| |
Ter bespreking toegezonden.
Kalenders.
In dezen tijd van het jaar gaan, bij bespreking, deze speciaal voor cadeaux altijd nuttige en bruikbare artikelen vóór; want, behalve de aangename zekerheid voor den gever dat hij, door een kalender aan te bieden, steeds iets nóódigs schenkt, aan gehuwden en ongehuwden beide, heeft dit soort geschenk òòk nog deze goede zijde, dat men het van de duurste tot de goedkoopste uitgaven toe kan verkrijgen, zonder, in het laatste geval, te vervallen tot smakeloosheden.
- Daar is in de eerste plaats mijn oude bekende, en ik mag wel zeggen vriend: De internationale scheurkalender, uitgave van W.J. Thieme te Zutphen, waarvan het eenvoudig-modern schild bij elk behang en in elke omgeving past, terwijl de inhoud, allerlei gedachten en gezegden van verschillende schrijvers, uit ouderen en nieuweren tijd beide, op menigen dag van het jaar treft door waarheid en behartenswaardigheid. Ik trek dan ook nooit het blaadje af zonder met een zekere belangstelling te kijken naar wat de dagspreuk zal opleveren, en, o zeker, teleurgesteld ben ik ook wel eens, - voor 365 dagen stééds jaar in jaar uit kernachtige gezegden vinden is niet gemakkelijk - maar menigmaal ook leg ik het kalender-papiertje den volgenden dag ter overdenking weg, of, wat nog beter is, bewáár den inhoud ervan in mijn hart. Vandaar dat ik sprak van een goeden vriend.
Neerlandia 1911, met een schild voorstellende een visschersvrouw aan zee, moet alleen reeds dáárom mij-persoonlijk welkom zijn in mijn Scheveningsche woning nietwaar? De uitgever La Riviere en Voorhoeve te Zwolle liet het vervaardigen naar een schilderij van den schilder Artz. Aardig is dat onder de 365 kiekjes óók vele uit Indië voorkomen. Wanneer men
| |
| |
daarbij bedenkt, dat de gewone uitgave slechts 90 cts. is, en de luxe uitgave f 1.50, dan moet men erkennen dat hier zonder voorbehoud mag worden gesproken van een even degelijk en aanbevelenswaardig als smaakvol cadeau, waarvan de prijs binnen ieders bereik valt. - In het bijzonder voor hen die kennissen in het buitenland hebben is zulk een ‘kiekjes’-kalender een uiterstpraktische afwisseling op het vervelende elkaar X-maskaarten toezenden, etc.
- Van dezen zelfden uitgever La Riviere en Voorhoeve te Zwolle verscheen insgelijks weder: De Elf provinciën, óók een welkome oude bekende, met zijn artistiek, in licht-blauw en goud-gedrukt schild, waarop de wapens der Elf provinciën. Op elk weekblad, (voorzien met een of ander aardig stadsgezicht) kan men aanteekeningen, enz. maken, daartoe is ruimte overgebleven, terwijl de groote duidelijke letters ook voor minder-scherpzienden op een afstand te herkennen zijn. Ook deze zéér smaakvolle uitgave leent zich in het bijzonder voor het zenden naar buitenlandsche vrienden, of naar ver van het vaderland verblijf houdende Nederlanders, wier hart trekt naar hun geboortegrond. Daarenboven is de prijs zóó billijk: f 1. -, dat men ervan verwonderd is, hoe de uitgever dáárvoor zulk een keurige uitgave tot stand wist te brengen.
Ten slotte zij nog de aandacht gevestigd op den ‘kinder-kalender’, alweder van deze zelfde firma, La Riviere en Voorhoeve, Zwolle, welke kalender dit jaar een verandering zal ondergaan, een grooter blok krijgt, een plaatje, en een tekst samengesteld door Jacoba, mitsgaders nog vele andere voor kinderen aantrekkelijke verrassingen (prijs 75 cts.) - Voor uitdeelingen op Zondagscholen, etc., stelt de uitgever dien prijs op slechts 30 cts., mits de afname dan minstens 50 stuks te gelijk bedraagt. Voor schoolgebruik, ter gemakkelijke vermeerdering van kennis van ons land, eigent zich de kalender in het bijzonder.
| |
Boeken.
In deze dagen is het aantal ‘Nieuwe Uitgaven’ overstelpend. Wij behouden ons vóór, waar wij het noodig of wenschelijk achten, op de hieronder aangekondigde boeken later meer uitvoerig terug te komen.
Vincent van Gogh (persoonlijke herinneringen aangaande een kunstenaar, door E.H. Du Quesne-van Gogh), uitgever J.T. Van der Ven, Baarn. - Dit is een boek van piëteit, en een dat men uit dat oogpunt dus moet lezen; het zal hun, die Vincent van Gogh hebben beschouwd op de wijze waarop Mevrouw du Quesne-van Gogh hem blijkbaar beoordeelt, een lieflijke, fijngevoelìg geschreven herinnering wezen, aan een die is heengegaan uit hun midden, na veel lijden blijkbaar. Alleen reeds daarom, om die slothoofdstukken, vind ik hier alle ‘beoordeeling’ uitgesloten. Laat mij alleen nog zeggen, dat de zeer mooie uitgave, versierd met een onbekend zelfportret van den artist, gedrukt op zwaar papier, het geheel eigent tot een voor hen, die in Vincent van Gogh belangstellen of hem liefhadden, aantrekkelijk geschenk, dat zij zeker zullen verlangen te lezen en in hun bezit te hebben.
