zóóver heeft dus Non gelijk - eerst heel onlangs goed-geslaagd, namelijk Denneweg 70 bij den heer de Jong. Mien-zelve is, - ik had zijn adres gekregen door kennissen - bij hem gaan onderzoeken of alles keurig en first-rate was. Nu, Mien is, vooral als 't een nieuweling geldt, niet héél gauw tevreden. Maar ze kwam thuis, en zei: “Gerust hoor; u kunt, wat de zindelijkheid betreft, 't dààr probeeren, en òòk heeft die meneer de Jong van die èchte lamsbouten, zooals je ze in 't buitenland ziet” - (jullie weet, Mien heeft namelijk nog al véél met me gereisd).
Nu, toen heb ik 't dan geprobeerd. En, ik moet zeggen, ik heb in geen jaren zulke goede lams-côteletten en zulk uitstekend lamsvleesch gehad als van dien slager. En ik beloof je, omdat je ziek bent, mag je morgen aan de koffie 'n paar lekkere lamscôteletten hebben, hoor.’
Lotty dankte me al vast vooruit, en deed den volgenden dag de côteletten, die Mien met extra zorg had toebereid, veel eer aan.
Alweer 'n adres méér, dat Dora zich dadelijk in haar boekje noteerde. Evenals dat van den poelier Van Vollenhoven, wiens groote zaak uit de Vlamingstraat 9 zij zich heel goed herinnert, maar wiens nieuwe winkel in de Zeestraat 28a voor haar natuurlijk geheel iets bijzonders is. Van Vollenhoven is zoo'n ècht-bekende poelier, dat het geen wonder is, dat hij werd genoodzaakt twee zaken te beginnen, een, de oude, in de Vlamingstraat, en een in de Zeestraat; die beiden uitmunten door de uitstekende qualiteit van alles. Enfin, bij de vermaardheid - mag men wel zeggen - van den heer Van Vollenhoven is die toevoeging eigenlijk overbodig.
En, daar ik nu vandaag toch zoo'n dagboek houd enkel over lekkernijen, moet ik ook nog even noteeren, dat Dora zoo verrukt was onlangs over m'n aardige fin-de-siècle broodjes, toen we laatst Wies en haar moeder, en oom Kees, met z'n onafscheidelijken boezemvriend, meneer van Deedem, te dineeren hadden. Ze vond die leuke tafelbroodjes, met een lintje erom, dat je bestelt in de kleur van je bloemen-arrangement, zóó gedistingueerd, dat ze dadelijk informeerde vanwaar ze kwamen.
‘Van Lensvelt - Nicola’, zei ik. ‘Zoodra Lotty beter is gaan we natuurlijk naar die z'n nieuwe tea-room; dat is tegenwoordig 'n merkwaardigheid van den Haag, 'n ècht buitenlandsche gelegenheid.’
‘Dol’, riep Wies. Er is tegenwoordig muziek óók. Wist U dat al tante? En, zoo vol als 't er is! Als U niet vroeg gaat, dan krijgt U, ondanks de enorme vergrooting in de verbouwing, net evenmin plaats als vroeger. 't Stroomt er vol.’
‘Mijn diner-broodjes’ - zei m'n schoonzuster, de moeder van Wies, ‘zijn van Paul Kaiser, de groote broodbakkerij in Amsterdam, Vijzelstraat 5-13 en in Den Haag Prinsestraat, jullie weten wel. Die zijn óók leuk. Ik vraag je eens extra ten eten, om ze te proeven.’
Nu, dat nam ik gráág aan. Paul Kaiser is zoo'n magnifique bakkerij, en waar je die ‘hoorntjes’, die in 't buitenland, in Frankrijk vóóral, zoo zalig zijn, zoo uitstekend krijgt, eigenlijk nergens zóó goed als dáár.’
Tante JEANNETTE.
pour copie conform:
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.