De Hollandsche Lelie. Jaargang 25
(1911-1912)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdKunsten en Wetenschappen.De Drukkunst in de Nederlanden van 1500-1540.In tegenstelling van den naam van den samensteller, Wouter Nijhoff, firmant van de bekende Haagsche boekhandelaarsfirma, - of is zij tegenwoordig naar de mode dezer dagen, eene Naamlooze Vennootschap? - klinkt het ons wel wat echt Duitsch in de ooren, als in het prospectus wordt gezegd: ‘Das 500-jährige Gutenbergjubiläum im Jahre 1900 bot willkommenen Anlasz die Anfänge der Technik der beweglichen Lettern genauer und systematischer zu erforschen und einem gröszeren Teil des Publikums Interesse an den ersten Erzeugnissen der schnell sich ausbreitenden ErfindungGa naar voetnoot1) des groszen Mainzers zu erwecken.’ Ergo de samensteller, de Nederlander, Wouter Nijhoff is òf een afvallige, òf hij laat toe, dat de uitgever Hiersemann te Leipzig hem een kaakslag geeft, en Lourens Coster doet afdalen tot navolger, of would-be uitvinder. Staat het nu zoover voor ons land met de ‘Coster-legende’? Is er geen houden meer aan? Laten we dan ook maar zijn standbeeld uit den Hout halen, en hergieten in kanonnetjes voor misschien komende Artillerie-padvinders. Doch afgescheiden van dit alles verdient het boek gekend te worden. Voor Nederland begon Holtrop. Wouter Nijhoff volgt hem voor de jaren 1500-1540. We noemen de volgende namen voor ons land, Doen Pieterszoon, Amsterdam; Albert Paffraet, Jacobus de Breda, en Theodoricus Boine, Deventer; Jan Seversz, Leiden; Jan Berntsz, Utrecht. De Zuidelijke Nederlanden geven een grooter contingent, vooral Antwerpen. De lettertypen, de boekdrukkersmerken en vele der in hunne uitgegeven werken voorkomende illustraties geven dit werk zeer zeker groote aantrekkelijkheid. A.J. SERVAAS VAN ROOYEN. Oud-Gemeente-archivaris. Den Haag. |
|