Kunsten en Wetenschappen.
Een merkwaardig Instituut.
Het Pruisisch Historisch Instituut te Rome geeft ten tweeden male een bewijs van zijn nuttigen arbeid, waar het geldt Italië's kunsthistorie, in bijzondere monographieën, naar voren te brengen. Eerst verscheen van de hand des Graven zu Erlach-Fürstenau de Manfredbijbel, en nu de Plastiek der 11e en 12e eeuw in Apulië, door Martin Wackernagel.
Beide werken doen het ‘Instituut’ alle eer aan en geven het bewijs hoezeer zulk eene instelling ten goede komt aan de nasporingen op kunsthistorisch gebied.
De Manfredbijbel is een merkwaardig document. Het werd geschreven voor Manfred van Hohenstaufen, en inzonderheid verdient de ornamentatie der initialen de aandacht, wijl een vergelijkend onderzoek aan het licht bracht, dat de Fransche boekdrukkunst op de techniek ervan heeft ingewerkt.
Hoewel eene korte beschrijving van oudere bijbel-illustraties, vooral uit de 12e en 13e eeuw, van groot belang is, treedt in het werk het meest naar voren de ontleding van de illustratie, welke in beeld brengt de wijding en schenking van het boek aan Manfred von Hohenstaufen.
De uitgever wijst zelfs nauwe overeenkomst aan tusschen het Vatikaansche handschrift over de Valkenjacht, waarvan eene herhaling gevonden wordt in een Fransch handschrift, dat nevens het Vatikaansche de inwerking ondervond van een verloren geraakt voorbeeld.
Voornamelijk voor de geschiedenis der kleederdrachten uit het laatste tijdperk der Hohenstaufen is de bijbel-illustratie van gezag.
Ter wille der bijna totale onbekendheid met de Kunst van Apulië en Basilicata richtte Wackernagel zijn blik naar die Italiaansche provincies, en hij vond een vruchtbaar veld ter bearbeiding.
Hij grasduinde in het vele wat hij aldaar uit de 11e en 12e eeuw vond, en kon bestatigen dat het Byzantijnsche Grondelement, tot het einde der 11e eeuw alleen voorkomende, van lieverlede zich vermengde met oostersch-arabische elementen, welke de Noormannen uit Saraceensch Sicilië medebrachten, om ten slotte den invloed der Noord-Italiaansche-Fransche kunst te ondergaan.
We hebben het al meer gezegd, dat de vele illustraties in zulke werken den verkoopprijs onmiskenbaar verhoogt, maar de lichtzijde daarvan is, dat het zien juist het zijne toebrengt om ze bruikbaar en nawerkend te doen zijn.
A.J. SERVAAS VAN ROOYEN.
Oud-Gemeente-archivaris.
Den Haag.