De Hollandsche Lelie. Jaargang 24

Kunsten en Wetenschappen.

‘De Lakenhal’ te Leiden.

Het Gemeentemuseum van de ‘Sleutelstad,’ bekend onder het bovenstaande opschrift, is een gelukskind.

De Rembrandtfeesten, voornamelijk wel door de door de commissie georganiseerde tentoonstelling, brachten veel geld op, en nu stelde de Commissie het batig slot harer ontvangsten, niet minder dan f 9000. - ter beschikking van het Leidsch Museum tot aankoop van een of meer schilderijen van Leidsche meesters uit de 16^e of 17^e eeuw.

Zoo iets is om te watertanden voor andere museums, welke een armoedig bestaan leiden, alles gratis aanbieden, tot zelfs de catalogussen, waarop door dwaze berekening verlies wordt geleden.

Maar we zeiden het ‘de Lakenhal’ is een gelukskind, een Zondagskind. Trouwens Leiden is ook een van je steden. Den Haag, hoe mooi ook, en hoeveel aanlokkends ook biedende, is een aparte stad als het er op aankomt grootsch te doen; ieder zoekt daar zich zelf, en ieder zoekt zijn Haagsch leven te leven door allerlei aanvullende douceurtjes, die de vrienden elkaar zoo'n beetje in de

[p. 831]

schoot werpen. Denk maar aan de geforceerde weddeverhooging van den Burgemeester en aan het Wethouders-pensioen voor den oud Brandkommandant de Wijs in 't leven geroepen.¹⁾ Doch we hadden het over het Leidsch Gemeentemuseum, en nu een fraaie Van Brekelenkam van 1648 kon aangekocht worden, en een schalksche Jan Steen, welk stuk eenmaal behoorde (na 1888) aan een Hagenaar met hoofsche manieren tegenover de kunst, kwam de Heer L. Nardus van Suresnes bij Parijs het Museum een Rembrandt schenken, waarvan het Museum davert.

‘Het is eene krachtig, brutaal geschilderde atelier-studie, op paneel 19½ cM. hoog en 16 cM. breed. Die Meneer L. Nardus, een schuilnaam als ontleding van den eigenlijken voornaam: Leonardus.... is een vrijgevig man; het ‘Mauritshuis’, meenen we heeft hij ook al zoo goed bedacht. Wie weet of er niet meer Museums aan de beurt komen! De goede degelijke Maecenassen leven in hem weer op.

A.J. SERVAAS VAN ROOYEN.

Oud-Gemeente-archivaris.

Den Haag.

1) Geschreven 21 Sept. 1908.