Ingezonden stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
Voor 2 hulpbehoevende oudjes met hun 3 sukkelende blinde dochters
nog ontvangen:
(zie Holl. Lelie No. 46, 18 Mei 1910).
Den Haag Th.J. v. St. |
f 10. - |
Voor een extra-winteruitkeering |
f 100. - |
Alkmaar A.B.S. |
f 1. - |
Delft v.d. S. |
f 1. - |
Apeldoorn? |
f 10. - |
Batavia B.B. |
f 50. - |
Lawang Vr. |
f 7.50 |
Utrecht Mevrouw R. |
f 10. - |
|
_____ |
|
f 189.50 |
H.L. 12 Oct. 1910 verantwoord |
f 166.85 |
H.L. 15 Juni 1910 verantwoord |
f 183.75 |
|
_____ |
|
dus totaal ontvangen |
f 540.10 |
|
===== |
Ook aan bovengenoemde gevers onzen hartelijken dank en niet minder die van de ongelukkigen zelf. 't Is een loonend werk wat licht of zon in die donkere woning te brengen. Die lieve onbekende met haar extra-winteruitkeering heeft dat stellig Diet het minst begrepen. (Noch haar naam, noch haar woonplaats mag 'k hier vermelden.) Zeker, dat gesukkel en dat soms alles moeten overlaten aan een niet altijd toerekenbare dienstbode, dat neemt wat. Eens hebben ze ook een tijdlang als noodhulp een moeder met 2 spruitjes van 1 en 3 jaar den geheelen dag omzich heen gehad!
(Ik wou, dat ik 't kon uitschilderen. Dan zou 't onderwerp zijn: ‘Een Jobsfamilie’).
Zoolang de winter duurt, ontvangen ze nu elke week als extra-wintertoelage o.a. een minimum - zakgeld! O, ongekende weelde voor 3 volwassen dochters! Wie zou haar die misgunnen?
- Nog in een ander opzicht is dit werk mij loonend en op verzoek der Redactrice deel ik dit hier gaarne even mede. Van heinde en ver heb ik heerlijk-sympathiek-deelnemende brieven ontvangen, die ik zoo veel en goed mogelijk heb beantwoord.
Eén antwoord heeft tot mijn groote verbazing en verrassing geleid tot de extra-winteruitkeering! Van sommige brieven kon 'k beslist niet uitmaken, of ik ze aan een heer of dame moest adresseeren en enkel - initialen bespaarden me een particulier antwoord.
Bij de overgroote massa 't eerst - en 't laatst - zich-zelf-zoekende menschen geven zulke brieven en zulke geheel-uit-eigen innerlijken-aandrang toegezonden giften een ware verademing en een aangename bemoediging en opheffing ook voor de ongelukkigen, die ik er natuurlijk van vertel, voor zoover dat wenschelijk is. 't Zijn dus feitelijk echte weldaden in dubbelen zin.