De Hollandsche Lelie. Jaargang 24
(1910-1911)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAlfred de Musset.Ga naar voetnoot1)J'ai fréquenté beaucoup d'hommes célèbres, et j'ai toujours regretté de les avoir connus. Seul Alfred de Musset ne m'a donné sujet à aucun mauvais souvenir, au contraire, il fut toujours correct et resta mon ami. Den elfden December was het honderd jaar geleden dat de Musset geboren werd. Die dag is en wordt nog herdacht - in Frankrijk - en daar buiten. Frankrijk weet zich in dat opzicht erkentelijk te gedragen tegenover zijn groote mannen. En Musset en Verlaine worden onder de grootsten der grooten beschouwd die 't Fransche volk in de twintigste eeuw heeft mogen tellen. Een enkel woord van herdenking moge ook hier worden gezegd. Veel woorden zijn er niet voor noodig. In de stilte herdenkt men Musset, men vòelt zijn weemoed en omfloersde vreugd in de schemering, alléén, wanneer weer zijn woorden de levende zangen worden van zijn nooit gestorven ziel. De luisterende ziel zelf, moet, als in een kerk-gebouw, de ontroering kennen van 't geheel zich-zelf kunnen zijn, alleen met zich-zelf kunnen wezen zonder den nadeeligen invloed van 't drukke leven van buiten. Want de Musset ook is overal zich-zelf getrouw gebleven, hij is de dichter, een der weinigen, die eerlijk bleef in zijn kunst, groeide in den eenvoud, de schoonheid baarde uit de waarheid zijner aandoeningen. Daardoor dringt hij dieper de ziel in en blijft er langer in natrillen dan dat het werk doet van vele andere dichters, zoo 't oogenschijnlijk, hooger moge staan. In zijn ziel reflecteerden de stemmingen van 't leven en de geheime levens-motieven en levens-krachten vonden in 't wezen van de Musset een plotselinge bewust-wording. Nadat hij in medicijnen en rechten had gestudeerd, daarna op een handelskantoor was werkzaam geweest, ging hij de literatuur beoefenen door zijn omgang met Victor Hugo en in 1830 verscheen zijn eerste verzenbundel. Confession d'un enfant du siècle (1834) gaf hem al een blijvende plaats. In 1852, | |
[pagina 630]
| |
werd hij lid van de Academie, den 1sten Mei 1857 stierf hij. Zijn werk geeft nauwkeurig den ontwikkelingsstrijd aan in zijn voor alles zoo ontvankelijke ziel. Zijn ideaal-kracht, die al te vroeg sterft, zijn hoop en verlangen, zijn soms tot haat verworde Liefde, gestempeld door den adel van zijn kunst, de smarten van het weten en van 't leed-bewuste, zijn wanhoop en vertwijfeling eindelijk, 't is alles te vinden in zijn werk, dat eigenlijk niet anders is dan zijn belichaamde ziel. En zijn leven was lang een strijd van Liefde en smart en 't was de smart die zegevieren moest. De Liefde, als 't wreede en smartelijk verlangen van lichaam en ziel heeft bekoring gebracht in zijn leven maar heeft nog wreeder zijn leven vernield. Hij zingt 't zelf uit in zijn ‘Une soirée perdue,’ Hèlas! mon cher ami, c'est là toute ma vie,
gedwongen eindelijk tot dèze erkentenis: Et lorsque la mort est un bien
La douleur est une espèrance.
