II.
Een bioscoopvoorstelling.
Wat is het toch een wonderlijke tijd waarin we leven!
Na hetgeen ik vanmiddag beleefde, ga ik werkelijk vragen of de wereld heusch op zijn kop staat. Luister!
Het is Zaterdagmiddag. Mijn jongen heeft dus den halven dag vrij van school en vraagt mij herhaaldelijk: ‘Hè, moeder, wat gaan we vanmiddag doen. Toe, gaat u eens met mij naar de bioscoop?’
Ik vind 't zelf geen pretje, maar geef toe. Wij stapten dus samen naar het Apollo theater in de Spuistraat, mijn jongen springende van plezier.
De voorstelling begint met een schermles bij inlandsche volken.
De tweede scène van dit nummer is getiteld: ‘Met blanken Sabel!’
‘Wordt 't griezelig?’ vraagt hij. ‘Is 't echt? Gaan ze dood?’
De derde scène wordt aangekondigd met opschrift ‘De Hazahiri bij de Japanners.’
‘Moeder wat is 't hier griezelig donker hè?’ klinkt 't nu weer uit zijn mond.
Het nummer dat nu volgt heet:
‘Een lastige vloo op den avond van mijn huwelijk.’ Ik wil daar niet over uitwijden maar kan u in 't kort zeggen dat het eene tamelijk onsmakelijke voorstelling was.
Ik vraag U hoe vindt ge de keuze van zoo 'n programma.
't Beste vond ik nu maar heen te gaan, maar toen ik dat opperde zei mijn baasje ‘Ach moeder, misschien wordt het nog grappig na de pauze. Laten we nog maar blijven.’
Na een pauze van ongeveer een kwartier was de tweede helf.t der voorstelling bezet met een drama van het begin tot het eind.
In dit drama krijgt men eerst een moord te zien, waarbij drie slachtoffers vallen, en waar o.a. een man met het hoofd naar beneden levend in een kelder wordt gegooid. In de muziek hoort men bij het vallen een flinken paukenslag.
In het tweede bedrijf komt men in een rechtzaal en ziet daar den beschuldigde. Daarna volgt het doodvonnis en in 't laatste bedrijf wordt 't schavot vertoond waarop men het blok ziet vallen. Maar 't is nog lang niet mooi genoeg! O, neen!
Men maakt nu nog kennis met den werkelijken dader, die wroeging krijgt en zich bekend maakt op het moment dat het hoofd juist onder de guillotine uitrolt. Dus te laat!
't Grappige dat het kind gehoopt had te zien, bleef weg, en de woorden ‘Tot Weerziens!’ komen op het doek. Ik was ontstemd en loop in mijne verontwaardiging naar een heer die bij den uitgang stond en dien ik steeds orders had zien geven. Ik begreep dus dat hij een of andere functie bekleedde bij het Apollotheater.
Op mijn vraag ‘Mijnheer moet dit eene kindervoorstelling verbeelden’ zei hij: ‘Ja Mevrouw 't Is Woensdags en Zaterdags altijd voor kinderen’.
Ik kon niet nalaten te zeggen dat ik het meer dan schande vind.
Ik begrijp dan ook waarlijk niet dat er van rijkswege geen toezicht is op bioscoopvoorstellingen vooral als ze bestemd zijn voor kinderen.
Verstandige moeders, die dit lezen, laat ik U den goeden raad geven voorzichtig te wezen met het sturen van Uwe kinderen naar bioscooptheaters.
Hoe 'n mode is 't tegenwoordig om kinderen op feestjes mee te verzoeken naar de bioscoop.
Als 's avonds Uw kind moeielijk in slaap kon komen, zooals mijn jongen dien avond, hebt ge dan ooit wel eens gedacht dat de oorzaak dien dag schuilde in het bioscoop(pretje) van den middag?
Ik voor mij ben er voor goed van genezen en gevoelde mij geroepen, U, lezers en lezeressen van dit blad mijne ondervinding hieromtrent mede te deelen.
Den Haag, 29 April.