De Hollandsche Lelie. Jaargang 24

Varia.

Flinke jongelui.
I.
Een dokter die belóóft.

Het onderstaand stukje werd mij door een abonné toegezonden. Ik wou dat ik dien man, dien het geldt, de hand kon drukken, hem kon zeggen hoeveel achting ik heb voor zijn daad. Het berichtje zelf is lamlendig gesteld, spot met den ouderdom, beide, van den hond, en van de bezitster. (Alsof die laatste niet dubbel te beklagen ware om hare vereenzaming.) Maar des te meer eer aan dien jongen man, die, in plaats van te staan kijken, gekleed te water sprong, en toonde 'n medelijdend hart te hebben, voor 'n mensch, èn voor 'n dier. In zoo'n dokter in spé zit pit, zit de belofte voor de toekomst, dat hij 'n goed mensch zal zijn later.

Het Leidsch Dbl. schrijft: Verbeeldt u lezer, Zondagmiddag is er iemand in het Rapenburg gesprongen om een hondje te redden! En als men nu hoort, dat het water op dit oogenblik zóó ruikt, dat het den bewoners van dat fraaie stadsgedeelte op de maag slaat, dan mag de juffrouw aan wie het beestje behoorde wel dubbel dankbaar zijn.

Honderden menschen waren getuige van het ongewone geval. Het was een lief schoothondje van een juffrouw, beiden op gevorderden leeftijd; het hondje kon niet goed meer zien en kwam daardoor in het Rapenburg terecht, handenwringend stond de juffrouw er bij, en moest haar beestje zien verdrinken, doch geen nood! Een a.s. jonge dokter sprong gekleed te water, en bracht het hondje aan de eigenaresse. Groote vreugd bij de omstanders! Hulde aan den jongen dokter, die daarna wel een bad van eau-de-logne zal genomen hebben!

ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.

II.
Die durft zijn naam te noemen.

Het hieronder volgende manlijke stukje, trof mij dubbel, omdat de inzender zijn naam noemt. Hoe dikwijls leest men niet op- of aanmerkingen over dierenplagerijen, waarbij de inzender alle beteekenis ontneemt aan zijn betoog, door zijn anonym teekenen met X of Y. Deze student daarentegen heeft den moed zijner overtuiging, braveert het uitgelachen worden, zoo dikwijls gebruikelijk juist onder jongelui van zijn leeftijd, waar het dergelijke onderwerpen geldt. Wezenlijk, als je leest van zoo'n aanstaanden dokter als in Varia I, of van de flinkheid van dezen student in Varia II, dan krijg je 'n beetje hoop, dat de toekomst ons nog iets beters zal baren dan flapperdassige, langharige, geblaseerde levensmoeden, die, al terend op het door vader verdiende geld, zelf niets anders uitvoeren dan realistische romans schrijven, of zich op 'n andere manier tot ‘kunstenaars’ opwerpen, tenzij zij 't prefereeren zich te verliederlijken in de goot.

Lustrumfeesten.

Geachte Redactie,

Vergun mij de opname van onderstaande regelen in uw veelgelezen dagblad.

In ‘De Telegraaf’ van Woensdag 14 Juni wordt medegedeeld, dat bij de te houden Lustrumfeesten te Utrecht met valken gejaagd zal worden op reigers en duiven.

Ik geloof uit naam van alle dierenvrienden te spreken, als ik protesteer tegen de gruwelen die plaats zullen hebben.

In een land waar terecht stierengevechten en hanengevechten worden afgekeurd, is een vermaak als bovengenoemd een schande.

Van harte hoop ik, dat de Lustrumfeesten niet zullen worden bezoedeld door het elkaar laten verminken of dooden van dieren.

Zich een feest te maken van dergelijk vertoon, is, m.i. een bewijs van zedelijke minderwaardigheid.

Met oprechten dank voor de plaatsing verblijve

Uw dw.

G.H. ARNHARDT Jr.

Jur.-student.

Amsterdam, 16 Juni 1911.

ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.