Behalve dan ook de dichter der jeugd en van de veredelde passie, is hij de dichter der Smart en der Liefde. Iedere geheime polsslag van het Liefde-wezen vond in zijn ziel naslag en 't is de Liefde die hem het middel gaf in de uiterste hoeken ook van 't menschelijke wezen door te dringen. Van 't persoonlijke groeide zijn voelen uit tot 't algemeen menschelijke, niettemin is de Musset nooit geworden de dichter der massa, kan zijn kunst steeds enkel in kleineren kring, begrepen woorden en nagevoeld. Zoo is 't met de kunst van Heinrich Heine ook. Heine ook schiep uit zijn leed de schoonheid en gevoeligheid zijner kunst. Een vergelijking tusschen beide dichters zou vele overeenkomsten geven. Ze hebben elkander ook gekend en begrepen. Heine, over hem schrijvende noemde hem een groot dichter voor alle tijden en de grootste dichter van den - toen - modernen tijd. Mevrouw Ernst, de vrouw van den beroemden violist, vertelt hoe zij, geroepen aan het sterfbed van Heine, door dezen nog verzocht werd een vers van de Musset voor te lezen en hoe de dichter nadat ze hem gelezen had - Pâle étoile du soir...’ haar met levendigheid verzocht vooral spoedig nog weerom te komen. Beide dichters hebben dan ook 't geweldigste in 't menschelijke leven met de meeste ontroeringen, gevoeld en gezegd. Zij hebben beiden geleden en hebben beiden getoond dat ook het Leed de schoonheid in zich houdt. Als mensch leefde de Musset eenvoudig en had hij uitmuntende eigenschappen, daarnaast - meer als gevolg van zijn jaren-lange ziekte - een nu en dan prikkelbaar humeur. Hij was van een buitengewone gevoeligheid en niets was hem zoo onaangenaam dan de gedachte, dat hij iemand onhartelijk zou bejegend hebben. Hij hield ervan om zich heen te hebben een warmen sfeer van zachtheid en innigheid, dat was hem zelfs een behoefte geworden. Hij gaf zich geheel aan die hij als vrienden in zijn woning ontving en niemand bracht zoo 't begrip van vriendschap in praktijk dan hij. In 't laatst van zijn leven was het aantal zijner vrienden gering. Zijn aanhoudend lichamelijk lijden had hem veranderd. In 't gewone leven was hij steeds correct, ofschoon hij geen conventie wilde kennen, regel, economie, de waarde van het geld waren hem vreemd. 't Kan ook niet anders dat een mensch als hij voor al de dieren een groote toegenegenheid voelde en hij zijn liefde in 't bizonder de honden toedroeg. Zijn hond, Marzo, kende al de gewoonten van zijn meester en hoorde het rijtuig van zijn meester wanneer deze des avonds na 't theater huiswaarts kwam. Marzo, die van ouderdom stierf en zijn meester overleefde werd begraven in de aarde van een der nieuw gebouwde straten, die sedert den naam draagt van rue de Musset.Ga naar voetnoot1) Zijn verhouding tot George Sand, Aurora Dudevant is te over bekend om veel er hier aan behoeven toe te voegen. ‘La femme à l'oeul sombre’ heeft ook in zijn ziel gegrepen en met 't wreedste spel het teere weefsel vernield. Twee der gevoeligste naturen, want in fijnheid van voelen gaven Chopin en de Musset elkander niet toe - heeft zij het leven verkort en verbitterd. - En wonderlijk mysterie van 't leven! - door het door haar veroorzaakt leed componeerde Chopin zijn Praeludiën, dichtte Musset zijn even onvergankelijk werk. Maar met het bloed van hun ziel is hun werk geschreven. In 1833 maakte hij met haar de reis naar Italië, waarover hij, eenmaal weergekeerd in zijn eigen rust schreef: Le Souvenir des Alpes. Adèle Colin aan wien de dichter voor een groot deel zijn werk dicteerde, schrijft hierover karakteristiek: ‘Une fois rétabli, M. de Musset se mit à écrire le
Souvenir des Alpes. Cela dura plusieurs jours. Chaque
fois qu'il aborda ce sujet, il pleura. Je ne comprenais
rien à ces larmes, je pourrais dire ces sanglots.
| |
[pagina 631]
| |
.... J'ignorais qu'en traversant les Alpes, le poète
avait quitté George Sand et qu'il revenait de Venise
le coeur dèchiré...
Il pleura; il pleura moins et pourtant, un soir, en
finissant son travail, il s'arrêta sur ces deux vers:
Telle, et plus froide, est une main
Qui me menait naguère en laisse.
Je croyais qu'il ne continuerait pas. Quelques jours
aprês, il reprit ce travail et l'acheva.’
In den tijd van George Sand teekende hij ook vaak en zijn genre was, vreemd genoeg, de karikatuur, het humoristisch genre. Maar zijn humor was misschien, wat Hamilton Hardy onlangs er van zeide: - door liefde overwonnen smart. Na den dood van De Musset schreef G. Sand den roman Elle et Lui - zooals haar roman Lucretia Floriani in 't leven van Chopin geschreven was - welk werk door Paul de Musset beantwoord werd met Lui et Elle. De Musset had een grooten eerbied voor de vrouw en voelde in heel haar wezen en bestaan het poëtische element. Als dichter is De Musset stéeds natuurlijk en al zijn werk is geïnspireerd, hij arbeidde nog met de ouderwetsche muze, zij leefde voor hem en bestond, hij voelde haar komen en wachtte haar. ‘Ces jours-la il fermait ses fenêtres, il allumait des
flambeaux, il mettait des fleurs sur sa table et sur sa
cheminée, il se lurait, il s'abandonnait tout entier à
l'inspiration’1)
Hij heeft sterk den invloed der romantiek ondergaan en bijna al zijn werk heeft een locale kleur. Toch heeft hij niet - als Chateaubriand, als Victor Hugo, als zoovele droevige figuren van ònze modernen, geprofiteerd om van al de ondervonden emoties literatuur te maken, hij had een uiterst gevoelige verbeelding en zucht naar roem of trotsch is bij hem uitgesloten. Hij is de dichter geweest die van de vreugd der Liefde leven moest en aan haar smart gestorven is, die na de jaren van leed en strijd tot de erkenning komen moest dat de vreugde der Liefde, de Smart beteekenen kan. Zijn leven was één groote, tragische, smartelijke liefde, die niet meer sterven kon. ‘Ote-moi, mémoire importune
Ote-moi ces yeux que je vois toujours!
