| |
Over Kleeding, Schoonheid en Gezondheid.
Van harte ben ik overtuigd, dat de wijze, waarop men zich kleedt, veel nauwer met iemand's karakter en geestelijke gesteldheid samenhangt, dan wij oppervlakkig zouden meenen. Wij hebben heusch geen Sherlock Holmes noodig (en gij weet, dat hij buitengewone dingen deed, juist door het opmerken dat een knoop aan een schoen ontbrak of een kanten jabot met den verkeerden kant naar buiten werd gedragen) om, door de wijze waarop iemand zich kleedt, zijn voornaamste karaktereigenschappen te ontdekken.
Elke, zich zelf-respecteerende vrouw wenscht er zoo goed mogelijk uit te zien en van zich te maken, wat er van te maken is. Welk een heerlijk oord zou deze onze wereld zijn, als elke vrouw ‘a thing of beauty’ en gratie ware, doch de natuur zorgt er wel voor, schoonheid in haar hoogsten vorm - schoonheid door dichters bezongen - niet te algemeen te maken. Het is echter aangenaam te weten, dat door zorg, cultuur en kunst - dat wil zeggen: toiletkunst - elke vrouw het in haar macht heeft haar persoonlijk voorkomen niet alleen zeer veel te verbeteren, maar dikwijls van leelijk zich zelf aantrekkelijk kan maken, door het aanbrengen van een kleur hier of het temperen van een kleur daar, en het nakomen van voorschriften, die zelfs de meest ‘gottbegnadigte’ schoonheid niet kan missen of over 't hoofd zien.
Die schoonheidscultuur is inderdaad slechts een andere naam voor gezondheidscultuur; deze twee moeten nooit gescheiden worden, want wat nadeelig is voor de gezondheid, is ook noodzakelijkerwijze nadeelig voor de schoonheid.
In de volgende bladzijden is er zorg voor gedragen, niet buiten de grenzen der natuur te gaan, want door de natuur te verlaten, komt men tot een vernederenden en slechten uitslag en tevens, dat de recepten, (later te noemen!) alle eenvoudig, goedkoop en onschadelijk zijn.
Laat mij er nog aan toevoegen, dat de toilet-benoodigdheden weinig, eenvoudig, maar goed moeten zijn, en dat de grondslag van het te behalen succès is: volkomen persoonlijke netheid en reinheid.
| |
Ochtendtoilet.
Hoevele illusies reeds verdwenen en hoeveel gevallen van huiselijke ellende aan een slordig ochtendtoilet te wijten zijn, wil ik niet wagen te schetsen, maar een groot aantal, dat verzeker ik u. Het haar in krulpennen, een slap figuur in een vuile kimono, gekreukelde, dikwijls kapotte kousen, geduwd in versleten schoenen of muilen, die nooit buiten de slaapkamer gezien moesten worden, vormen geen aangenaam beeld voor den echtgenoot om overdag met zich om te dragen. Geen wonder dan ook dat onverschilligheid dikwijls volgt.
Vrouwen, die haar eigen huiswerk verrichten, moeten zich een japon aanschaffen, gelijk aan de uniform van een verpleegster, en ze alleen voor dat doel houden. Afge- | |
| |
dragen, gekleede japonnen of mooie ochtendjaponnen zijn niet alleen broeinesten voor stof en kiemen, maar belemmeren uw bewegingen en vertragen uw vorderingen in het werk dat gij te doen hebt. Genoemde eenvoudige, nette japonnen, altijd vlekkeloos netjes gehouden, verleenen de huisvrouw een bijzondere aantrekkelijkheid en geven u vertrouwen in de algemeene hygiëne van haar omgeving. Ik raad daarom elke bruid aan, die van plan is zelf haar eigen huisje netjes te houden, verscheidene van zulke uniformen in haar uitzet op te nemen.
| |
Corset.
