Java te zijn. Ik meende te komen op een Hollandsche Kermesse d'été, op een zomeravond, met den indruk van de vele lichtjes, de bewegende menschenmassa, het drukke en toch stille beweeg te midden van het omringend duister. Dat zijn van die indrukken van gemêleerde schoonheid, die men vast zou willen houden om hun zeldzame pracht eens klaar bewust te mogen worden. Op het ruime veld was een bioscoop-tent gebouwd, die, met 't blauwe schijnsel van de electrische lampen, de omgeving reeds fantastisch verlichtte. Ge kunt begrijpen wat een bioscoop voor den inlander beteekent. Dat is weer een van die
| |
| |
wonderen van den blanken man die hij niet doorgronden kan en waardoor hij met zooveel ontzag naar hem opziet. Rondom den bioscooptent waren talrijke kraampjes opgericht, waarin uitstallingen van allerlei aard, loterij-gelegenheden, die zoo in den smaak zijn van den op spel belusten inlander. En daartusschen de kraampjes door, in dat fantastisch schijnsel der lampen, bewogen zich duizende inlanders. Den volgenden dag zouden op de aloeng aloeng de adoean sapi worden gehouden.
Het huis van den Regent staat terzijde van den weg, naar binnengebouwd, met voór de woning, op het erf, een ruime pandok waar de vergaderingen en zittingen van 't inlandsch bestuur worden gehouden. In dezen pandok, met guirlandes van groen versierd, had de plechtige installatie plaats. Daarbij waren tegenwoordig, behalve de noodige autoriteiten, de meeste Europeanen van de plaats, de administrateurs en employé's van de cultuur-ondernemingen in den omtrek, en een lange rij van dessahoofden, de Resident, de Assistent-Resident, de controleur, allen in vol ornaat aan de eene zijde van de tafel, de Regent, eveneens in volle statie aan de andere zijde staande. De maleische toespraak van den Resident, waarin gewezen wordt op 't geen verwacht wordt van den ‘jongeren broeder’, een toespraak terug van den Regent, zacht-vloeiend van taal in dat Italiaansch van het Oosten. En toen bij 't heffen van 't champagne-glas, het ‘Wilhelmus’ werd gespeeld, de schare van inlandsche hoofden mee-zong het vaderlandsche lied, zie, dan voelt de Europeaan-Hollander een edele trots van zijn natie, dan voelt men iets plechtigs, iets grootsch in dat gebeuren zoo ver van 't vaderland af. Zooals gezegd waren alle inlandsche hoofden tegenwoordig. Maar daar waren ook het hoofd der Chineezen, de luitenant-Chinees, en het hoofd der Arabieren. En alles in hun typische kleedij. Ik moet bekennen dat het boven mijn macht gaat deze natuur-getrouw te beschrijven. Daar ligt zoo-iets fantastisch, daar ligt zooveel mystiek in deze kleeding dat ik die toch met woorden niet over kan brengen. De Kapella Arab, het arabieren-hoofd, heeft mijn oogen aanhoudend gebonden. Een forsche gestalte in 't lange witte gewaad met den rooden omslagmantel met paars afgezet. Een trotsche figuur, een figuur der klassieken, een eerbiedwaardig grijs hoofd, met oogen waarin iets wereld-beheerschends lag, oogen die niet zien naar, maar zien in wat ze
aanschouwen. Een trotsche, eenzame figuur in een geweldige overtuiging van zijn geloof. Eenzaam - dat is hij. Hij bewoog zich stil door de velen heen en richtte geen woord tot iemand. En wanneer een Europeaan hem naderde en aansprak, dan was 't een oogenblik dat hij antwoordde, en ging dan weer enkele stappen terzijde, als was 't genoeg reeds; zijn volk zou denken kunnen dat hij meeging met de Christenen. In zijn prachtigen hoofddoek, de kleur - het groen - van Mahomed, een rechtstreeksche afstammeling van den grooten profeet.
En bij de inauguratie - rede van den Resident, waarbij alle inlandsche hoofden -- (ook de hoogsten onder hen, als de patti van Djember, die zoo vloeiend en mooi Hollandsch spreekt dat ge afgunstig erop kunt zijn, wanneer ge nog dialect door uw taal hoort loopen,) - neerhurken - was het die imponeerende figuur, de Kapella Arab, die trotsch en eenzaam staan bleef, geleund tegen een der pandokdragers, strak het gelaat en verheven, de oogen vol van gedachten eener wondere gemoedswereld.
Een opvallende figuur ook was de djakra, het hoofd van de rechtspraak, met een gezicht waarop een hooge beschaving zich afteekende, oogen vol intellect, een pijnlijke trek om den mond als viel 't hem in zijn individueele kracht, gevolg zijner ontwikkeling, moeilijk mee te gaan in het massale doen der inlanders. Men vertelde mij dat hij gekeerd was tegen de Europeesche ambtenaren, om redenen die ik wel begrijpen kan. Hij is echter verre van fanatiek als wijlen een familielid van hem, Regent van een district in 't uiterste van den Oosthoek. Daar werden, wanneer de Europeesche gasten waren vertrokken, de glazen en kopjes die door hen gebruikt waren, vernietigd. Maar geheel anders is de nieuw-benoemde Regent; die zal met zijn anderen broeder het wel vinden kunnen. Na afloop der installatie, toen de lange rij van auto s en wagens was afgereden, hadden de stierengevechten plaats op den aloeng aloeng, vóór het huis van den Regent.
