De Hollandsche Lelie. Jaargang 24(1910-1911)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Richting. Waarom men toch in 't aardsche leven, Altijd zoo héél belangrijk vindt, Wat de' ééne mensch scheidt van den ander En niet, wat allen steeds verbindt. Och, zou dan niet in ied're richting Iets moois en goeds zijn, wáár en rein, En zou 't voornaamste, neen het ééne Dat nimmer scheidt, niet liefde zijn. De richting kan door wie haar vóórstaan, Mishandeld worden of gewijd; De liefde bindt, - maar 't liefdelooze - Hoe ook de richting - eeuwig scheidt. J. VAN REES-VAN NAUTA LEMKE. Vorige Volgende