Eene betreurenswaardige gewoonte, en die vele vrouwen eigen is, is in huis zonder corset rond te loopen en toch is dat niet alleen doodend voor uw gang en figuur, maar ook een beleediging voor het oog, die wij niet het recht hebben anderen aan te doen. Het is niet mogelijk voor een vrouw een net figuur te hebben, zonder een passend corset, en de tegenwerping dat het dragen van een corset ongezond is, heeft geen recht van bestaan meer, nu tegenwoordig zelfs geleerden het aanraden tegen het verzakken van de buikorganen. Vrouwen, die huishoudelijke plichten te vervullen hebben, moeten los-geregen corsetten dragen.
Bovendien kweekt de niet-corset-gewoonte ongegeneerdheid en luiheid, daar een goedzittend toilet zonder corset, buiten quaestie is, en het dragen van een corset, en dus correct toilet, bepaald een pénitentie wordt, waartegen men met vrees opziet en die men slechts bij extra-gelegenheden toepast.
Er zijn vele goede redenen, uit een gezondheids-oogpunt beschouwd waarom vrouwen het moderne corset moeten dragen. Let er op, dat ik spreek van het ‘moderne’ corset, want ik heb geen woord ter verdediging van het corset uit het verleden. De dagen van een ‘wespen-taille’ (en ze keeren periodiek terug) zijn altijd droevige dagen voor de vrouwen.
De tegenwoordige silhouet der vrouw wordt door bekwame doctoren als bijna de volmaakte beschouwd. De schouders matig breed, de buste matig vol, het middel breed, de heupen smal, en de middellijn zoo weinig mogelijk in 't oog vallend, zoodat het figuur bijna recht is, met weinig verschil in breedte van schouders, middel en heupen. Het nieuwe corset geeft zooveel vrijheid aan alle levensgewichtige organen en biedt aan de longen zulk een prachtige gelegenheid voor diep ademhalen, dat groote zangeressen zelfs er haar onverdeelde goedkeuring aan hechten. Terzelfdertijd geven de nauwsluitende lijnen van het onderste gedeelte van het corset de vrouw den steun over den buik, die de doctoren erkennen, dat zij noodig heeft.
Om de beste resultaten van een corset, wat het figuur betreft, te verkrijgen, moet het met drie verschillende veters worden dichtgeregen: de bovenste wordt geregen tot ongeveer drie gaatjes boven het middel, de tweede omvat slechts vier of vijf oogjes juist in het middel, en de derde strekt zich uit over de overblijvende en laagste oogjes van het corset. Het is van het grootste belang, dat het corset op de juiste manier wordt aangetrokken, dat wil zeggen, lager geplaatst op het figuur dan gewoonlijk gedaan wordt. De jarretelles worden dan vastgemaakt en nadat dit alles gedaan is, begint men te rijgen, eerst met het middenste koord, dan met het bovenste en ten slotte met het onderste, tot een tamelijke nauwte verkregen is. Voordat het rijgen echter is afgeloopen, steekt men een hand in het corset om het overtollige vleesch boven het middel te duwen. Dit voorkomt het drukken van een levensgewichtig orgaan en verbetert eveneens het figuur.
Het is een fout een corset dicht-gebaleineerd te hebben, en dat is de reden waarom een goedkoop corset zelden succès heeft. De baleinen moeten in andere richtingen, behalve van boven naar beneden loopen, en alleen een bekwame corsetière kan dit verrichten.
Natuurlijk kunnen slechts vrouwen met ruime middelen het zich veroorloven een corset op maat te laten maken, maar gelukkig is dit in de meeste gevallen een luxe, en geen noodzakelijkheid, want de ‘klare’ corsetten hebben evengoed prachtige lijnen en worden in zoo'n onmetelijke verscheidenheid van stijl en vorm gemaakt, dat iemand een corset kan krijgen, voor gewoon gebruik, zoo goed als zij begeert, voor f 12.50, en een zwangerschap-corset van af f 3.50 tot f 25. -. Ik raad U ten sterkste aan, een duur corset te koopen, wanneer gij het bekostigen kunt, want het zal zich niet alleen veel beter houden, maar ook zijn vorm veel langer bewaren dan het goedkoope. Het voorbeeld van de Fransche vrouw, die een goed corset koopt, het doet er niet toe, hoe inferieur de japon, verdient navolging.