De Madoerees, nog sterk in bijgeloof, waant dat ziekte en onheil over de streek zullen komen wanneer een belangrijk feest niet wordt opgeluisterd door een adoean sapi. Ge moet nu niet denken aan Spaansche toreadoren, aan woest stierengebrul, aan bloed dat rijkelijk vloeit. Veel kwaadaardigs zit niet in de madoereesche stierengevechten.
| |
| |
In den vroegsten morgen had men langs den weg reeds kleine optochten kunnen zien van de bewoners eener zelfde dessa met in 't midden hun eigen vecht-stier. Hij zal de eer der dessa op moeten houden, en dit beteekent veel voor den inlander. Aan twee tegenovergestelde hoeken van het vierkant worden de stieren losgelaten, die op elkander inloopen en zich treffen op ongeveer het midden van 't terrein. Zij worden omstuwd door een vijftal der dessa-bewoners, die met schreeuwen en gebel de vechtlust aanwakkeren. Van tevoren is gewed geworden welke der beide als overwinnaar uit zal treden. Aan dit wedden doen ook de Europeanen mede. De koppen der beesten naar voren, dringen zij op elkander in, de spieren der forsche halzen gezwollen, en het wordt een duwen en dringen van kop tegen kop, totdat een der beide het op een loopen zet. Dan is er een aan krankzinnigheid grenzende dolheid onder de bewoners van de dessa die den overwinnaar bezit, dan wordt er een dolle, wilde apachendans gedanst rond den stier, met armen en beenen wordt gezwaaid, en met hoofddoeken, een wild gekrijsch als van Papoea's die een geroosterde verslinden. De stier wordt getooid met strikken en slendangs, en de dansende dessa-bewoners voorop, steeds dolkrijschend en springend, de stier achterop, gaat de optocht naar de dessa terug, waar het beest wel een maand lang op lekker eten wordt onthaald. Het is ongelooflijk zoòveel enthousiasme er heerscht onder die duizenden van inlanders, in dichte drommen rond het weiland, hoog in de boomen rond de aloeng aloeng, in de waringin die in 't midden staat, die deze adoean sapi bijwonen. Voor den inlander zijn deze gevechten wel de clou der feesten. Even belangwekkend voor den Europeaan is de Kerapan sapi, wat aan romeinsch wagenrennen doet denken. Het is een wedren van sapi-spannen aan een boom gespannen, waarop een inlander, in den stand der romeinsche wagenrenners, zich in evenwicht heeft te houden. De kunst is: in den wedren niet van dezen boom
te vallen.
's Avonds had ten huize van den Regent de receptie plaats. Ook hier waren talrijke Europeanen in 't zwart met hunne dames aanwezig; ook de vrouw van den Regent, waaraan we werden voorgesteld, troonde nu ook in haar rijke, weelderige kleedij van hooge inlandsche vrouwe. De receptie werd opgeluisterd door strijkmuziek, afgewisseld met spel op den gamelang, een der volmaaksten die ik nog hoorde. De Regent bewoog zich gemakkelijk onder de vele gasten en 't treft te zien hoe goed hij de vormen en plichten van den gastheer kent. Gedurende de receptie werd vuurwerk afgestoken in 't schemer-schijnsel, waardoor men de duizenden zag, die zich op de aloeng-vloering verdrongen. Om acht uur was de receptie afgeloopen; de heeren brachten de dames thuis, om zonder hen, ten negen ure weer te verschijnen tot bijwoning van de tandakpartij van inlandsche ambtenaren. Bij het tandakken toch worden - mogelijk uit een oogpunt van kieschheid - geen dames toegelaten. In den breeden kring van Europeanen en inlandsche hoofden verschenen drie inlandsche schoonen, de tandakvrouwen, sierlijk uitgedost. De schoone leden in een fijn gevineerd keurslijf gedragen, een kostbare saroeng, die afhing van de heupen, een slendang van even kostbare zijde sierlijk om de bloote schouders. Terwijl de grootste der drie vrouwen zong, begeleid door den gamelang, danste zij met de beide anderen een dans, die eene streeling geeft van lijnen voor het oog; 't leek een droomendans, exotisch, van een plastiek die alle bewondering afdwingt, niet éèn lid dat in rust verkeert, en alles in tegengesteld rhytmiek, de voeten, de handen die sierlijk traag bewegen, de leden der vingers zelfs nog, die in beweging zijn. Ik geloof, wat zinnebeeldige uitdrukking betreft van dezen dans, Isadora Duncan en haar school aan deze tandakdansen nog een lesje kan nemen. Ik betreur het alleen dat veel van de symboliek der dansen voor ons Europeanen verloren moet gaan. Het amusement verder van een tandakpartij is, dat,
