II. Chistelijk-Politieke knoeierij.
Dat de politiek zònder knoeierij niet kan leven is een door ieder nadenkend en onbevooroordeeld mensch erkend feit. Maar als er van politieke knoeierij sprake is, dan wil het toch nog al eens véél de ‘rechtzinnige’ coalitie zijn, die daartoe aanleiding heeft gegeven. De knoeierij van deze politieke partij en inzonderheid die harer onver-valscht-christelijke leiders immers is wel zóó groot, ligt er zóó in 't oog vallend dik op, dat zij ongetwijfeld in de toekomst spreekwoordelijk worden zal. ‘Hij knoeit als 'n anti-revolutionair,’ zal dan een spreekwoord zijn, toepasselijk op hem, die het wereldrecord heeft geslagen in het huichelen, knoeien en transigeeren met beginselen. Op het oogenblik echter is het nog ‘de Coalitie’, die zich erop beroemen mag de houdster van dit record te zijn - en zoolang zij bestaat, zal zij dit ook wel blijven. -
Nauw zijn de ‘kleine-luyden’-politiekers bekomen van hun schrik over de lintjes-onvoorzichtigheid, begaan door hun van-God-gezonden leider, of zij besluiten - zooals het christenen betaamt - hem het gevaar, waarin door zijn onvoorzichtig toedoen ‘de coalitie’ verkeerd heeft, te vergeven en hem weer ‘door dik en dun’ te volgen op den modderigen weg der christelijke knoeipolitiek - insgelijks: zooals het christenen betaamt.
Immers: het gaat tégen het ongeloof en tégen de revolutie! En dan heiligt het doel de middelen.
Zam-Buck en Pinkpillen, alles is goed in den strijd tegen deze twee afschuwelijke monsters, die de eere Gods durven aantasten; de ergerlijkste kwakzalverij, het grootste boerenbedrog, - geen middel wordt versmaad, als het maar leidt tot de overwinning.
Wel kraakt en scheurt het zoo nu en dan in ‘de coalitie’, wel dreigen Lintjes-geschiedenissen, Pauselijke encyclieken, ruzies tusschen de twee van-God-gegeven leiders enz. enz. het politieke gebouw, opgetrokken door Schaepman en Kuyper, te doen ineenstorten, maar... geen nood. De knoeierij houdt het staande.
Het allernieuwste snuifje op het gebied van politieke knoeierij, tot nog toe onbekend in den lande, heeft zij thans geleverd met die Haagschestembus-geschiedenis, welke een zeer merkwaardige mag heeten. Wie had dàt nu durven denken, nietwaar, dat zelfs met de officieele opgave van het stemmen-aantal geknoeid kon worden! Och, maar ‘de coalitie’ is vindingrijk!
Er wordt nu vergoelijkend over geredeneerd; ‘het is natuurlijk eene vergissing te-goeder-trouw’.
Natuurlijk, meneeren! Natuurlijk!
Maar het feit blijft toch merkwaardig, niet? Juist de coalitie-mannen waren te-hoog opgegeven en de vrijzinnigen te-laag! Héél interessante ‘vergissing’!
En denkt gij nu, dat zulke ‘vergissingen’ den heeren christen-partij-fanatieken tegen den borst stuit?
Dat zij den kleinen luyden eindelijk de oogen openen?
Geen kwestie van!
't Gaat ‘om de eere Gods’, zusters en broeders!
JOH. G. SCHIPPÉRUS.