Wij, die overtuigd zijn, door jarenlange studie en veel ervaring van de waarheid en de zegenrijke beteekenis van het Spiritualisme, dat het sterven verklaart, de vrees des doods verbant en een troostrijken blik doet slaan in het volgende leven. Wij zien met vreugde dat door Uw belangrijk blad de belangstelling voor deze nieuwe openbaringen gewekt wordt in kringen, die misschien gesloten zouden blijven voor de rechtstreeksche propaganda van het Spiritualisme. Maar er is meer: er is zooveel onbewust mediumschap, er zijn zeer veel onbegrepen mediamieke verschijnselen, waarvoor de menschen geen verklaring en de doktoren geen raad weten en die te kwader ure op rekening worden gesteld van zenuwziekte en krankzinnigheid. Daarom is het een weldaad, de kennis der mediumniteit te verbreiden, daar deze nu eenmaal een feit is, dat samenhangt met de toenemende verfijning van de menschelijke natuur. In dit opzicht dus zijn de spiritische artikelen van de hand van onze ijverige en bekwame medestrijdster, Mevrouw van Rees, die telkens in Uw blad verschijnen, van weldadige strekking.
Het is om deze reden, dat wij openlijk onze erkentelijkheid willen uitspreken voor wat U onwillekeurig hebt gedaan tot bevordering eener zaak, die naar onze vaste overtuiging, van wijdstrekkende en heilrijke beteekenis is voor de menschheid. Wij hopen dat uwe belangstelling in het Spiritualisme zal toenemen. Wij zijn verzekerd, dat de strijd voor de verheffing der vrouw en voor hare rechten, geen beter bondgenoot vinden kan dan juist in het Spiritualisme, dat zooveel licht werpt over het wezen van man en vrouw en dat bij monde van zijn edelste vertegenwoordigers; wijlen den Amerikaanschen Ziener en wijsgeer A.J. Davis, Mevrouw Emma Hardinge-Britten, en Mevrouw Elise van Calcar, zulk een krachtig pleidooi houdt voor de waarachtige emancipatie der vrouw, om het menschelijk geslacht te veredelen.
Hartelijk hopen wij, dat ook gij U bij uw streven meer en meer wilt laten leiden door dit nieuwe licht, dat de Hemelsche Vader voor de kinderen der aarde ontstoken heeft en dat ons den norm des levens beter doet kennen.
Met de meeste hoogachting hebben wij de eer te zijn, uwe dienaren
J.J. VAN BROEKHOVEN,
Wijchen.
J. VAN GORKUM,
December 1910.
Apeldoorn.