wanneer de drie vrouwen een poosje alleen hebben gedanst, de beurt komt aan alle aan wezigen om met deze vrouwen den dans uit te voeren. Een kostbare slendang wordt op een zilveren blad door een der vrouwen het eerst den Resident geboden met de beleefdheid, zoo vol poëzie van deze inlandsche volkeren. De Resident geeft een geschenk in geld en neemt een der hoogste ambt-bekleeders onder de inlanders om voor hem te dansen. Dan, van achter de ruimte, langzaam aan in die prachtige plastiek naar voren komt, tot dicht bij den Resident, wordt de dans herhaald door al de inlanders die door de Europeanen worden aangewezen of verzocht het te vervangen, want aan al de Hollanders wordt intusschen de slendang aangeboden. Halverwege in den dans komen
| |
| |
de Europeanen met een glas wijn het op dat moment tandakkende inlandsche hoofd tegemoet en klinken en drinken met hem het glas ledig. Natuurlijk is er veel verschil te merken in het dansen der verschillende inlandsche hoofden. Zoo was de Regent zelve een der knapste dansers, en ook de patti van Djember dwong mijn bewondering af met de gevallige plastiek, die hij in al de bewegingen van zijn lichaam wist neer te leggen in harmonie met al de bewegingen der om hem dansende drie inlandsche schoonen. Tot laat in den nacht duurde deze tandakpartij voort, voornamelijk, of liever, uitsluitend onder de hoofden; men vermaakte zich met de vrouwen, die ook wel niet van de hoogst moreelen zullen zijn, (ze waren zeker opiumschuifsters), terwijl de Europeanen aan speeltafeltjes zich hadden gegroepeerd om nu en dan te onderbreken met een dronk op een der voorname hoofden die aan 't tandakken was. Ondertusschen werd een keurig ‘loopend souper’ rondgediend met de noodige verfrisschingen. En op de aloeng aloeng was 't reeds stil geworden toen de Resident opstond en wegreed onder het zingen van 't ‘Wien neerlands bloed’ van alle aanwezigen, begeleid ook door den door inlanders bespeelden gamelang.
Ik heb U van deze feestelijkheden een verslagje willen geven - héel onvolkomen, omdat een ‘stemming’, een ‘atmosfeer’, in zulk een kort verslag: een opsomming van 't gebeurde, zoo moeilijk is over te brengen. Van kritiek heb ik me willen onthouden, van kritiek op toestanden en situaties, bovenal hierop, vooral ook in den Oosthoek wel degelijk kritiek kan worden uitgeoefend. Want rozengeur; en maneschijn is 't niet alles onder de inlanders en de verhouding der Europeanen tot hen.... maar laat ik hier nu niet verbitterd worden.
* * *
Nog even wil ik U verhalen van een bezoek onlangs aan den broer van den luitenant-Chinees, een rijken tabakshandelaar, van wien één der zes huwbare dochters in 't huwelijk was getreden en welke gebeurtenis feestelijk gevierd werd, tot de viering waarvan ook een aantal Europeanen met hunne dames waren uitgenoodigd. Het was een avondreceptie. De ruime groote woning ligt in 't midden van het Chineesche kamp, dat maar een armoedig aanzien heeft. De receptie had - zooals gewoonte schijnt - nà 't huwelijk plaats, kort vóór de receptie waren de jonge man en 't jonge Chineesche meisje getrouwd. Bij de ontmoeting der beiden had ik gaarne tegenwoordig willen zijn. Immers de gewoonte ook is dat de ouders het huwelijk beslissen en tot op den dag der vereeniging de a.s. echtgenooten elkander niet hebben gezien, laat staan, gesproken. Dat er ook nog weinig intiems leefde tusschen beiden was wel merkbaar op dien receptie-avond. Achter in de tusschengallerij - op de plaats waar anders de Chineesche geloofsbeelden staan en de bewaarplaats is van de asch der voorvaderen - zaten temidden van bloemen: de bruid en bruidegom, pardon, de beide echtgenooten als.... vreemden naast elkander. 't Jonge Chineesche vrouwtje, sierlijk gekleed, met een collier om ter waarde van - zonder Haagsche bluf - van twintig duizend gulden, daarnaast de jonge man, keurig in 't zwart. En hoe ook 't vuurwerk knalde dat men afstak in het kamp, hoe ook de beide muziekgezelschappen speelden en de toeloop was van gelukwenschende gasten, geen spier van beider gelaat vertrok, geen woord, geen blik werd tot elkander gericht. 't Trof me ook daar, hoe de zoon van 't Hemelsche Rijk een zeer beschaafden indruk maakt, wanneer hij in rok of smoking verschijnt, hoe vol intellect zijn oogen zijn en hoe hij zich met een bijna Westersche beschaving weet te bewegen. De eetbare vogelnestjes waren smakelijker dan ik ooit had durven vermoeden.
Bondowoso, Oct. '11.
JOHAN KONING.
|
|