Een zwangerschap-corset moet als een absolute noodzakelijkheid beschouwd worden. Een groot aantal vrouwen laten haar corset
| |
| |
in den tijd, waarin zij juist dien steun het meest behoeven, geheel uit, maar loopen daardoor gevaar, niet alleen haar figuur onherroepelijk te bederven, maar ook zich ernstig inwendig kwaad te berokkenen.
Het is veel beter een kind te vroeg een corset te laten dragen dan te wachten totdat haar figuur geheel ontwikkeld is. Een normaal meisje, zelfs wanneer het nog maar twaalf of dertien jaar oud is, moet een goed-gebaleineerden gordel dragen.
| |
Kleeding.
Alle toiletten, en alles wat er bij behoort, moeten bij de teint van de draagster passen, en ook in lijn en maaksel geschikt zijn om haar gestalte op de meest voordeelige wijze te doen uitkomen. Niet speciaal goede punten moeten aan ons oog worden opgedrongen, noch de bedoeling onvolmaaktheden te verbergen al te duidelijk merkbaar zijn. Het ‘goed-kleeden’ moet den voorrang hebben boven élégance in alle dingen, en, bij het koopen van iets, nooit vergeten worden de gelegenheid waarvoor het dient. Ga met de mode mee, zoo ver als gij redelijkerwijze kunt! Vermijd opzichtigheid want dat is de weg naar vulgairheid!
De best-gekleede meisjes en vrouwen zijn lang niet altijd diegenen, welke het meeste geld besteden. Een voorbeeld hiervan is de winkeljuffrouw, die dikwijls met benijdende blikken door haar klanten, welke zij bedient, wordt gadegeslagen, die echter nalaten van deze nette figuurtjes te leeren, dat men, om er goed uit te zien, zeer eenvoudig en niet in veel kleuren gekleed moet zijn, dat de kleeding zorgvuldig nagezien, het haar altijd keurig gekapt, het kraagje altijd onberispelijk en geen haken of knoopen gemist mogen worden, om het opvallend chique air, dat zij bijna allen bezitten, te verliezen.
Het dragen van veel kleuren is bijna nooit een bewijs van goeden smaak; de artistieke samensmelting van vele kleuren in een vrouwentoilet vereischt veel handigheid en meer goeden smaak dan de meeste van ons bezitten. Een boek zou kunnen worden geschreven over de dwaasheid van vele vrouwen elke nieuwe mode te aanvaarden, zonder daarbij rekening te houden of die haar staat, van na te apen de vrouwen met gevulde beurzen, waarbij men toch gedwongen is goedkoop materiaal te nemen, van het geld te versnipperen in allerlei voddigheden, waarmee men toch nooit chic er uitziet, inplaats van zich te bepalen tot een paar uitgezochte kleedingstukken, wat niet alleen van oneindig veel beteren smaak getuigt, maar ook op den duur veel voordeeliger zal blijken te zijn.
Hetzelfde geldt voor de kleinigheden, voor de byouteriën, voor alles wat betrekking heeft op het toilet, en die het geheel kunnen ontsieren, wanneer ze niet met de noodige zorg zijn uitgekozen.
Laat ieder deze regels op zich zelve toepassen, of ze klein of groot, dik of dun, donker of blond, jong of oud is!
| |
Het figuur.
Men moet het beste van z'n figuur maken, niet door nauw-rijgen, maar door lichaamsbeweging en hygiënische leefwijze, om symmetrie, gratie en een correcte houding te krijgen. Hoekigheid is dikwijls evenzeer een quaestie van gewoonte als van werkelijk physieken bouw; dikte het gevolg van luiheid, en gerimpeldheid de straf voor verwaarloozing. (doch hierover later.)
