De Hollandsche Lelie. Jaargang 25(1911-1912)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Mijn kindergeloof. Toen wij kind'ren waren moeder, Hebt g' ons oog omhoog gericht Tot den wijzen Albehoeder, Die elk menschenleven richt! Och, wij waren kind'ren moeder, En begrepen niets van 't leven Doch onze oogen opgeheven, Zagen in uw lief gezicht. Uit uw trouwe moederoogen Blonk een straal van Hemelsch licht, Kinderziel zoo ligt bewogen Bleef voor moeders blik niet dicht. En 'k geloofde alles moeder Van den wijden hemelboog, En van Jezus, onzen Hoeder 'k Las het in uw moederoog. Moeder! vele jaren gingen, En uw haren werden grijs, 't Leven eischte een bewijs Voor 't bestaan der hemeldingen, Zong het leven 'n and're wijs, Dan mijn jeugdherinneringen, Moeder! 'k liet wel veel verdringen, Maar 'k gaf toch de kern niet prijs! WIM KOLLE. Vorige Volgende