Het Gedenkboek van De Nieuwe Gids uitgever N.V. Elect: Uitgeversmaatschappij den Haag, zal ik nog nader bespreken. Voorloopig zij hier slechts gezegd: Veel geschreeuw om niets, want, met uitzondering van een goedgeschreven levensware schets van J. Eigenhuijs bevat dit boek geen enkele frappante bijdrage, die den heer Kloos het recht geeft zich zoo verwaten prat te doen op de door hem met de Nieuwe-Gids-richting tot stand gebrachte ‘verbeteringen’ in de letterkunde; integendeel, er staan dingen in deze feestuitgave zoo onnoozel en onbeteekenend, dat de oude Gids (tenminste zooals hij èéns was), zich zeker zou hebben geschaamd ze op te nemen, b.v. Een liedje van de Vreugde. (zie blz. 116.)
Het Daghet in den Oosten, door Henri Borel, (uitgever L.J. Veen, Amsterdam). Zulk een boek als dit is een werk van Henri Borel als hij op zijn best is. Hìer beweegt hij zich op een gebied waarop hij thuis behoort; hij vertelt U van China, geeft U zijn indrukken en zijn oordeel daarover, in één woord is mijlen ver van zijn werk ‘Vlindertje’ of zijn plat-vulgair ‘Levenshonger.’ - De uitgave, met vele afbeeldingen versierd, is zeer smaakvol. Prijs f 4.25 en in prachtband f 4.90.
‘Ik bedoel met dit boek meer een artistiek, dan een wetenschappelijk werk. - Ik zal er ook niet in werken met cijfers en statistieken en taalgeleerdheid. Hier en daar zal ik beschouwingen en overwegingen van politieken en economischen aard misschien niet geheel kunnen ontwijken, maar het hoofddoel van mijn boek is om, in een reeks inpressies, weer te geven -subjectief dus zooals het recht is van den dichter - hoe ik, in Peking levende in het be-
| |
| |
gin van de hervorming door westersche beschaving, toen het moderne electrisch licht al schitterde in de gemacadamiseerde moderne Boulevardstraten, en toen de telegraaf- en telefoondraden al over de oude keizerenstad gespannen lagen, den tragischen dood heb gevoeld van de oude schoonheid...’ Aldus spreekt de schrijver zelf. Men weet dus vóóruit, dat hij ‘subjectief’ schrijft; al is het ook met groote kennis van zaken en feiten.
Godenschemering door Marcellus Emants, 3de druk. (Uitgever H.D. Tjeenk Willink en Zn., Haarlem). - Dit werk van Emants is te bekend, om hier plaats te kunnen af staan voor een bespreking van den 3den druk; (ingenaaid f 0.90 gebonden f 1.25).
Nieuwste Lyriek. (Uitgever H.D. Tjeenk Willink en Zn., Haarlem), bijeenverzameld door Laurens van der Waals, (ingenaaid f 0.75 geb. f 1.25). Loont zich zulk een uitgave? De uitgever moet dat ten slotte beoordeelen; het gaat mij niet aan. Ik voor mij vind deze ‘nieuwste’ lyriek zóó leelijk-nieuw over het geheel, dat ik er maar weinig moois in kan vinden. André Jolles, Van Moerkerken, René de Clercq, Rensburg, S. Bonn, etc., zijn eenige der modernen, die de bijeenverzamelaar uitverkoor.
Lilith, door Marcellus Emants. (Uitgave van H.D. Tjeenk Willink en Zn., Haarlem). De prijs is hier, bij dezelfde uitgave en herdruk, iets hooger dan voor Godenschemering; namelijk ingenaaid f 1.25 geb. f 1.90. Ook van dit werk mag men veronderstellen, dat het algemeen bekend is, dus niet opnieuw behoeft te worden aangekondigd.
Het levend Verleden (gedichten van J.G. van der Haar). (Uitgever van der Haar en van Ketel, Den Haag). De auteur van deze gedichten schijnt mij toe méér over gevoel en stemming dan over de gave van zich oorspronkelijk te kunnen uitdrukken te beschikken. Hij beproeft het nu en dan àparterig te doen, zooals in Hier droom ik stil... maar ik vind dat hem dat nog minder goed afgaat dan zijn meer-gewoon-gezongen liedjes.
Spaanders, door Georg Grünenwald Kzn. (Uitgever L.J. Veen, Amsterdam). Van dezen auteur verscheen reeds vroeger: Van het Wondere Ambt. Ik lees deze nieuwe schetsjes veel liever. In het bijzonder trof mij bladz. 89 als zéér waar:
Er zijn domineesvrouwen, die zich aan hare plichten als ‘domineeske’ onttrekken. Maar ongestraft doen zij dit niet. Want door háár wordt het ambtsleven harer mannen bedorven, en hun vrucht met onvruchtbaarheid geslagen. Wie als dominee met zoo'n dame getrouwd is, - hij is te vergelijken met een renpaard, dat een sleeperswagen moet trekken. Als echtgenooten kunnen ze gelukkig zijn, - maar vruchtbaar werk kunnen ze niet doen. Nogmaals, een dorpsdomineesvrouw is méér dan alléén echtgenoote; zij heeft een speciale roeping te vervullen.
En al moge ze in den beginne wel eens wat vreemd aankijken tegen het werk, dat van haar wordt verwacht, - al moet ze eerst wennen aan veel eigenaardigs, aan veel wat haar tegen de borst stuit óók, - wanneer langzamerhand zij zich heeft weten aan te passen aan het dorpsleven, bekoorlijk toch ook vaak in zijn primitiviteit, - dan zal ze meer en meer genot gaan vinden in haar ‘ambtsleven’, - en ze zal zich gelukkig gevoelen in haar roeping.
Want, wat is schooner, dan, arbeidende naast dengene, die men liefheeft, wèl te doen en zegen te verspreiden om zich heen. En er zijn zoovele omstandigheden in het leven, waarin een vrouw beter raden, teederder troosten, fijner meevoelen kan dan een man.! Een èchte domineeske, zooals Ulfers die beschreven heeft in Oostloorn, kan op een dorp zoo vruchtbaren arbeid verrichten.