De groote figuur moet, als regel, niet in 't wit of zeer lichte kleuren gekleed zijn, of zich verder verlengen door een zeer hoog kapsel of zeer hoogen hoed. Licht-gekleurde, losse kleeding is voor de dunne, want ze zal zeer groote magerheid oogenschijnlijk doen verminderen. De goed geproportioneerde vrouw, van middelbare grootte, kan elke stof van een kleur in harmonie met haar teint, en bijna elk patroon, dragen. Een vol figuur komt het beste uit in donkere of zachte tinten, terwijl strepen voor haar zeer smal moeten zijn en zóó verwerkt, dat ze lange lijnen geven en niet breed maken. De groote kan met succès eene verticale garneering en patroon kiezen, de kleine echter moet de langste en eenvoudigste rokken, met vermijding van groote patronen en ruiten, nemen. Zonderling genoeg, vermeerdert de zeer groote ruit niet zoozeer den omvang van een figuur als de kleine.
De korte trotteur-rok is niet voor de kleine, doch voor de lange, slanke, daar die vele centimeters verkort. Om diezelfde reden is een lage hals niet geschikt voor de kleine, doch voor de vrij-lange, slanke en gevulde personen. Een plooi-garneering over de borst kleedt alle figuren. Voor de gevulde en niet al te groote vrouwen is de princessejapon een heerlijke uitvinding, doch als ze niet uitstekend geknipt is, zal ze zelfs een mooi figuur bederven. Alle lichte kleuren maken dik, behalve wit. Dunne stoffen over voering, of ruige stoffen en fluweel zijn niet zoo flatteerend voor dikke figuren als het gladde
| |
| |
laken, en satijn, behalve de zeer soepele soorten, maakt ouwelijk.
| |
Kleuren.
Purper is een kleur die vermeden moet worden door de vroeg-oude of dikke vrouwen; marine-blauw is voor haar een goede kleur, wanneer zij tenminste geen brunette is, omdat de oranje-weerschijn van blauw een teint donkerder maakt, uitgezonderd een blauwe voile, die de kleur van elke teint zal verminderen, evenals een blauwe bril de oogen voor den zonneschijn beschermt. Lichtgroen en groen in het algemeen, maakt bleek, en is voor de bleeke blondine daarom niet geschikt; wel echter voor de rood-harige, of veel-kleur-hebbende blondine. Hemelsblauw en zijn verwante kleuren, ofschoon in theorie de complementaire kleuren van het haar en teint der blondine, staan in de praktijk toch het beste de brunette met donkere oogen en zwoel teint; een blondje maakt hemelsblauw ‘zoetig’ en sentimenteel. Voor haar is een uitstekende kleur pauwblauw en korenblauw. Rose, de kleur bij uitnemendheid van jonge meisjes, staat de donkere het best, ofschoon ook dikwijls een blonde (niet al te blond) met een rozig teint, een zeer blonde, gekleed in 't rose, doet denken, zooals een schilder eens geestig opmerkte, aan ‘jonge varkentjes.’ Rood, geel en oranje kan door de donkerharige en donkergetinte ongestraft gedragen worden, evenals alle tinten van zwart, doch violet is een verraderlijke kleur, daar het de geelheid van complexie weerkaatst en vermeerdert, en het blauw groen doet schijnen. Wanneer een vrouw met een bleeke, groezelige huid er op haar onvoordeeligst wil uitzien, laat haar dan violet dragen.
| |
Hoeden.