Vijf jaren schreef hij met 't hartebloed zijn werken, vanaf zijn ‘Rolla’ (1833), dien kreet van passie tot aan L'espoir en Dieu (1838), dien kreet van wanhoop. In geen literatuur vinden we aequivalenten van zijn Nuit de Mai ('35), Nuit de décembre ('35), Nuit d'aôut ('36), Nuit d'octobre ('37) en van het zoo traan-gevoelige- Rappelle-toi (Muziek van Mozart), waarvan de verzen gegraveerd zijn op zijn graf op Père-Lachaise. Het rhytme in zijn verzen is de muziek van de Musset, vol melodie en bekoring, als in den aanhef b.v. van Nuit de Mai: ‘Partons, nous sommes seuls, l'univers est à nous.
Hij geeft den vollen rijkdom van de Fransche taal, verrijkt en verzacht en vermooid door het romantisme. Hij heeft zich gehouden buiten al de groote godsdienstige, politieke en sociale kwesties, juist zòo broeiend in zijn tijd en verschilt daarmede van Lamartine; de Musset's inzicht was zoo kwaad nog niet wanneer hij neerschreef: ‘La politique - hélas! - voilà notre misère.’ Zijn algeheele overgave aan zijn inspiraties deed de kritiek hem vorm-verwaarloozing verwijten, gemakzucht. Maar ook voor hem, als voor een van zijn meesters, Regnier geldt het: ‘Les négligences sont les plus grands artitices.’ De Musset werd door zijn theater-werk de ziel van het romantische tooneel. In 1847 gaat met succes le Caprice en vele van zijn stukken hebben zich lang - ja - enkelen tot in onzen tijd gehandhaafd, zooals vooral zijn comédies de salon, fijn, elegant en gevoelig, Il faut qu'une porte soit ouverte ou fermée, Louison, Carmosine, Bettine. Iets van Shakespeare vinden we in zijn hist, drama Lorenzzaccio. Kleine meesterwerken zijn: Il ne faut jurer de rien ('36), Chandelier ('35), Caprices de Mariannes ('35) en On ne badine pas avec l'amour ('34), het laatste het meesterwerk van zijn tooneelarbeid, een mengsel van waarheid en fantasie. Men mòet lief gehad hebben en men lijdt door de Liefde. 't Is héel de philosophie van zijn leven. Alles wordt beschouwd van uit het standpunt der Liefde. Door zijn A quoi révent les jeunes filles zien wij hoe hij éen der heel weinigen is die hebben kùnnen schilderen en weergeven de bekoring van de jonge meisjes-ziel zonder in 't banale te vervallen. Voor de vertolking zijner stukken dankte hij veel aan Mme Rachel en Allard. Van Racine leerde hij de ontleding, van Shakespeare zijn droomenland, waar 't drama handelt tusschen hemel en aarde. Men heeft den dramatieker de Musset ten koste van den lyriker wel veel en heèl lang onrecht aangedaan. Nu is het honderd jaar geleden dat de dichter werd geboren en zijn dood is een triomf geweest voor de schoonheid. Hij is de dichter van de jeugd, en van die lijdt en van die lief heeft, hij is de hartstochtelijkste, | |
[pagina 632]
| |
de oprechtste, de ongelukkigste van de dichters. Hij heeft met de smarten van zijn eigen ziel wel duur betaald de schoonheid die zijn kunst het nageslacht heeft nagelaten. L'heure de ma mort, depuis dix-huit mois
De tous les côtés sonne à mes oreilles,
Depuis dix-huit mois d'ennuis et de veilles
Partout je la sens, partout je la vois.
Plus je me débats contre ma misère
Plus s' éveille en moi l'instinct du malheur
Et dès que je veux faire un pas sur terre,
Je sens tout à coup s'arrêter mon coeur.
Ma force à lutter s'use et se prodigue
Jusqu'à mon repos, tout est un combat,
Et comme un courrier brisé de fatigue,
Mon courage éteint, chancelle et s'abat.Ga naar voetnoot1)
JOHAN KONING. |
|