Als hier man en vrouw in alles samenleven en samenwerken, hoe gezegend kan hun leven zijn! Maar hiervoor is noodig in de eerste plaats, dat beiden bezield worden door een gelijksoortige opvatting omtrent leven en wereld, - dat de richting van hun streven dezelfde is, - en dat zij bij dit streven zich geleid voelen door Eénzelfde Waarheid, die zij achter deze wereld der verschijnselen overtuigd zijn te ontdekken.
Wanneer dan ook Domineeske eenige jaren praktijk achter den rug heeft, dan zal ze zich niet meer laten teleurstellen door échec na met moeite van buiten geleerde sprookjes op Zondagsschool, - dan zal ze zich niet meer ergeren aan kleine-kinderen-apenbakkesjes, - dan zal ze met liefde dorpssuiker koopen en zich onderwerpen aan beppe's skutteldoek. Want al deze kleine schaduwen zullen verdwenen zijn, zoodra het licht harer roeping in haar is opgegaan.
In de eerste plaats zou ik denken, dat àlle ‘domineeskes’, - van de méést behoudende tot aan de méést-moderne richting toe zonder onderscheid -, deze levensles ter harte kunnen nemen; met het ‘geloof’ heeft deze wáárheid hoe zich in de praktijk des levens te gedragen niets te maken, maar in de tweede geldt het hier gezegde ook volstrekt niet alléén voor dominees-echtgenooten, maar
| |
| |
kunnen burgemeesters-vrouwen, echtgenooten van doktoren, van notarissen, van alle notabelen in een woord van kleine plaatsen, zichzelf en anderen gelukkig maken, indien zij op zulk een wijze, als hierboven wordt geschilderd, zich rekenschap geven van de plaats die zij kunnen innemen ten zegen van anderen.
- - De Dollar-prinses, door Harold Simpson. (Uitgever H.J. van de Garde en Co. Zalt-Bommel) is een smaakvol-uitgegeven vertaling van een voor liefhebbers van dit soort romannetjes zeer boeiend geschreven en bekend boek. Het titelplaatje is een aantrekkelijk type; en het slot is een vereeniging ‘door den band der liefde’. Wat wil men méér voor een geschikt dames-cadeau in deze feestdagen.!
Betty's Eerste liefde door Ellinor Glynn. (Uitgever H.J. van de Garde en Co. Zalt Bommel) is eveneens uit het Engelsch vertaald. Ellinor Glynn behoort tot de meest geliefde en meest gelezen Engelsche damesauteurs. De uitgave is in den geest van het hierboven genoemde boek. Voor menschen, die graag in 'n ‘deftigen’ kring verkeeren als zij lezen, zij hier nog bijgevoegd, dat wij met ‘ladies’ afternoon-tea's, en afternoongown's, en bridge-spelers vóórtdurend te doen hebben. Wat mij betreft, ik verkeer ook liever in zulk gezelschap dan in dat der kermis-troepen en gemeene-taal-uitbrakenden, waarin zeker soort hollandsche auteurs je, bij wijze van uitspanning, zoo gaarne inleiden, en waarin zij zich meer schijnen thuis te voelen dan ik.
Als de groote oorlog komt (uit het Engelsch door Navarchus). (Uitgever H.J. van de Garde en Co., Zalt-Bommel). De uitgever heeft op den omslag overgedrukt de opinie van een Engelsche courant: ‘Als iemand wil weten wat een moderne oorlog is, en hoe een wereld-oorlog zal zijn, dan kan hij niet beter doen, dan dezen te bezien door de oogen van dezen schrijver.’ - De auteur verplaatst ons in 1920, en zegt aan het einde van zijn zeer spannend en interessant geschreven boek:
‘Maar de wereld was wakker geschud. In de natieën van Oost en West wist men nu, was nu het bewustzijn levendig geworden, dat met het besluit der arbeiders om aan geen aanvallenden oorlog deel te nemen een machtige factor was ontstaan tegen het militairisme. Niet langer zou de persoonlijke eerzucht de natieën in een oorlog kunnen wikkelen. Niet langer kon een regeering hen gebruiken als een zet in het spel der politiek. Oorlog zou nu nog alleen mogelijk zijn als het volk overtuigd was, dat een levensbelang op het spel stond. De massa was wakker geworden; de arbeiders waren zich bewust van hun kracht.’
Mocht dat alles eens wáárheid worden; wáárlijk 't zou een oorlog wáárd zijn! Een zeer aanbevelenswaardig boek! En gegoten in een boeienden verhaalvorm!
Het Zwaard des Konings (uit het Engelsch vertaald; door Ronald Mac Donald) uitgever H.J. van de Garde & Co., te Zalt-Bommel. Een aardig-geschreven verhaal; netjes uitgegeven.
