Ter bespreking toegezonden.
I. Boeken.
Aan D' Overkant, door Max van Ravestein. (Uitgever L.J. Veen, Amsterdam.) Mijn lezers zullen zich misschien nog wel herinneren, hoe ik den voorganger van dezen roman: Bij ons, met veel lof aankondigde. Evenals die voorganger behandelt óók Aan d' Overkant een Roomsch-Protestantsch familieleven. 't Is trouwens een vervolg op: Bij ons, en handelt over dezelfde menschen gedeeltelijk. Het kenmerkt zich óók door denzelfden levendigen boeienden verhaaltrant, en dezelfde sympathieke karakterteekening, waardoor de personen, in hun strijd en hun godsdienstmoeilijkheden, met ons meeleven en onze belangstelling wekken, beide de protestanten en de Roomschen.
Een revolver-schot, door Virginie Loveling. (Uitgever H. Honig, Utrecht). Virginie Loveling, de bekende sympathieke Vlaamsche auteur, aan wier pen wij zoo menige goedgeschreven vertelling danken, verhaalt hier, in het zoet-vloeiend Vlaamsch, waarin te schrijven zij meesteresse is, een spannende geschiedenis, die al de deugden heeft van haar vroegere scheppingen. Als ik mij niet vergis is Stijn Streuvels een bloedverwant van Virginie Loveling. Hoe dit zij, in elk geval heeft zij met hem gemeen die eigenaardige bekoring van stijl en vertellingswijze, die zijn boeken zoo iets teer-eenvoudigs geven.
Onafhankelijk, door Elise Soer. (Uitgever A.W. Sythoff, Leiden). De schrijfster van ‘Catharina’, den historischen roman, dien ik verleden jaar hier uitvoerig aankondigde, en met warmte aanbeval, heeft ons thans een novelle aangeboden uit het moderne leven, eene die zeker in den smaak zal vallen van hen die houden van vriendelijk-aandoende, boeiend-geschreven uitspannings-lectuur. De schrijfster schildert met zeer goede penseelstreken hare personen, zooals b.v. in het begin de hospita van Alice van Weeren, die je héél levendig vóór je ziet.
Het boek van het huwelijk, (van Heinrich Lhotzki), uitgave van W.J. Thieme te Zutfen. - Wanneer men tegenwoordig hoort, na een toevallige afwezigheid, dat deze of die zijn getrouwd samen, kan men er gerust de vraag op laten volgen: En wanneer zijn ze weer gescheiden? Want, echtscheiden is tegenwoordig, althans hier in den Haag, troef. En uit dat oogpunt lijkt mij een boek als Het boek van het huwelijk wèl der moeite waard om het eens héél héél ernstig te lezen, vooral als men reeds is geengageerd, maar ook vóór dien tijd, en ook, misschien dan nog 't allermeest, daarna.
B.v., - ik doe een enkelen greep uit de vele zeer behartenswaardige opmerkingen, die de verschillende hoofdstukken geven:
Verreweg de meeste mannen hebben hun beroepsbezigheden buiten's huis. Wanneer zij dan, moe en uitgeput, naar huis komen, moeten zij daar met de armen der liefde worden ontvangen, en moet hun huis, alleen reeds door zijn bestaan, hun nieuwe levenskrachten schenken. Is het echter thuis ongezellig, dan wordt het leven bedorven, en beide echtelieden hebben daaronder te leiden. Arme kinderen, die op zulk een bodem moeten opgroeien. - - Hij, die in zijn huis kleinigheden veronachtzaamt, kan menschenlevens bederven. Onze kostbaarste bezittingen zijn niet goud en roem, maar een gezellig thuis aan zijn eigen haard.
Is dit geen gezonde, en maar al te veel, juist heden ten dage, vergeten levenswaarheid? Triviaal zal misschien de een of ander zeggen. Goed, maar 't dagelijksch leven van man en vrouw bestaat nu eenmaal niet enkel uit minnekozen noch uit enkel intellectueel samen-elkaar-verstaan. - Intusschen, niet alleen op dit gebied maar ook ten opzichte van vele andere questies van huwelijksleven bevat dit boek nuttige beschouwingen, ter overdenking aanbevolen.
Onze Vorstinnen uit het huis van Oranje-Nassau in het stadhouderlijk tijdperk door Johanna W.A. Naber (uitgever Tjeenk Willink en Zn., Haarlem) 2de vermeerderde druk. Over dit aanbevelenswaardige boek, door mejuffrouw Naber geschreven op historisch gebied, heb ik reeds vroeger uitvoerig in dit blad gewezen, en ik wil bij dezen herdruk nog eens gaarne herhalen, dat ik deze vrouwenlevens niet zoozeer daarom interessant acht voor hedendaagsche lezers, omdat zij ‘vorstelijke personen’ gelden, als wel omdat zij ons uitbeelden een verleden van plichtsbetrachting, innerlijke beschaving, grondige ontwikkeling, en, boven alles, moeder- en echtgenoote-besef, waaraan de hedendaagsche dames een voorbeeld kunnen nemen, omdat