En, ‘broeder Lohman,’ aldus gedwongen om uit den hoek te komen, verklaarde hierop in de Nederlander hoe hij gezwegen had uit, ik weet niet meer welke spitsvondige reden, die hij zocht in de wijze van strijdvoeren van dr. Kuyper.
In wederantwoord hierop schrijft nu de Standaard (volgens de Haagsche courant):
‘Wat dr. Kuyper te Utrecht, naar aanleiding van mr. Lohman's zwijgen, zei, was een zielskreet.
Het apostolisch gebod luidt nu eenmaal: “Dat de broederlijke liefde blijve!” Blijve, wààrin ge ook overigens verschilt.
Dat op die zielskreet ditmaal geen weerklank uit gelijken toonaard mocht beluisterd worden, mogen we niet anders dan betreuren.
De jaren liggen achter ons, en vormen van de 40 jaren van ons bestaan zelfs het grootste deel, dat de heer Lohman met dr. Kuyper, soms nog meer dan hij, omdat hij meer vooraan stond, den smaad van het liberalisme droeg.
Thans werd de heer Lohman tot zelfs in de “Kölnische Zeitung” der Liberalisten held, om de wijze waarop hij ook ditmaal zijn vroegeren bondgenoot bejegende.
Toch nadert de ure van een scheiden voor altoos, en, met het oog daarop, blijft 't ook onze bede, dat de broederlijke liefde het, eer 't te laat is, van alle Rechthaberei winnen moge.’
Zoo is het. In hoeverre hier huichelarij en aanstellerij hebben geïnspireerd dit Standaard-artikel, dan wel oprechtheid, dat verantwoorde de schrijver ervan voor zichzelf. 't Feit echter als zoodanig is waar. Wat hij zegt, is, uit een bijbelsch oogpunt, wààr.
En ik stel er daarom prijs op hier het openlijk uit te spreken, hoe het het niet-naleven van dit gebod der ‘broederlijke liefde’ boven en vòòr alles is geweest, waardoor mij, een lid van het Lohman-geslacht, van lieverlede, al sinds vele jaren, de oogen zijn opengegaan voor het sóórt van onècht-christendom door hen beleden.
Aaneengereid waar het gold, met den bijbel in de hand, en met het ‘Woord Gods’ in den mond, de liberalen te verslaan, en hunne zetels in te nemen, als kamerlid, als minister, zeker dat is het soort Christendom, waarin de Christenen, van wien ik spreek, vèr waren, zèèr ver.
Maar... onderling... als het gold elkaar iets te vergeven als broeders - als het gold onderling vrede te sluiten, om 'n geleden onrecht uit de wereld te helpen, - als het gold een hebzucht-questie te vereffenen door toegeven - dan... Dan heb ik gezien, in de Lohman-kringen en in de Lohman-familie, waartoe ik behoor, dat Rechthaberei 't steeds won, in alle opzichten, van broederlijke liefde, en dat de leer van Jezus Christus, die leer van ‘Gods Zoon’, waarop heel Zijn verlossings-werk is gebouwd, de leer van: ‘Zegent hen die U vervloeken,’ ‘Hebt lief degenen die U haten,’ ‘Als Uw broeder den rok neemt, biedt hem ook den mantel aan’, voortdurend met voeten werd getreden, uit eerzucht-eigenbelang- en naijver-redenen.
En daarom, al ben ik voorwaar geen Kuyper-bewonderaarster, al stuit mij 't Kuyper-Christendom even hard tegen de borst als 't Lohman-Christendom, ditmaal moet het mij van het hart, dat de Standaard hier met woorden het juiste heeft gezegd, datgene waarop het aankomt volgens den bijbel, en dat het daarom te wenschen ware voor zijn Christendom indien Jhr. Mr. de Savornin Lohman zijnerzijds met de daad die woorden ter behartiging nam.
‘Dat de broederlijke liefde het, eer het te laat is, van alle Rechthaberei winnen moge’ het is een behartenswaardig woord, dat óók niet-Christenen wel eens wat meer in gedachten mochten houden. Ik althans verwonder er mij dagelijks over, hoe het zoovelen uit mijne naaste omgeving mogelijk is en blijft in onderlinge vijandschap en haat daarheen te blijven leven, - vijandschap en haat om kleinzielige aardsche dingen - waar immers inderdaad ‘de ure van scheiden voor altoos zoo spoedig nadert.’
Hoe het echter mogelijk is dat menschen, die zich belijders en volgers van ‘het Woord Gods’ noemen, staande aan den rand van het graf daarenboven, aldus blijven volhouden aan hun Rechthaberei, zonder zichzelf huichelaars te weten, ziedaar een vraag in het antwoord waarop ik mij niet wensch te verdiepen verder. Want, dat antwoord zou te weerzinwekkend zijn.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.