Openbaring door R. de Vries - Brandon (uitgever C.A.J. Van Dishoeck te Bussum) - Ook dit boek zal ik, om den typisch modernen inhoud, - een geestelijk huwelijk, dat, natuurlijk, eindigt in een elkaar ook maar liever lichamelijk willen toebehooren - later uitvoerig bespreken. Voorshands zij gezegd, dat ik de keurige uitgave van van Dishoeck het mooiste vind aan 't heele werk, want, de dames Neddy en Ada, draagsters der ideeën van de schrijfster, zoowel als de onmogelijke echtgenoot der eerstgenoemde, Willem, zijn zulke onbelangwekkende en onecht gedachte personen, dat zij heusch geen nadere bespreking zouden verdienen, ware het niet om het dwaze van de ‘Openbaring’, waarnaar het boek is genoemd. Tegenover de moderne juffer Neddy en hare dito zuster staan de ouderwetsche ouders van deze twee eigenwijze afsnauwsters, welke ouders indertijd zoo vrij waren hun huwelijksleven terstond op de gewone erbij behoorende wijze aan te vangen, en daarom diepe verachting verdienen in de oogen van juffrouw Neddy, - al eindigt zij precies als zij! Intusschen is voor hen, de ouders, de herinnering aan hun huwelijksreis een genot; voor Neddy wordt die aan háár ‘geestelijke’ samenleving in de wittebroodsweken met Willem een ‘marteling’. Commentaar is hier voor gezond-denkende menschen overbodig. 't Geen niet wegneemt, dat juffrouw Neddy en de droge Willem 't heele boek dóór alles beter weten (en dat met vinnigheden uitdrukken) dan hunne ouders, om toch ten slotte tot precies 't zelfde resultaat te geraken. Als men zóó'n boek leest krijgt men zulk een intens medelijden met de hedendaagsche ouders à la 't Verhoeven-echtpaar, opgescheept met zulke tangen van dochters, dat men kan begrijpen, hoe tegenwoordig in menig gezin, waar volwassen kinderen zijn, speciaal meisjes, de verzuchting wordt geslaakt:
‘Eigenlijk heb je 't veel beter als je
| |
| |
maar kinderloos blijft;’ terwijl kinderlooze echtparen, die vroeger hun gemis betreurden, om diezelfde reden thans zeggen, ziende op hun vrienden en kennissen, ‘Goddank dàt wij niet zulke exemplaren hebben aan onzen disch.’ - In dit opzicht is de familie Verhoeven dan ook een wáár levensbeeld van hoe de huiselijke toestanden tegenwoordig zijn. Meneer Verhoeven zegt ergens: ‘Zou je die meid (zijn dochter Neddy) niet een klap om d'r ooren geven?’ Wel, men kan het den man van ganscher harte navoelen. Maar dat is niet de bedoeling der schrijfster; die vindt in tegendeel Neddy en Ada de ideaal-toekomst-vrouwen!
De Stem van het Bloed, door Robert Hichens (uit het Engelsch) uitgever J.F. Van de Ven te Baarn. Weder een boek van een zóó-geliefden Engelschen auteur, dat het, om zijn boeienden verhaaltrant, zeker ook ten onzent zijn weg zal vinden.
Van en over mijzelf en anderen door Louis Couperus. (Uitgever L.J. Veen Amsterdam). Al deze stukken verschenen reeds vroeger in het Vaderland of in Groot-Nederland. Zij zijn als zoodanig niet meer dan wat men ervan eischt; luchtige losse opstellen zonder veel diepte en zonder veel beteekenis. Zulke dingetjes doen je op het oogenblik-zelf, waarop je ze in de courant vluchtig leest, gewoonlijk veel meer echt aan door hun los-daar-heengeworpen zijn, dan bij een deftigen herdruk in een bundel. Met dat al zegt Couperus heel dikwijls heel rake opmerkingen, zooals wanneer hij het heeft blz. 169 over het onderscheid tusschen de egoiste Franschen en de zooveel sympathieker Italianen. Hij spreekt van het Fransche karakter ‘zooals hij het leerde zien in Nice’: ‘koud, hard, wreed, nauwlijks beleefd.’ Dat ben ik, wat Nice betreft, woord voor woord met hem eens, maar men mag het niet doen voorkomen, zooals hij doet, alsof le Niçois het typischfransche karakter vertegenwoordigt. Integendeel, reeds elke ‘méridional’ is voor den Parijzenaar, den Normandiër, den Brittanjebewoner een soort minderwaardig type van zijn eigen fransch ras, maar daarenboven is de bevolking van Nice en van Menton een mengelmoes van grensbewoners; van Italianen en Franschen gekruist. Grens-bewoners nu zijn gewoonlijk overal de minst-aantrekkelijke soort van landslui. Daarom zal men wel doen zulke persoonlijke opinies van Couperus, die zich gráág bereisd voordoet, onder vóórbehoud aan te nemen.
Zij en Ik, door Jerome K. Jerome, (uit het Engelsch), uitgever Scheltens en Giltay, Amsterdam. Jerome K. Jerome heeft meer dan één aardig geschreven boek gemaakt; op den duur wordt hij wel eens wat eentonig; toch blijft hij behooren tot de auteurs, die men gaarne ontmoet.
Op Dwaalwegen, door Th. Caspari, (uit het Noorsch, door mevr. A.M. van der Linden-van Eden), uitgever P.N. van Kampen en Zn. Amsterdam. Ofschoon ik een hekel heb aan het woord ‘rein’, vanwege het misbruik dat ervan wordt gemaakt, erken ik toch gaarne, dat het mij altijd is, bij de lezing van vele Noorsche boeken, als waait er een reiner adem doorheen dan ten onzent, een schoonheidsbegeerte, die niet zoozeer wordt bepaald door het verlangen hooge kunst en nieuwe vormen te scheppen dan wel mooie gedachten onder woorden, hoe eenvoudig ook, te brengen. - Zoo ook gaat het mij met dit boek. Als kunstwerk is het misschien niet veel waard; maar er gaat een lieflijke, vredebrengende kracht van uit; het vertelt je van andere menschen, andere levens, anderen strijd, dan die onzer jagende, kille, egoiste groote-wereld-steden. - Het geeft je een heimwee naar den vrede van de bergen. -
James door Leo Balet (uitgave van C.A.J. Van Dishoeck, Bussum). - De geschiedenis van een mislukt leven; een voor priesteropgeleid, maar naar de ziel niet daarvoor geschikt man, eigenlijk een kunstenaar pursang, die het offer wordt van zijn hartstocht en zijn wroeging.
