geen ziekenbezoek, welke alle naar de ervaring mij geleerd heeft onwaar zijn. Neem eens de moeite Alpha, op een Zondag ter kerk te gaan in de Vrije Gemeente te Amsterdam (welke U niet zult kunnen beweren van niet te zijn ultra-modern) en ge zult zien dat op al de stoelen en banken nog menschen zitten. Het feit dat U ter oore komt, kwam mij wel wat apocrief voor; ik zou, ware het mij gedaan, bij dat verhaal zeker indachtig zijn geworden aan het spreekwoord: Van hooren zeggen, liegt men het meest!
En als U een spreker iets hoort verkondigen onverschillig op welk terrein, denkt U dan direct: ‘Zou hij het zelf wel gelooven?’
Neen nietwaar, ge veronderstelt toch niet dat ieder die wat te zeggen heeft, U iets wijs maakt? Waarom dan wel zoo gedacht van den predikant? Omdat hij misschien naar Uw zin met te weinig gloed van overtuiging heeft gesproken? Maar ge weet immers dat er ook onder predikanten zijn die de gave van het woord niet onverdeeld bezitten. Het preeken is wel degelijk, behalve de overtuiging welke spreekt uit het gesprokene, een kwestie van smaak. Gij kunt er U van verzekerd houden dat zeer dikwijls juist dit de hoofdgrief is, die de menschen doen besluiten niet ter kerk te gaan bij zulke dominees, omdat hunne preeken óf literarisch van eene waarde gelijk nul zijn óf religieus te weinig doorgedacht.
Modern en atheïstisch zijn twee begrippen die ge totaal door elkander haalt. Een modern godsdienstig mensch spot niet met godsdienst; dat is slechts het werk van den atheist.
In godsdienstige streken komen vechtpartijen en dronkenschap minder voor zegt ge, bewijst U de ervaring. En wat dunkt U van het Zuiden, het Katholieke (godsdienstige) deel van ons land? Onze dagbladen vermelden U onder de nieuwtjes-rubriek ettelijke vechtpartijen en bacchanaliën uit dat deel, ja ik meen zelfs dat daar de meeste moorden geschieden.
Echter hoop ik niet dat ge den indruk krijgt alsof ik het absoluut oneens ben met wat ge zegt. Dat zij verre!
Godsdienst is beslist noodig voor de menschen zegt ge. Ik zou het liever aldus uitdrukken: Godsdienst is voor het geheel der menschheid een zegen, waarmee ik volstrekt niet ontken dat er godsdienstlooze menschen kunnen zijn, die zedelijk hoog staan en in tegenspraak met Jezaia's: ‘De goddeloozen hebben geen vrede’, zou ik zeggen: De goddeloozen kunnen wel degelijk vrede hebben!
Maar het is goed dat wij eens per week ons trachten bewust te worden van Gods liefde voor alle menschen; dat wij luisteren naar de woorden van den predikant, woorden komend uit een religieus gemoed en gesproken tot godsdienstige menschen. Zeker daarvoor zijn er voorgangers noodig ter vertolking van de gevoelens van een godsdienstig gemoed en opdat gesterkt worden in hun geloof, zij, die de raadselen des levens zouden te machtig worden.
Uw slotwensch wil ik in deze woorden tot de mijne maken: Dat het godsdienstig bewustzijn meer en meer moge worden opgewekt bij alle menschen zoodat zij één stap nader komen tot het schoone doel: Alle menschen belijdende één Godsdienst, den godsdienst, ons gepredikt in het Evangelie van Jezus den Nazarener.
HOMO.