De Hollandsche Lelie. Jaargang 26(1912-1913)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Had liefgehad? Het lief gelaat werd bleek en mager, De oogen kwijnend, dof en mat, De laatste strijd was uit-gestreden; Zij ging, die 'k zóó had liefgehad. Had liefgehad? zou 't mogelijk wezen, Kan liefde sterven? groote God, Hebt Gij dan liefde niet geschapen Voor eeuwig, kroon van 't menschenlot? Is liefde dan een bloem, wier geuren Men hier op aarde slechts geniet, En weder wegwerpt, onverschillig, Als zij verflenst is, - anders niet? O God van liefde, trouwe Vader, Der liefde bron en ziel en ader, Wij voelen, dat Gij Liefde zijt; Dat Liefde liefde slechts kan geven Voor eeuwig, héél het groote leven, In aller eeuwen eeuwigheid. J. VAN REES-VAN NAUTA LEMKE. Vorige Volgende