Herfstdraden van Helene Swarth (uitgever P.N. van Kampen en Zn. Amsterdam). 't Staat er weer, zooals lang-geleden, niet meer Lapidoth - Swarth, doch enkel hare jonge meisjes-naam: Swarth. - Er is iets herfstachtigs in de stemming van deze verhalen, dat wél overeenkomt met den titel. Herfstdraden is de titel van het eerste verhaal, waarin een ongelukkige echtgenoote optreedt, die worstelt tegen het de liefde van haar man niet zóó bezitten als zij zich die zou wenschen. Elsa, zoo luidt de titel van het tweede stuk, bevat óók al weer 'n dergelijke lijdensgeschiedenis, van 'n ditmaal nog maar enkel geëngageerde juffrouw, die niet genoeg wordt gewaardeerd door haren aanstaanden echtgenoot, en het daarom maar liever afmaakt. Lo, het derde en laatste stukje, acht ik het minst-gelukt; het ís te dramatisch, te verzonnen, doet te veel aan als bestel- | |
| |
werk van 'n tijdschrift: ‘Kunt U ons niet 'n novelletje leveren’, - of zoo iets. - Wat ik reeds vroeger zeide van Helene Swarth geldt ook voor dezen bundel: als dichteres acht ik haar 'n uitverkorene onder de kunstenaren, als proza-schrijfster staat zij gelijk met vélen die schrijven.
De wereld waarin ik leef, door Helen Keller (uit het Engelsch vertaald door Louise Stuart) uitgever J.G. Broese, Utrecht. - Wij kennen allen de levensgeschiedenis en de wonderbare energie van deze Amerikaansche blinde, die, dank zij een niet genoeg te loven onderwijzeres-gouvernante, het gebracht heeft tot wetenschappelijke studieën van den meest ernstigen aard aan de academie, en, beter nog, óók tot een zeer gelukkige en blijde levensbeschouwing. Ook dit boek van haar hand kan men daarom niet genoeg aanbevelen ter lezing, omdat het bewijst hoe ver ook het zoogenaamd misdeelde menschenkind het kan brengen, indien het slechts beschikt over een mooie ziel, - en óók, hoe véél gelukkiger zulk een blind menschenkind is, dank zij hare gedachten, dan menig ziende, die altijd mort en bromt uit verveling. - Het boek is met illustratieën versierd.
Wereldlente; roman van hedendaagsche christelijke moraal, door J.C. van Wijk Cz. (Uitgever W.L. en J. Brusse, Rotterdam). Weer een boek waarop ik nog nader hoop terug te komen, dat ik echter reeds voorloopig wensch aan te kondigen als een verhaal dat wat te denken geeft; hetgeen men reeds kan nagaan, wanneer men verneemt dat de held van den roman is een rechtzinnig opgeleid theoloog, die later met zijn gemeenteleden in strijd geraakt door zijn zich openbarende vrijzinnige beginselen; iets Robert Elsmer-achtigs dus. Het onderwerp is niet bepaald nieuw, maar het behoort tot die vraagstukken, die nu eenmaal in ons land steeds de belangstelling blijven bezighouden. Het slot is niet opwekkend, maar wèl verzoenend. Of het in de werkelijkheid óók zoo vredig-mooi zou toegaan is m.i. een andere vraag. Enfin, zulk een roman is in elk geval een aangename afwisseling op het bekende gemeene-taal-genre en dito gevoelens uitpluizen, waarin sommige schrijvers ons bij voorkeur inwijden.
Van Kinderen, door Ina Boudier-bakker, verscheen bij den uitgever P.N. van Kampen en Zn., Amsterdam, een tweede druk; ik besprak dit werk der schrijfster reeds vroeger, als behoorende m.i. tot een harer best-gelukte scheppingen, omdat zij het kinderleven zoo innig-fijn navoelt. In het bijzonder het vroolijke St. Nikolaas en het roerende De oudste zijn juweeltjes van opmerkings-gave.
Engagementen, door Albertine de Haas. (Uitgave van Van Holkema en Warendorf, Amsterdam) is een bundel schetsjes, die m.i. niet uitmunten door een bijzonder-veel-belovenden stijl, al laten zij zich vlug en vlot lezen. Wij komen misschien nader terug op dit boek.
Keutelland, door Joh. W. Broedelet. (Uitgever Meindert Boogaerdt Jun., Zeist). De lezers der Holl. Lelie zullen zich herinneren, hoe ik verleden jaar van denzelfden schrijver uitvoerig besprak zijn Hofstad. Die van zeer duidelijke platte toespelingen op allerlei bekende persoonlijkheden gansch en al doorvlochten roman was het tweede deel van een stel deelen, waarvan het eerste deel heet: Vagebond, terwijl Keutelland er nu, - goddank - het laatste van zal zijn.
Evenals Hofstad verbééldt óók Keutelland ‘geestig’, en Johan de Meester - zeker dankbaar dat hij niet behoorde tot degenen zijner kunstbroeders en zusters die in Hofstad werden belachelijk gemaakt - kamde dit laatste boek verleden jaar dan ook allernederigst op. Verbeeldt je, dat het hem anders óók eens zoo ging in een volgend boek des heeren Broedelet als in Hofstad zijn voornoemde collega's, enz. Wie houdt van dit soort vulgaire geestigheid moet dus Keutelland óók maar lezen, ofschoon ik op toespelingen en persoonlijkheden belustte menschen van te voren waarschuw, dat daarvan in Keutelland niet zooveel in komt als in Hofstad; ten minste op 'n veel matter manier. Zouteloos is er nog 'n te goed woord voor.
Frederik Fröbel: (opgedragen aan het Nederlandsch onderwijzersgenootschap) 2de druk, uitgave van H. Wierts van Coehoorn, Amsterdam. - De titel van dit boek zegt reeds den inhoud.
