Overzicht van de week.
I.
Een waar woord.
Naar aanleiding van een critiekje in 't Vaderland, waarin werd geklaagd, dat het cabaret-zaaltje op Scheveningen geen Parijsch cachet heeft, schreef de ondernemende leider van dat cabaret, de bekende heer Pisuisse, een antwoord in het Vaderland, te lang om hier over te nemen, maar waarvan ik het zéér ware slot hier citeer:
Maar....!
Met 'n ijzeren kogel van honderd kilo kun je nu eenmaal niet gracielijk raketten....
En je ouwe tante van 't zelfde gewicht krijg je niet in beweging voor 'n élégante ‘twostep’....
Evenmin breng je in Nederland, waar een Nederlandsch publiek zich in den band van Nederlandsche wetten, Nederlandsche bouwverordeningen, Nederlandsche brandweervoorschriften, Nederlandsche politiereglementen.... o, en vooral van Nederlandsche degelijkheid, Nederlandsche ingetogenheid en Nederlandsch fatsoen.... op z'n Hollandsch amuseert, een Fransch of Duitsch Cabaret tot stand.
wg: Jean Louis Pisuisse.
De gespatieerde woorden zijn van mij, omdat zij m.i. zoo bijzonder goed teekenen den Nederlandschen aard bij zulke gelegenheden. Wat de heer Pisuisse iets te voren in dit zelfde stuk durfde beweren, dat namelijk de door hem en zijn mede-artisten geboden cabaret-kunst niet grof en ordinair, maar licht en gracielijk is, dat onderschrijf ik, voor zoover mijn eigen ondervinding gaat van het bij hem en de zijnen gesmaakte genot, volkomen. Maar ook onderschrijf ik volkomen, dat niets ‘Nederlandscher’ is in den door den heer Pisuisse hierboven bedoelden zin dan de aanblik van het preutsigdoende, stijf-gekleede, met wat op het tooneel geschiedt in flagranten strijd zijnde, verlegen met zijn houding publiek. Cabaret-kunst in den besten zin, zooals Pisuisse ze geeft, gaat heusch boven 't peil van dat Nederlandsch publiek - dat cabarets bezoekt - in de massa genomen ten minste.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.