Zware garneeringen en hoekige of excentrieke vormen zijn moeilijk met gratie te dragen. Kleine hoeden en toques, hoe ook gemodelleerd en gegarneerd, moeten het gezicht geheel omlijsten en nooit boven op het hoofd staan. Groote hoeden staan groote vrouwen het beste. Een hoed scherp aan den kant opgeslagen, of een steek-model (Napoleon-hoed) is voor de kleine, daar die eenige centimeters meer lengte geven. Daarentegen moet zij vermijden het klokmodel, daar dit de lengte vrij aanzienlijk vermíndert. Een strik achter in den nek, òf van lint, òf van tulle, heeft het zonderling effect van zoowel lengte als waardigheid aan de draagster te geven, evenals een hoed die van achteren is opgeslagen en zijn rand over het gezicht uitstrekt. Verticale strikken zijn voor de lange, slanke en horizontale garneeringen voor de dikke vrouwen. De tinten in wit en andere lichte kleuren zijn gewoonlijk niet zoo flattant als de meer intense kleuren en diepzwart. Een zeer opvallende garneering moet vermeden worden; het doel van den hoed is een geschikte en artistieke omlijsting van het gezicht te verschaffen, en niet om er de aandacht af te trekken. Daarom is een geheel zwarte hoed, die bovendien ‘cachet’ aan elk toilet geeft, zeer aan te bevelen. Men kieze een hoed van dezelfde kleur als de rok, die men draagt, en als men een tailor-made pak heeft, drage men kousen (bij lage schoenen) van dezelfde kleur als die van den hoed.
| |
Voiles.
Hoeveel vrouwen weten een voile goed voor te binden? Zeer weinig, en toch, als die slordig wordt voorgebonden, is, hoe mooi ook het kapsel of hoe flatteerend de hoed, het geheele effect bedorven!
In het algemeen zijn voiles slecht voor het teint en bevorderen een rooden neus, tenzij zij van zijde en zeer doorschijnend zijn, zoodat zij lucht toelaten, want de huid heeft de wrijving met de lucht noodig. Constante bedekking van het gelaat belemmert de circulatie en de gezonde werking der poriën. Zij verhit het gelaat, en houdt het bedekt met een vettige vochtigheid, welke het stof en vuil vasthoudt, dat daarna in de poriën komt. Wanneer het gelaat aan de lucht blootgesteld is, waait het stof er weer af en blijft de huid droog en helder. Zelfs bij het autoën - - met de wettig voorgeschreven snelheid - - zijn voiles overbodig en de oogen-beschermende ‘glazen’ - - leelijkheid's grootste uitvinding - - ontbeerlijk, behalve bij sterken wind. Houd uw luchtbad voor het gezicht op een tocht en uw waterbad aan het einde ervan en uw teint zal geen nadeel ondervinden.
Rol, na het gebruik, altijd uw voile op, liefst op een stokje!
| |
Handschoenen.
Handschoenen, die zwart zijn van stof en kiemen, worden dikwijls met de grootste minachting voor schijn en hygiëne gedragen, en toch vormen zij een zeer belangrijk punt van het toilet. Niet alleen geeft een goede handschoen de ‘finishing touch’ aan een elegant toilet, doch ook een goede bescherming buiten. Wollen handschoenen maken de hand ruw en rood. Zwarte handschoenen zijn ge- | |
| |
woonlijk minder elastisch dan lichte of gekleurde, en goedkoope zijn tot elken prijs duur. Een glacé-handschoen behoudt zijn frischheid langer en is duurzamer dan suède. De beste en voordeeligste glacé is zacht en meegevend. Tegenwoordig vinden zelfs kieskeurige vrouwen de gemslederen handschoen een heerlijke plaatsvervanger van den glacéhandschoen, daar hij gewasschen kan worden en zich zeer goed houdt, mits men ze in de beste qualiteit koopt en f 3.75 of f 4.50 er voor besteedt. Een handschoen, zoo klein, dat hij de hand geheel in elkaar drukt, en de beweging der vingers geheel uitsluit, geeft weinig nut. Kort-vingerige handschoenen zijn leelijk en scheuren spoedig tusschen de vingers, zoo niet aan de toppen. De wijze, waarop een handschoen de eerste keer wordt aangetrokken, en zich naar de hand gevormd heeft, heeft veel uit te staan met zijn schoonheid en duurzaamheid.
Wanneer men handschoenen wegbergt, moet men ze altijd in wit vloeipapier pakken, nadat alle vingers uitgerekt, er in geblazen, het binnenste goed gelucht en de duim op zijn plaats is gebracht. Het is een verderfelijke gewoonte, de handschoenen in elkaar te rollen, onmiddellijk na het gebruik, en het nieuwe zal er op die manier direct af zijn.
| |
Schoenen.