- - St. Jansfeest, door A.L. Kielland (uit het Noorsch van mevr. de Jager Meerenbroek). Uitgever P.N. van Kampen en Zn. te Amsterdam. Ik ben een der grootste bewonderaars van Kielland; hij heeft door zijn Schnee en zijn Arbeiter een grooten invloed gehad op mijn levensbeschouwing. Geen wonder dus, dat ik ook dit boek van hem, waarin hij weer zoo flinkweg geeselt het gehuichel en het fatsoen, met groote ingenomenheid aánbeveel.
| |
| |
De Mourlons, roman uit het Walenland, door Ferdinand Bouché, bewerkt door Stijn Streuvels. Uitgever L.J. Veen, Amsterdam. Wie houdt van de Vlaamsche romans van Stijn Streuvels zelf zal zeker óók dit boek, dat U in dezelfde tooneelen en toestanden binnenvoert, als een onderhoudend en boeiend geschreven verhaal - dat daarbij héél wat te lezen geeft - begroeten.
De Hollandsche Vrouw in Indië, door M.C. Kooy-van Zeggelen. (Uitgave van Scheltema en Holkema's Boekhandel Amsterdam). Voor alle jong-gehuwde vrouwen die naar Indië moeten gaan, meer nog misschien voor haar, die zich met een O.I. ambtenaar of voor Indië bestemd jongmensch gedachtenloos engageeren, schijnt mij dit boek bijzonder behartenswaardig. Het geeft geen overdreven voorstellingen van enthousiasten aard; het werkt daardoor misschien wat afkoelend, maar het is dientengevolge van groot nut voor haar die de wáárheid willen en durven onder de oogen zien. ‘Een dappere vrouw’ - aldus de schrijfster, - ‘en nu ik spreek over dappere vrouwen, denk ik het allereerst aan de honderden moeders die kennis maakten met ‘Het groote leed van Indie,’ die scheiden moesten van haar jongens en meisjes, als ze tien, twaalf, veertien jaren, soms nog jonger zijn, wetende dat, al komen ze verweg in goede handen, ze van haar vervreemden zullen, dat ze na jaren dien kleinen jongen, die nu nog zijn krullebol tegen Moe's schouder vlijt, niet terug zullen zien als den kleinen jongen, maar als een grooten... en ik denk aan de angstig vragende oogen als de post komt, - of de mail aan is, of er brieven zijn van de kinderen? - Ik ken er velen die dat leven niet volhouden, die, tusschen twee zaken kiezende, man en huis alleen laten en naar de kinderen gaan, maar ik ken er ook die op haar post blijven en het dragen, - en als ik háár leed vergelijk met dat van de komenden hier, van de jonge Hollandsche
vrouwtjes, die weldra veranderen in bleeke flets-uitziende vrouwen, omdat het ‘zoo vervelend is in Indië’, dan lijkt het zoo reusachtig het lijden van die beroofde moeders, dat er haast geen medelijden meer overschiet voor anderen.’ - - -
Zie, dat is flinke, echt-‘dappere’ vrouwentaal, getuigende van heel wat meer wezenlijke ‘dapperheid’, dan wanneer men, zooals de Engelsche suffragettes, politie-agenten ranselt en ministers met een parapluie slaat - en daarmee bovenal reclame maakt voor zich-zelve. En daarom vind ik dit een goed, een onderhoudend, een nuttig boek, een waarop ik zeer zeker nog nader terugkom, maar dat ik nu alvast warm aanbeveel, aan moeders en aan dochters, aan die geëngageerd zijn, en aan die het willen wezen te eeniger tijd. Indië is voor èlke Hollandsche vrouw een mogelijkheid waarmede zij heeft te rekenen indien zij trouwt, en waarvan zij het wee en het wel (dat er óók is) daarom beter dient te overwegen dan zij gemeenlijk doet. Dit boek is haar daartoe een uitstekende wegwijzer!
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.
(Wordt vervolgd.)
| |
Jongelui en kinderboeken.
Bij den uitgever Slothouwer te Amersfoort verscheen een meisjesboek: Lou, (lief en leed van een bakvischje), dat er reeds uiterlijk smaakvol uitziet, en óók naar den inhoud wèl zal bevallen aan de lezeressen. De schrijfster, mevrouw Nelly Hockstra-Kapteyn, schrijfster van prinses Edelhart en andere sprookjes, heeft 'n vluggen, prettigen verteltoon, terwijl de wijze waarop zij aan het slot Lou en Lize beschrijft ten voorbeeld mag dienen aan alle zorgelooze, egoiste bakvischjes, die niet stilstaan bij het leed van anderen; - waarmee ik echter geenszins wil zeggen, dat zij een leer- of preek-toon aanslaat. Integendeel, het is een ‘leuk’ boek.
Gouden Dagen, door G. Joh. Kievit, (uitgever J.M. Bredee, Rotterdam.) Een boek dat leerrijkheid en nuttigheid vereenigt, en toch boeit, omdat alles wat er in staat ‘waar is gebeurd’ - zou ik-zelve vroeger gezegd hebben in mijn meisjes tijd, toen ik dol was op zulke van mooie interessante levensgeschiedenissen of daden vertellende cadeaux. Uit den inhoud citeer ik Florence Nigthingale, Niels Finsen, Een groot zeeheld, Een heldenhart onder een grove kiel, etc., etc.. Ik zou zeggen, dat dit nu met recht een aanbevelenswaardig geschenk is voor grootere jongens en meisjes die gráág lezen, en die begrijpen en in zich opnemen wàt zelezen, en wier karakter en eigen levensbeschouwing zich dientengevolge vormt door hun lectuur; - niet voor sufkousen of domooren, of vroegtijdig overprikkelden en ingebeeld-pedanten. - De uitgave is keurig.
