der het eiland wenschende voor eigen krachten dan wel het gevaar voorziende zoo onmiddellijk nabij den mond der Elbe een Engelsch vlootstation gevestigd te hebben, een zware Afrikaansche concessie deed, teneinde zich het bezit van dit eiland te verzekeren.
Of op dit oogenblik die concessie, gelijk toen ter tijd vooral geschiedde, nog als eene gerekend wordt waarbij het voordeel uitsluitend aan Britschen kant was, het valt ten zeerste te betwijfelen en of op dit oogenblik Engeland nog even groote voldoening zal gevoelen over den destijds aangeganen ruil, ook daaromtrent is een vraagteeken niet
De ‘Schildwache’ aan den Noordpunt.
geheel ongepast. En dit te meer omdat Duitschland zich in de laatste jaren niet er mede tevreden heeft gesteld zich met het bezit van Helgoland van een Engelsch steunpunt in de onmiddellijke nabijheid zijner kusten te hebben bevrijd, maar omdat het met grooten ijver en energie bezig is zich in deze rots midden in zee een natuurlijke vesting te verschaffen, welker kracht eenmaal groote beteekenis kan hebben. Geheel Helgoland is op dit oogenblik niet veel meer dan één uitgebreide vesting. Het onderland, dat aan de zuidzijde zich voor de rotsen uitstrekt is voor deze vesting van geen beteekenis en is dus met rust gelaten, maar geheel het bovenland is ingenomen door de batterijen en door de batterijen in wording; door de versterkingen van verschillenden aard. Om alle scherpe punten der rotsen gluren de vuurmonden; geheel het midden van het boveneiland ligt daar nu omwoeld en ontgraven om naar nieuwe verdedigings-plannen te worden ingericht. Beneden, onmiddellijk aan den voet van de rots is men bezig de haven te bouwen, die veilige ligging moet verzekeren; en zoowel daar als hier zijn het niet alleen de borden met het imperatieve opschrift dat niet mag worden gephotographeerd of geteekend, welke van het gewicht der stellingen overtuigen, maar zijn het veel meer de argusblikken der schildwachten, die waken in de directe nabijheid en die waken van verre, zonder door den bezoeker gezien te worden, met verrekijkers, welke er gevoelig den nadruk op leggen dat men in staat is het verbod te handhaven.
De vesting Helgoland is wel bezig aan het eiland Helgoland veel van zijn natuurlijke beteekenis te ontnemen. Het Helgoland, dat vroegere eeuwen daar gekend hebben, kan men er toch niet meer waardeeren; het is reeds tientallen van jaren achtereen badplaats, in zekeren zin mondaine badplaats boven alles. De geschiedenis van het badleven van Helgoland dateert reeds van 1826 toen de dusgenoemde ‘Aktien Gesellschaft Seebad Helgoland’, die op initiatief van den scheepsbouwer Jacob Andressen Siemens tot stand was gekomen, de eerste vier badkarren op de dusgenaamde Düne