Een schoenen-autoriteit beweert, dat een vrouw met groote, leelijk-gevormde voeten slechts een rijgschoen moet dragen en nooit een lage, van welken aard ook. Knoopschoenen zijn niet aan te bevelen, daar een mooie voet er zeer onder lijdt. Het doet er niet toe, hoe vast de knoopen zijn gehecht, zij ‘geven mee’ met de bewegingen van den voet, en, zullen als ze geregeld gedragen worden, een mooigevormden enkel geheel en al bederven; zij bevorderen de uitzetting van den voet en menigen zwakken enkel. Geregen laarzen, daarentegen leiden er zeer toe, fouten, die een voet moge hebben te verbeteren. Pers nooit de teenen in een gepunte schoen, maar laat ze ruimte om zich vrij en gescheiden te bewegen.
Schoenen moeten onmiddellijk na het gebruik met papier of watten volgestopt worden, tenzij men schoenen-leesten heeft, om hen hun oorspronkelijke vorm te doen bewaren, en hetzelfde paar nooit twee dagen achtereen gedragen wordt. De gewoonte van kleeren en laarzen te verwisselen, waanneer men thuis komt, is echte spaarzaamheid. Trouwens, straatschoenen moeten nooit in huis gedragen worden; het schaaft ze, om nog niet te spreken van de pijnlijke voeten die hiervan dikwijls het gevolg zijn. Onnoodig te zeggen, dat schoenen altijd moeten schoongemaakt worden voordat men ze weg zet.
Een goed-geschoeide voet is een bijzonder belangrijk punt van het toilet, nu de zeer korte rok zulk een groote rol in onze mode speelt, en het schijnt dat hij bestemd is, dit te blijven.
| |
Onderkleeding.
Van evenveel gewicht als de zorg bij het kleeden is de zorg voor de linnenkast. Wij weten alleen hoeveel langer elk kleedingstuk duurt wanneer het met zorg behandeld wordt. Elk kleedingstuk vereischt voortdurende inspectie om het altijd netjes en voor het gebruik gereed te hebben.
Warme onderkleeding is een zeer belangrijk punt voor een goede gezondheid en dientengevolge goed uiterlijk. Vele vrouwen zijn heden ten dage bevreesd iets te dragen dat ze dikker doet schijnen, maar ook dit bezwaar is uit den weg geruimd, door het feit, dat tegenwoordig wollen onderkleeren gemaakt worden die licht en poreus zijn en zoo nauw sluiten, dat ze in geen enkel opzicht den omvang vergrooten.
In een klimaat, zoo veranderlijk als het onze, moet katoenen onderkleeding nooit de plaats van wollen innemen. 's Zomers, wanneer flanel niet gedragen kan worden, moet de een of andere dunne wollen stof op de huid gedragen worden. Wanneer linnen wordt gebruikt, moet het dikwijls verwisseld worden. Het is beter geld te betalen voor uw wasch dan aan den dokter. Alle kleeding moet gemakkelijk zitten en vooral niet te nauw. De mode behoeft niet genegeerd te worden, doch altijd wijken voor gemak en schoonheid.
| |
De zorg voor de kleeren.
Hang nooit de kleeren ongeborsteld weg en zit nooit binnenshuis met een wandelrok of straatschoenen; dit zijn gouden regels, die men zich altijd moet herinneren. In het algemeen gesproken, is het beter de kleeren op te vouwen dan ze op te hangen, maar het correcte opvouwen van een garderobe is een studie op zich zelf. Men neme het lijf van een japon bij de kap van de mouwen, late den kraag neervallen en vouwe den rug in. Dit brengt de twee voorpanden over elkaar, zoodat zij zonder vouwen komen te liggen. Wanneer het noodig is nog eens te vouwen, kunnen de mouwen omgeslagen worden, maar het is nooit moeilijk doozen te
| |
| |
vinden voor blouses, die eens in de lengte zijn opgevouwen. Verscheidene lijven kunnen, op die manier opgevouwen, in dezelfde doos liggen.
(Wordt vervolgd.)
|
|