Een Iersch kasteel en zijn B[e]woners, naar het Engelsch door Cora. (Uitgever G.W. Bruna en Zn., Utrecht). Het meisje op den omslag heeft, zeker ter eere van haar Ierschen afkomst, roodachtig haar en mooie tanden, hetgeen aan den band iets levendigs en frischs geeft. Zoo óók is het boek-zelf: levendig en frisch van inhoud en geschreven met dat zeker soort van Engelsche gevoeligheid waarin
| |
| |
Engelsche dames-auteurs van dit genre meester zijn, dat als het ware past bij het Engelsche ‘home’, het Engelsche samenleven, de ‘Church’ waarvan elke Engelschman, of hij gelooft of niet, toch steeds een belangstellend lid is, etc. etc.
Kleine Tinus, door B.P. Wiggers van IJselstein. Uitgever L.J. Veen Amsterdam, is voor kleinere kinderen geschreven; een verhaaltje van 24 (dichtgedrukte bladzijden). Maar het is er een dat ik ook grootere kinderen en volwassen menschen van harte ter lezing aanbeveel, omdat het zulk een prachtig getuigenis is tegen het dieren mishandelen. Ik zou wel willen dat alle kinderen hier op Scheveningen er een exemplaar van ter lezing kregen (en de onderwijzers en dominees meteen) want nergens is het méér noodig dan hier, - in dit brandpunt der orthodoxie - te verdedigen tegen de vrome christenen hun medeschepsel Gods: het dier. Kleine Tinus, door B.P. Wiggers van IJselstein, is een goede daad waarvoor ik der schrijfster zeer dankbaar ben.
Van den uitgever L.J. Veen, Amsterdam, verscheen een aantal boekjes van Catharina S.M. Kuenen. De Geschiedenis van een Bromtol en Het was maar voor de grap’ 2de druk naar het Engelsch. Een flinke jongen, naar het Engelsch 2de druk. De twee meisjes en de Waterlelie, naar het Engelsch 2de druk. Frits Schenk, naar het Engelsch, 2de druk. Een jaar op Buitenlust, naar het Engelsch 2de druk. Dat al deze boekjes een herdruk beleefden, bewijst welk een goed onthaal zij reeds vroeger vonden bij jeugdige lezers.
Jong-Java's lief en leed, vier verhalen van Java, door M.C. Kooy-Van Zeggelen, (voor kinderen van 10-15 jaar) 2de druk, uitgave Masereeuw en Bouten, Amsterdam. - Ik zou zeggen, deze schrijfster deed een goed werk, (om een afgezaagde uitdrukking te gebruiken, maar ik vind haar hier op haar plaats) door deze verhalen te schrijven over een aan hollandsche kinderen onbekend land, waar kinderen wonen als zij, maar die zij, in hun overmoed, zoo licht geneigd zijn voor ‘minder’ aan te zien. Het zijn van fijne opmerkingsgave getuigende gevoelige vertellingen, die voor kinderen het aantrekkelijke zullen hebben van het onbekende van een sprookje; en die toch gelden wezenlijk-bestaande jongens en meisjes zooals zij zelven zijn. Al is de kleur der huid een andere; 't lief en leed is hetzelfde.
Een Hollandsche jongen, door Ch. Krienen. (Uitgever A. Bruna en Zn. Utrecht. De ‘Hollandsche jongen’ op den omslag ziet er flinker en natuurlijker uit dan helaas menig gebrild en verwijfd exemplaar van oudgeborene, met wien ik hier in den Haag zoo menigmaal in den tram zit; arm slachtoffer van zijn tijd. 't Verhaal speelt overigens óók in den Haag, en het is er een van een flink-terecht-gekomen, oppassenden jongen, dus een voorbeeld dat men ter lezing mag aanbevelen ‘ter navolging’.
De onafscheidelijken (een verhaal voor bakvisschen) door Julie van Loen. (Uitgeversmaatschappij Vivat, Amsterdam). Dit verhaal eindigt met het voor alle ‘bakvisschen’ - n' en déplaise hare diploma's en geleerdheden, - steeds zeer verlokkelijk engagement. Zit maar eens in 'n schooltram, en let dan op hoe ook de méést ordeloos-uitziende, of op hare manier geëmancipeerd-doende veertien à zestienjarige jeugdige aanstaande advocate of dokteres coquetteert tegen de met haar er in zittende jongens, die ze kent! - Dus, Julie van Loen heeft waarschijnlijk de rechte snaar getroffen om haar boek voor bakvisschen heel boeiend te maken. Of het ‘droomen’, dat bij haar Non tot zulk een prettige werkelijkheid wordt, en dat zij, wel wat gevaarlijk, dientengevolge opwekt bij hare lezeresjes, voor hen allen zóó spoedig in vervulling zal gaan in de levenswerkelijkheid? Ik hoop het van harte. Ik vind het voor meisjes een veel betere levensoplossing, dan zich afsloven met dokters- en advocatengraden, of met kantoorjuffrouw moeten spelen, of met wat ook dat allemaal goed is als het uit nood geschiedt, omdat wij vrouwen nu eenmaal óók door de wereld moeten, maar dat nimmer mag worden een plaatsvervanging van de ware vrouw-bestemming, welke Non, uit ‘De onafscheidelijken’, zoo spoedig vindt.
De Baronicclub, door Jeannette Tremillé. (Uitgave van H.J. Van de Garde te Zalt-Bommel). Dit boek eigent zich bijzonder tot cadeau wat de smaakvolle rijke uitgave aangaat. Het is geïllustreerd door Rie Cramer, die in costumes en kapsels daarbij heel nieuwerwetsch is; de stijl is los en in het minst niet langdradig. Je leeft mee met die meisjes; er is een Top Naeff-achtig-waas over het verhaal, waardoor het zonder twijfel uitblinkt boven vele andere meisjes-boeken.
