Er was een beetje haast achter gezet door de beide families, omdat Gerty Reesema zóó achteruitging, dat men haar eind elk oogenblik kon tegemoet zien. 't Stond niet dan tegelijk 'n engagementsreceptie te houden. Gerty was toch immers 'n eigen nichtje van Nannie's aanstaande schoonouders. En op die receptie juist vlaste zij, Nannie, zoo bijzonder....
Tante Mary, die, uit een soort gierige hebberigheid alvast enkel zwart droeg... als ze straks in den rouw moest voor haar nichtje, dan kwam haar dat goedkooper, - met de jaren was zij schraperiger geworden, te méér naarmate haar rijkdom toenam - liep statig rond in 'n zwart zijden japon, gegarneerd met 'n soort tablier van gitten, ingelukkig, omdat ze Ber nu behoorlijk had onder dak gebracht. Van z'n examen kwam toch niets. Schoonpapa Eduma de Witt, en in de eerste plaats z'n aanstaande papa Graaf de Grevere zouden 'm nu wel op 'n andere manier aan 'n baantje helpen. Er was sprake van 'n mooi postje voor hem bij 't staldepartement van de Koningin. Rijden kon Ber best; van paarden had ie verstand, dat was zeker...
Ber zelf, midden onder 'n troepje jongelui, bekeek met 'n lodderigen blik z'n aanstaande verloofde. ‘Wèl 'n mooie meid. God, ja, als 't toch wezen moest, dan had hij niets tegen deze. Ze was in elk geval schatrijk, en ze had 'n naam, die klonk als 'n klok; - 'n kat zou ze zijn - net als 'r hooggeboren moeder - dat had ie wel in de gaten. Maar wat kon hem dat schelen! Hij zou haar wel mores leeren. Hij was ook niet voor 'n kleintje vervaard.’
En hij gaf haar tersluiks 'n verwaand knipoogje. Zij, die zich inbeelde dat hij op haar verliefd was, voèlde zich, draaide zich coquet op haar hooge hakjes, in zelfbewustheid van mooi meisje. - -
‘Nu ja, dat ie verloopen was, dat wist ze wel’; ze kende historietjes genoeg over hem, van 'n minder delicaat genre, van haar afternoonteatjes met intiemen. - En mama, die ondertusschen dacht dat ze zoo echt onschuldig nog was, dank zij haar gouvernante-opvoeding! Mama moest 's weten! Maar ze wou wel zoo'n soort man hebben; zoo'n brave Hendrik, ajakkes! En, in elk geval, echtscheiding was tegenwoordig niets geen bijzonders meer. Als hij haar niet beviel, dan nam ze 'n ander, of 'n amant - - net als mevrouw Vermielse, van wie iedereen immers wist dat ze totaal leefde van haar amants, en die toch om haar naam overal werd ontvangen, tot bij die vrome, niets vermoedende Koningin toe,’
En ondertusschen door stond Hermance Vermeulen naast haar man te ontvangen, in 'n heel licht blauw empire toilet, chiffon over zij, om haar hals 'n parelsnoer.... heel-bloeiend-mooi na haar Riviera-reis, 'n tikje gezetter, vonden sommigen, dat lag misschien aan de façon van haar japon....
Maar 'n enkele méér ingewijde, zooals b.v. Mary Eduma de Witt, verried dan verstolen lachend het geheim - dat Hermance wel weten wou immers...
‘God, wist je dat dan nog niet...
Enfin... 't was nog maar hèèl in 't begin... nog maar 'n hòòp... Maar, zou 't niet 'n onverhoopte meevaller zijn na dat ongelukkig stumper, dien Johnnie!? Vermeulen was zòó blij... Je behoefde hem maar aan te zien om het te weten.’
Ja, 't was wáär... Vermeulen wàs blij... In 'n complex van gevoelens was hij blij omdat alles zoo goed was afgeloopen zonder schandaal, en ook omdat hij 'n mooie appetijtlijke vrouw terughad, op wie hij toch wèl verliefd was eigenlijk. En bovenal was hij blij, omdat ze, in een slim vrouwelijk doorzien van de rol die Zuster Meta in haar afwezigheid had trachten te spelen, had toegegeven, weer z'n vrouw was geweest, eindelijk. Hij-zelf had haar 't zoo'n beetje te verstaan gegeven, niet met ronde woorden gezegd natuurlijk, maar laten vermoeden toch haar wat 'n coquet gemeen schepsel ze in huis hadden gehaald in die pleegzuster, en dat hij haar had laten gaan uit angst voor de verzoeking te zullen bezwijken.
En de jaloezie was bij haar boven gekomen. Vooral ook toen hij tegelijk insinueerde hoe gek verzot op hem die Ellen Stinia zich aanstelde, met 'r thee voor hem zetten, en 'r bezorgdheid voor zijn gezondheid! In 't belang van 't kind zelf had hij haar te kennen gegeven dat ze op Johnnie geen goeden invloed had, hem exalteerde...
Hermance had er om geschaterlacht, terwijl ze met haar man zat te vrijen zoo'n beetje, in haar nieuwe boudoir; hij, lui, neven haar, met 'n lekkere sigaar; zij, op de sofa liggend, in 'n dunne peignoir met korte mouwen, en 'n cigarette rookend. Dat laatste had ze zich op haar Rivièra-reis aangewend, stond chic vond ze...
Maar toch, juist dat gedoe van die Ellen Stinia vooral had haar gewillig gemaakt. Ze vond het amusant die onnoozele backfisch eens te laten zien wat 'n goed, gelukkig, degelijk huishouden zij en haar man vormden... 't Gevolg was haar met dat al toch 'n beetje onverhoeds overkomen. Toen ze begreep dat het zoover was, had het haar eerst 'n schrik gegeven. Maar, alles welbeschouwd, enfin, ze was er den eersten keer ook goed doorheen-gekomen. En je kon in elk geval nog middeltjes probeeren. De zorgen