De Hollandsche Lelie. Jaargang 25
(1911-1912)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdUit den ouden tijd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 331]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
diend, en toen nog eenmaal een man zich opdeed in den vorm van den Hertog de Chartres, behield Cunegondis de eer aan zich, wat maar goed was, want als Philippe Egalité is hij niet beroemd geworden. Het ‘pruimenmondje’ zat te hoog, te dicht bij haar groote eigenaardige gevormde neus, waardoor hare krieloogjes nog kleiner werden. De kin stak vooruit, zooiets van een ‘aangezet’ kinnetje, en het hoofdhaar had de kleur van ‘in laaie’. Er bleef dus niet veel meer over voor Cunegondis, dan een ‘postje’, en dat werd voor haar gekocht. Cunegondis leefde wel de wereld mede. Zelfs was zij niet heel boos op haar broeder Xaverius, die als regent van Saksen bekend is geworden, en nog meer door zijne intieme betrekkingen met een hofdame, Maria Spinucci. Uit de briefwisseling met hem blijkt ook wel eens hare guitigheid of stekeligheid. Zoo schrijft zij hem eens ‘en vous embrassant de tout mon coeur je vous prie d' aimer toujours celle, qui Sera in saecula saeculorum votre fidèle soeur Cucu.’ Haar dikke kamerjuffrouw Maria Magdalena von Khray noemde zij ‘die Kraysche’ of ‘die dicke Sau’. Op zekeren keer liet zij haar aldus een briefje onderteekenen aan haar vorstelijken broeder, maar ‘die Kraysche’, - ook niet dom, - vond nog gelegenheid er met een hanepootje onder te schrijven ‘ordonné par la prinzesse conniconte’. Cunegondis offerde ook aan de mode. Vóór dat zeker hoffeest aanving schreef zij aan haar broeder in deze bewoordingen ‘quoique je me trouve im Block gespannt à cause de la gala d' aujourdhui’. Nu dat ‘im Block gespannt’ kunnen we ons zoo voorstellen, als we maar denken aan de nauwe lange corsetten en de zware brokaat-kleederen. Het ‘grand habit’ woog ongeveer zestig pond. Één kleed hield bijna zooveel zilver in, dat daaruit een dozijn eetlepels en een dozijn theelepels konden gegoten worden. Denkt daarbij aan 't gewicht van edelsteenen, gouden armbanden en andere versierselen, terwijl de coiffure torenhoog boven het hoofd uitstak, en de voeten in nauwe, hooge pantoffel-schoentjes staken. Cunegondis nam sedert 1769 de honneurs waar bij haar broeder Clemens Wenzeslaus, den Bisschop-Keurvorst van Augsburg en Trier, die zijne residentie hield in Coblenz. Hoewel als Vorsten vrij eenvoudig levende, maakte ‘zus’ toch alles mede. Zij bezochten concerten, het theater en op Dresdenerwijze waren ook Hofbals aan de orde. Cunegondis zat goed te paard, doch evenals Maria Theresia en Catharma van Rusland, op een Heeren zadel. Zij speelde klavier, schilderde en beschermde de kunsten. Van de letteren hield zij niet veel, maar toch onderhield zij betrekkingen met schrijvers. De zooeven genoemde Maria Theresia kon het niet verzetten, dat haar zoon Joseph geweigerd had Cunegondis te huwen, en nu wilde zij haar schadeloos stellen, door haar te doen verheffen tot de waardigheid van abdisse van Essen en Thorn. ‘Naar de gewoonte dier tijden moesten de dames en anderen, die de keuze deden, door rijke geschenken gewonnen worden.’ 23 October 1775 werd zij gekozen, en wat die keuze aan rijke geschenken kostte, leert ons het volgende lijstje. Vorst Hohenlohe Schillings-fürst kreeg een rijk met brillanten bezet zakuurwerk, omdat hij zijne dochter bewogen had voor Cunegondis te stemmen. De stiftdames kregen zoowel van Essen als van Thorn kleinodiën, horloges, ketens met briljanten versierd, en andere geschenken. Twee dames kregen tabaksdoozen; de vorstin brillanten, en een paar armluchters. De geschenken voor de dames kosteden:
Ieder kanunnik had duizend goudthalers gekregen; de resideerende kanunniken kregen nog 7000 goudthalers bovendien. Gelukkig beschouwde Cunegondis de waardigheid niet als een sinecure, maar als een begin van groote plichten. |
|