ontstaan der aarde en andere planeten te geven, gaan wij (geesten) uit van kracht’.
Dat schrijvers en geesten van éénen bloede, althans zeer na aan elkander verwant zijn, blijkt uit de wederzijdsche gelijkheid van temperament en uit hunne gelijke kortaangebondenheid. Met kwalijk verholen woede vragen de schrijvers den recensent van De Nieuwe Courant, ‘wat er in dat geval met de ziel van z'n grootmoeder zou gebeuren’ (n.l. wanneer zij door een luchtperspomp tot vloeistof werd samengeperst). Op blz. 107 II snauwen zij den Roomschen priesters toe ‘Systematisch demoralizeert ge de massa's’. Verder: ‘Scheldt nog een beetje, Heeren theologen’... verder: ‘Aan U heeren theologen, spiritisten en theosophen de taak nu eens eindelijk het vaste domicilie van Uwen lieven Heer op te geven’. Spiritisten en theosophen wordt den mantel uitgeveegd. Theosophie beschouwen zij als ‘barokreligie’, als ‘verkapt Jesuïtisme’, Spiritisme noemen zij ‘een ezelsbrug naar het geloof’.
De geesten hunnerzijds zijn al even weinig zachtaardig, even weinig lankmoedig. Op blz 66 II vragen zij den theosophen ‘vriendelijk’ welke occulte wetenschap zij nu moeten beoefenen om planeetverhuizers te worden en waar toch dat devachan te vinden is.
5e. Séance. Uitslag is uitslag, leg nu niet langer te donderen om meer uitslag.
29e. Séance. ‘Gij slaapt; het geheele lichaam is in rust; maar er schijnt boven het domme menschenverstand een kracht in het lichaam gevaren te zijn.
27e. Séance. Ezels, wij zijn gasvormig.
50e. Séance ‘Het Roomsche geloof is rood lak; het protestantsche geloof is blauw lak; maar het is beide lak.
39e. Séance. ‘Indien de functie van priester, die ik in mijn leven uitoefende, U niet aanstaat, zoo hebt ge zelf te kiezen mij een plaats aan Uw tafel te weigeren. Adieu, tot Zaterdag.
Doch het wetenschappelijk werk van de schrijvers komt hier eerst recht tot zijn recht. Wij hebben gezien dat het even zooveel waarde heeft als een wetenschappelijk bewijs dat 3 cirkels naast elkaar een vierkant, of dat 3 dobbelsteenen op elkaar een bal zouden vormen. Nochtans al hunne bevindingen en conclusies worden door de geesten onderschreven of bevestigd. Zij zijn het die aan eigen lijf gevoelen dat hun structuur gasvormig is, dat zij krimpen en uitzetten bij koude en warmte, dat zij in hoogere lagen zouden uiteenspatten; zij zien de geboorte van een geest, zij zien een krachtmensch sterven, en nemen dan de geur van koolwaterstof waar; zij vertellen dat zij zweven; uitdrukkelijk verklaren zij dat hun wezen stoffelijk is en.... celvormig! De schrijvers beschouwen de electriciteit zoowat als de alleenheerschende kracht in de andere wereld en in het organisme van den krachtmensch: hunne geheele dynamistographie van die ziel is op die stelling gebouwd; De geesten nemen die kracht waar, merken bovendien een Y kracht op die met die kracht het bewustzijn vormt; zij vertellen te leven in een electrischen dampkring. Kortom die geesten zien, ondervinden, bevestigen het onmogelijke dat 3 cirkels naast elkaar een vierkant en 3 dobbelsteenen op elkaar een bal vormen.
Lezer is er krachtiger bewijs denkbaar dat Spiritisme niets te maken heeft met die wereld over het graf, dat het nooit een tipje heeft opgelicht van den voorhang, waarachter die wereld begint; dat het Spiritisme met zijne beide beenen op dit ondermaansche staat en geen vleugelslag van den kleinsten vogel daarboven ooit zich vermocht te verheffen?
De onwetenschappelijkheid van der schrijvers wetenschap, zie, daarin ligt juist de groote waarde van het hierbedoelde werk. Deze - laten we zeggen de gelukkigste fout, met andere die door het werk wemelen, geven daaraan den stempel van waarachtigheid en.... geven veel te denken. Want met nadruk rijst de vraag, welke is toch de geheimzinnige draad, die der schrijvers wezens - zij fungeerden zelf als mediums - met de verschijnselen, die zij ondanks hen zelven te weer brachten, verbond; de draad die uitging van der schrijvers intellect naar de, ondanks henzelven verkregen intelligente mededeelingen en boodschappen. Tot die verschijnselen, behoort niet alleen de uitslag van den gekleurden druppel in den manometer (?) van den kartonnen cylinder, maar ook de merkwaardige uitkomsten verkregen bij de proeven aangaande het gehoor, het gezicht, het vermogen om gedachten te lezen van den krachtmensch. Geconstateerd werd dat deze in staat is te lezen in het pikdonker, te zien door hout heen, zich te dringen door hout en steen heen. Een medium schrijft op hetgeen een ander in een andere kamer op papier heeft gesteld; nog sterker, de eene schrijft wat de ander gedacht heeft. Welke is toch de donkere zijde van, welke is toch dat raadselvolle in des menschennatuur die wij hier aanschouwen? De grootste verdienste der schrijvers is - niet dat zij dit verklaard hebben, want hunne verklaring, de gewone spiritistische, is geen cent waard; maar dat zij op die onbegrijpelijke dingen den vinger gezet hebben. De eer kan hen niet onthouden worden, dat zij daaromtrent methodisch onderzoekingen verricht hebben en al betreuren wij, dat de genomen proeven niet concludent zijn, wij nemen gaarne de verontschuldiging aan, dat zij door beperkte middelen geen afgerond werk konden leveren, maar werk, dat dient voortgezet te worden.
De menschelijke natuur - wij laten anatomie en biologie er buiten - is bij lange na niet een afgeëxploreerd terrein; er is daar nog genoeg terra incognita over. Daar is bijv. de verplaatsing van zintuigen onder hypnose; daar is het helderzien; daar is het verrichten van dingen door slaapwandelaars, in wakenden toestand boven hun bereik. Wat is de kern van het mediumschap, waaraan is dit te herkennen; in welk verband staat het met het organisme of met het temperament, is het een ziekelijk verschijnsel? Wat is in den grond der zaak hypnose, suggestie enz. enz.? Zoodra'men deze zijde van de menschelijke natuur aanschouwt, werpen zich allerlei vragen op, die men niet oplost door er maar geesten bij te halen, dat is te goedkoop, te flauw; maar die diep nadenken eischen tot hunne be-