moet ik mijn misdaad biechten. Ik moet mijn geheim aan iemand bekennen.
Aan wien? -
De schuldelooze is een klein kindje, nauwelijks een maand oud, een klein wurm, zonder liefde de wereld ingeschopt en willens en wetens vermoord!
Tullio Hermil, vader van twee meisjes is zijn vrouw ontrouw, en vervalt van de eene maîtresse in de andere, liefst vriendinnen van zijn vrouw. Deze weet alles en nu besluiten ze als broêr en zuster met elkaar te leven. Hoe zeer zij er onder lijdt, neemt ze toch genoegen met zijn voorstel, want zij houdt ontzettend veel van haar man. Een algeheele zelfverloochening van de zuster is dus vooropgesteld en Tullio Hermil kan precies doen, wat hij wil; hij kan buitenshuis leven en thuis toch de zuster vinden. Als hij de stad uit is, schrijft hij zijn vrouw hartelijke brieven, welke dikwijls samen gezonden worden met die aan zijn minnares. Wat een toestand!
Enfin, Guiliana vindt alles goed en overstelpt hem met liefderijke zorgen.
Maar ziet, naderhand is Tullio zijn leven daar buiten moede en vraagt aan Guiliana weder die rechten, welke een vrouw aan haar man verschuldigd is, doch hoort bij die gelegenheid, dat zijn vrouw een baby wacht.
Dit maakt hem toornig en een gevoel van haat maakt zich van hem meester tegenover zijn vrouw.
Deze zegt hem nog, dat het een oogenblik van zwakheid van haar is geweest, dat zij altijd van Tullio 't meest gehouden heeft. Maar hij is ontzettend toornig.
Is dit nu niet verbazend onrechtvaardig en onnatuurlijk? Hij laat zich aldoor beheerschen door zijn hartstocht en zinnenlust, heeft telkens een nieuwe maîtresse, en nu zijn vrouw zich één oogenblik vergeten heeft, nu kan hij het haar niet vergeven? Heeft een vrouw dan geen temperament, evengoed als de man? En wie was de schuld er van, dat zoo iets gebeurde? Was Tullio dat zelf niet?
En nu komt de quintessens van het boek.
Het kindje, dat geboren zal worden zit het geluk van de ouders in den weg.
Niemand, behalve de twee, weet, dat 't kind van een ander is; slechts Tullio en Guiliana zijn er al te goed van doordrongen. Als het kind blijft leven, staat het als rustverstoorder steeds tusschen hen in en belemmert hun terugkomend geluk - dus Tullio zal 't arme wichtje verwijderen.
Het is vreeselijk te lezen, hoè hij dat kind vermoordt, door het, terwijl iedereen uit is, uit zijn bedje te nemen, en op eens in de koude lucht voor het open raam te plaatsen. Met voorbedachten rade, kalm, beslist volvoert hij zijn daad, dat arme kindje, zoo rose en mollig; het is ontzettend akelig! Men ziet alles zoo duidelijk vóór zich; het boek is meesterlijk geschreven, maar het is onrechtvaardig en onnatuurlijk.
Wat ik niet begrijp is, dat Guiliana het in wording zijnd kindje, niet vóór de geboorte liet doodgaan, maar dan was 't boek misschien niet geschreven kunnen worden.
Immers, dan zou alles opgelost zijn en had die vreeselijke misdaad niet behoeven te gebeuren. -
Het is zulk een luguber onderwerp, dat men 't niet voor de tweede maal zou willen lezen. -
C. ARNTZENIUS.