Overzicht van de week.
I. Schandelijk.
‘HET KERSTFEEST DER ARMEN.’
‘Groote drommen van armen waren gisteren weer naar Paleis voor Volksvlijt getrokken, om daar door het Leger des Heils op een stevigen en smakelijken maaltijd te worden onthaald... In de zaal was het dus volop feest. En daar, als elk jaar, keken de vele gegoeden, die tegen een kwartje entrée waren binnengelaten, zich de oogen uit. Zij keken hoe de arme eet, en hoe smakelijk hij eten kan.’
(N.R. Ct. Ochtendblad 27 Dec.)
Het maal der hongerigen een kijkspel voor de verzadigden. Zeker zal hier rauwer werkelijkheid te zien zijn geweest, dan de schouwburg meestal geeft. Voor den lagen entréeprijs van een kwartje kan de bezoeker verfijnde emoties hebben gehad. En de hongerige, die het aannemen van onze huidige liefdadigheid nog als schande gevoelt, kan nu de voldoening smaken dat hij het ‘liefde’ maal voor een deel zelf bekostigt. Al is het in het publiek verslinden van een maal door een uitgehongerd mensch wel eenigzins een ongure verkoop van arbeidskracht.
De liefde bedekt alle dingen; zij is voorzichtig het schaamtegevoel van den naaste, al is het maar een arme stakker, niet te kwetsen.
Wij zien hieruit, hoe de afhankelijkheid van het kapitalisme den geest van het Leger des Heils al meer demoraliseert.
Wij socialisten bereiden den armen geen openbaar z.g. ‘liefdadig’ maal, maar wij strijden voor een maatschappij, waarin een ieder zijn maal, door arbeid gewonnen, zal hebben.
J. Gr.
Het bovenstaande couranten-uitknipsel, - uit welke courant weet ik niet - is mij toegezonden door een Lelie-abonné; ik vermoed om zijn afschuw ervan uit te drukken, daar ik zijne denkbeelden ken.
Ik deel die denkbeelden in dezen volkomen, want een dergelijk, tegen entree-prijs, de armen en hun nood ten toon stellen, is m.i. beneden alle critiek, en ik begrijp niet hoe menschen die zich, zooals het Leger des Heils, christenen noemen zulk een onwaardig verkoopen van den aanblik der ellende aan laagstaande ruwe zielen, die er genot in vinden zich met zoo'n vreeselijken aanblik te amuseeren, kunnen overeenbrengen met de liefdeleer van Jezus Christus: ‘Zoo wat gij aan den minsten mijner broederen deedt, dat hebt gij aan Mij gedaan.’
Zou het Leger des Heils Bestuur - dat nog wel Jezus Christus vereert als de ‘Heiland der Wereld'’ als ‘Gods eigen eenig-geboren Zoon.’ - Hem voor een kwartje te kijk willen stellen als Hij honger had?
- - Hoe brengt het dan deze bovenstaande woorden van Hem overeen met dusdanige handelwijze?
Mijne moeder placht aan haar deur nimmer een arme of een bedelaar af te wijzen, zonder hem althans een met vleesch en boter goed voorziene boterham te geven. Haar werd toen van ter zijde meegedeeld, dat dit wel eens aanleiding gaf tot misbruik maken van hare goedheid, omdat er bedelaars waren, die deze smakelijke boterhammen verkochten voor geld, in een daarvoor zich beschikbaar stellend winkeltje; en de raad werd erbij gevoegd: ‘Laten ze het voortaan in Uw tegenwoordigheid opeten; als ze honger hebben, dan doen ze dat wel.’
Waarop mijn moeder met weerzin antwoordde:
‘Zulk een vernedering den hongerige aandoen stuit mij tegen de borst. Veel liever wil ik nu en dan door een niet-hongerige worden beetgenomen, dan den wezenlijk-hongerigen hun genoegen bederven, door als een waakhond erbij te blijven terwijl zij eten. Zij-ook hebben hun gevoel, zoo goed als ìk, en het moet hun hoogst-pijnlijk zijn immers, wanneer een ander hun honger gadeslaat, en hen in hunne vrijheid belemmert.’
- Aan dien stelregel heeft zij zich steeds