Sprak van zelf, waar haar grootmoeder presidente was van 't eere-comité, dat ze haar kleindochter niet hadden kunnen passeeren, maar dat nam niet weg, dat al de meisjes er vinnig jaloersch van waren, te meer nu zij daardoor óók het leeuwenaandeel had gekregen van der Koningin-Moeders hoffelijkheidsbetuigingen.
En het deed hun daarom kleinzieligvrouwelijk goed, nu eens net te doen of ze niet wisten dat ze daar achter het scherm stond, en, in haar schijnbare afwezigheid, - en terwijl ze toch alles hooren zou, - vreeselijk hoog op te geven van de nog veel grootere rol dan zij, die Nannie de Grevere had gespeeld van avond, en nog spelen zou ook straks, door haar engagement. O, overigens, waren zij niet minder jaloersch van deze, met haar hoogmoedig air, dan van Ellen, maar nu moest zij, Nannie, dienen om die te treiteren - dat hoopten ze ten minste, zij die niet wisten, hoe veraf Ellens gedachten waren van dezen voor haar verschrikkelijken feestavond, waarheen haar moeder haar had gedwongen te gaan.
Belletje, overmoedig, begon het eerst - -
‘Maar de Prins! Die had enkel maar oogen voor Nannie de Grevere - - Al haar bloemen bijna heeft hij gekocht.’
- ‘Ze is ook in mooi’ - prees Marguerite valsch-lief - -
‘En zoo gedistingueerd’, vond Lout - -
‘En zoo'n grande-dame - net als haar mama,’ - voegde Josien er nog bij. ‘Ik vind dat je altijd toch dadelijk zien kunt waar ècht ras inzit, en waar niet in - - Daar heb je nu de jonge mevrouw Eduma de Witt, Nannies aanstaande schoonmoeder - - met al haar geld kan je toch best zien dat ze maar’.... - -
Neen, maar nu versprak ze zich werkelijk. De meisjes, gierend, stooten haar aan, op 't scherm wijzend - - 't Was toch Ellens eigen tante nu eenmaal.
- - Er volgde een seconde pijnlijke stilte. Toen zei Lout, die haar taille dicht liet haken door Belletje, en zocht naar 'n afleiding:
‘Mevrouw Vermeulen komt daar niet meer in nu, in deze taille-wijdte. Zij en ik hadden tot hiertoe 't zelfde nommer, zie je.’ - -
Belletje vroeg zóó onnoozel onschuldig: - ‘Hoe zoo. - Waarom?’ dat zelfs Miesje Vervoorde 't mee uitproestte. - -
‘Kom nou, waar kom jij van daan - of houdt je je maar van den domme’ - vroeg Marguerite, die alles afneusde op den jour harer moeder, en het dan weer aan de veel jongere meisjes, met wie zij van één leeftijd heette te zijn, overbriefde. - -
Maar Belletje hield vol, oprecht:
‘Wezenlijk niet. - Waarom zou mevrouw Vermeulen ineens niet meer één taille-wijdte hebben met Lout? - - 'k Begrijp 't heusch niet. Flauw - toe - zeg nou. - Wat is er dan?’....
Want nu proestten Marguerite, en Loute, en Josien, - die in gezelschap altijd deftigcorrect deed, maar, als ze onder intiemen was, zich juist verschrikkelijk kon aanstellen, - 't weer opnieuw uit.
Belletje, kwaad, dreigde dat ze 't dan wel aan haar mama zou vragen. Zij, eenig dochtertje, en bedorven door een zelve wreiniguitgaande, lichamelijk-zwakke moeder, en een vader wiens trots zij was, omdat hij in haar zijn eens zoo heel-mooie vrouw zag opleven, wist immers wel hoe ze alles wat ze wou van haar ouders kon gedaan krijgen. En Josien de Wevere, die er een beetje bang voor werd, dat mevrouw Verschure misschien een minder correcten indruk zou krijgen van hun jonge-meisjes-gesprekken onder elkaar, vond het daarom maar 't best toe te geven:
‘Mevrouw Vermeulen zal toch wel de eerste niet zijn, denk ik, en de laatste ook niet’ - zei ze wijs - ‘die zich niet houdt aan haar principes van maar één kind willen hebben. Theorie en praktijk zijn twee héél verschillende dingen, meisje.’ - -
Marguerite, ouwelijk, met al 'n speurneus van zich ontwikkelende tot den rang overgeblevene oude vrijster, had er, terwijl ze op mama's jour had moeten theeschenken, genoeg van gesnapt, om verdere inlichtingen te geven:
‘Ze vond het eerst maar zoo-zoo. - - - 't Is haar overvallen, begrijpen jullie, toen ze thuiskwam na haar Riviera-reis. Meneer Vermeulen is toch 'n knappe man. - - En nu moet ze er ten slotte wèl gelukkig mee zijn, omdat hij zoo blij is’....
- - ‘O, en de oue lui Vermeulen, die doen stralend,’ - wilde Miesje Vervoorde nu óók eens meepraten. - ‘'t Heeft 'n heele toenadering gegeven tusschen hen en mevrouw Vermeulen, want ze zijn anders eigenlijk maar stijfjes met elkaar.’....
Lout, die de menschen heel aardig wist na te doen, zette ineens 'n krommen rug, en trok 'n ouwelijk-zuur gezicht, en sprak toen, kribbig-plechtig, met de droge, koude stem van Nelly Vermeulen:
‘Als ze 't kind nu maar opvoeden, zooals de Heer het wil - - en niet alleen voor de wereldsche ijdelheden.’....
‘Amen’.... gierde Belletje, aan wie overigens het nieuwtje op zich zelf tegenviel. Ze had gedacht, dat het iets veel geheimzinnigers was geweest... Toen, luidruchtig, pakte ze Lout om haar middel, en walste met haar door de kamer. - - -
‘God, kinderen - ik amuseer me toch zóó’ - - gichelde ze, jong-gelukkig... ‘Ik heb al mijn dansen al beloofd. - - Is het