de huwelijken, zelfs al zullen er minder tot stand komen, dan worden.
Voor den doorsnee-man zijn er vele vrouwen; voor de ware vrouw is er slechts één man.
Daar nu bij de meerderheid der mannen bij het kiezen van een vrouw sexueele attractie het domineerende motief en hierin niets is, dat analyse noodig heeft, kunnen wij uit onze discussie, wat mannen in vrouwen aantrekt, de 80%, die niet meetelt, en wier ruwe smaak nog geheel primitief is, links laten liggen, om ons te wenden tot die welke het leven van den serieusen kant opvatten, die, welke in één woord, ware mannen zijn.
Te weten wat die mannen in vrouwen aantrekt, verdient onze aandacht en studie, omdat die ons tevens zal openbaren, wat het is dat de vrouw maakt tot het heerlijkste van God's schepselen.
Elke man zal zeggen, dat hij een mooie vrouw bewondert en toch zijn er geen twee, die gelijk denken wanneer zij trachten uit te leggen wat hun opvatting van vrouwelijke schoonheid is. Op 't gebied van schoonheid bestaat er geen absoluut ideaal; elke definitie is slechts de uiting van een zeker temperament. De artistieke opvatting van schoonheid, gebaseerd op classieke regelmatigheid van trekken, wordt met den dag onbelangrijker, of, indien theoretisch niet minder belangrijk, in de praktijk van minder waarde.
Wat de meeste mannen aantrekt, is een innemend gezicht, een gezicht dat menschelijk is: - bewegelijk, expressief sympathiek en piquant door een tikje schalkschheid en ondeugendheid. Voor de rest zou het dwaas zijn iets specifieks ervan te zeggen en voor den man, die meetelt, is zelfs, geloof ik, schoonheid van nevenbelang.
Er bestaat een soort van leelijkheid, die een bepaalde attractie heeft; eenige der grootste passies uit de wereldgeschiedenis zijn geinspireerd geworden niet door mooie vrouwen, maar door vrouwen, die niet eens op een gewoon aardig gezicht konden bogen. Het is een feit, dat, indien een vrouw de eigenschappen, die ik wil opnoemen, bezit, de man die van haar houdt, ze spoedig in haar gezicht weerspiegelt en dat mooi en aantrekkelijk zal vinden.
Iets is er dat elken man aantrekt en dat is gratie. Lompheid in een vrouw is heel moeielijk over 't hoofd te zien. Misschien wordt gratie des te meer door mannen bewonderd, omdat dit het laatste is wat zij zich zelven ooit eigen zullen maken. Maar afgezien daarvan, bekoort een gracieuse vrouw het oog en onze artistieke gevoelens - door de kleinste neiging van haar lichaam, de gemakkelijkheid en schoonheid van elk harer bewegingen, de lenige golving van haar gang.
Meer nog gewaardeerd dan gratie is een zekere verfijndheid in smaak en wezen; het juiste oog voor de dingen uit het dagelijksch leven. Die verfijndheid kan niet door studie verkregen worden. Elke vrouw kan, als ze wil, er netjes en frisch uitzien, en zich-zelf met smaakvolle dingen omgeven, en toch kan haar die verfijndheid, zooals ik ze bedoel, ontbreken, ja er is zelfs veel kans, dat het haar gemaakt en druk, ‘.oude-jongejuffrouw-achtig’ en onmogelijk zal maken. Want niets dat een element van zelf-bewustheid in zich heeft, is ooit geheel echt.
Ware verfijndheid is een aangeboren gave; men ziet ze, zonder ze ooit te kunnen beschrijven. Om kort te gaan, ze is niet zoo zeer een concrete, zichtbare manifestatie dan wel een zekere exquise atmosfeer, die haar bezitster omgeeft en welke we genieten, zooals we den zwakken en bijna onmerkbaren geur van een teere bloem genieten.
Deze eigenschappen - schoonheid, gratie en verfijndheid - behooren tot het uiterlijke en oppervlakkige gedeelte van ons onderwerp en zijn veel onbelangrijker dan de eigenschappen welke nu onze aandacht vragen.
Ik geloof, dat een der eigenschappen, die een man in een vrouw het meest aantrekt, is de gave van zich ten allen tijde geheel en al in den toestand van den man te kunnen verplaatsen. Vrouwen weten dit bij intuitie; in elk geval zij weten het, want elke vrouw van ondervinding tracht den indruk te maken die eigenschap te bezitten. Evenals verfijndheid kan ze, hoewel dikwijls geimiteerd niet aangeleerd worden; zij hangt niet alleen van maatschappelijke beminnelijkheid en maatschappelijken tact af, maar van echte sympathie en een hooge mate van intelligentie af.
De vrouw, die, u voor den eersten keer ontmoetend, direct een groote belangstelling in de dingen, die zij veronderstelt, dat u interesseeren, aan den dag legt, die glimlacht en kleine uitroepen van verrassing, of verbazing, of genoegen bij hetgeen gij haar vertelt, laat hooren, en die alles schijnt te voelen wat gij zegt of doet -, zoo'n vrouw denkt dat zij geheel en al met u meeleeft, maar doet dit in werkelijkheid niet. Als