Klein en Knus voor Broer en Zus. Versjes van Anna Sutorius, (teekeningen van B. Midderigh - Bokhorst), (uitgevers-maatschappij
| |
| |
Erven Martin G. Cohen, Amsterdam). Plaatjes en Versjes voor jongere kinderen bevat dit boekje. Lief-geteekend is het plaatje, en ook lief van vinding het erbij behoorende versje: ‘In Omaatjes stoel heel dicht bij elkaar’. Ook het plaatje van kleinen Piet, met het bijbehoorend onderschrift, is kinderlijk-lief. Een moeder, of een tante, of, als 't niet anders kan, een kinderjuffrouw, zullen met dit boekje, waarvan de kleuren harmonisch zijn, zeker 'n aardig uurtje weten te doen doorbrengen aan menig aan hare zorgen toevertrouwd kleintje.
Rijmpjes en Versjes uit de oude Doos, door S. Abramsz (redacteur van Voor het jonge Volkje), uitgevers Meulenhoff en Cie., Amsterdam. - Een apart levendig omslag, en naar den inhoud zeer vele van ouds-bekende versjes (met teekeningen voorzien), als b.v.
't Schaapje in het groene gras,
't Eendje in een waterplas,
't Kindje wip in 't bedje.
of
Klikspaan, halve maan, je durft niet over mijn straatje te gaan.
't Hondje zal je bijten, 't Katje zal je krabbelen -
Dat komt van al je babbelen - etc, etc.
De Victoria-School door Mary Balduin. (Uitgever H.J. van de Garde & Co., Zalt-Bommel). - Dat we hier met een Engelsch product te doen hebben spreekt van zelf reeds door dien naam: Victoria-school, alsmede door de tennisspelende juffer op den omslag, enz. Eigenlijk is het jammer, waar wij ook in het oorspronkelijke zoo vele goede jongeluiboeken hebben, dat de vertaalde uitgaven de markt overstroomen. Maar, gelijk ik reeds hierboven zeide, men kan het niet ontkennen dat de Engelsche dames de gaven bezitten voor jonge meisjes gevoelig en, wat men noemt ‘gezellig’, te schrijven. Ook in dit geval wordt het schoolen vriendin-leven aardig verteld met zijn verschillende wederwaardigheden; eigenlijk gezegd houd ik echter déze meisjes voor véél eenvoudiger en gewoner, dan, helaas, in de werkelijkheid hedendaagsche bakvisschen plegen te zijn, óók in Engeland! Misschien draagt het boek er toe bij haar in dit opzicht te verbeteren. We willen 't hopen.
Uit het Kinderleven, door J. Bouberg - Wilson met teekeningen van mej: C. van der Hart. (Uitgever G. Römelingh & Co., Groningen; prijs gebonden f 1.25 en ingenaaid f 1. -.) Met genoegen verneem ik in dit boekje, dat Jochempie nog geleerd wordt te ‘bidden’, onverschillig de opinies zijner ouders, terwijl zijn leuke vragen en het nietaltijd daarop weten te antwoorden zijner moeder je hèél-natuurlijk aandoen en volstrekt niet ‘wijs’ zooals tegenwoordig zoovele kinderen worden geteekend. 't Slot óók is héél-gezellig. Je kunt niet laten deze moeder te benijden om haar ‘Jochempie’, een dot van een ventje!
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.
(Wordt vervolgd.)
Boeken, brochures, etc., welke niet voor nadere bespreking in aanmerking komen.
Kan men Christen zijn zonder de Godheid van Christus te belijden. (Serie Levensvragen van de Hollandia-drukkerij, Baarn). door J.B. Naaktgeboren, hoofdredacteur van de Hoeksche Waard. Deze brochure wordt, zoo eenigszins mogelijk, later besproken, wanneer er daartoe plaats is.
Wat gebeurt er met ons als wij sterren, door H.N. de Fremery (uitgegeven door C.A.J. van Dishoeck te Bussum) Deze brochure wordt, zoo eenigszins mogelijk, later besproken, wanneer er daartoe plaats is.
Bijbel en Spiritisme, rede uitgesproken door den Heer J.S. Göbel voor den Broederbond Harmonia. Deze brochure wordt, zoo eenigszins mogelijk, later besproken, wanneer er daartoe plaats is.
De opvoeding van het kind, de terugkeer tot wedergeboorte, door C.W. Leadbeater, (uitgave van de N.V. Theosofische uitgevers-Maatschappij, Amsterdam)
Van Crypt tot Pronaos. (Lotus-Serie) door Ds. S.J. Neill (Hollandia-Drukkerij Baarn.)
Mannen en Vrouwen van Beteekenis of: Het huis Lichtenstein en zijn huidige Heerschers, door F. Smit Kleine, (uitgever H.D. Tjeenk Willink en Zn. Haarlem.)
Gezondheidsregels voor de mannelijke en vrouwelijke leerlingen onzer scholen, door dr: Leo Bürgerstein te Weenen, 13de druk, (uitgever W. Leydenroth van Boekhoven, Utrecht)
De zorg voor de gezondheid onzer schoolgaande jeugd, door prof Leo Bürgerstein te Weenen, 11de druk. (uitgever W. Leydenroth van Boekhoven, Utrecht.) Deze brochure is in 15 talen vertaald.
Populaire Kometografie door dr. G.C.A. Valewink, (uitgever P. Visser Azn., Haarlem).
Theosophie door A.C. Thierens, uitgever der N.V. Electr. drukkerij Luctor et Emergo, den Haag
Wereldgeschiedenis. Verschillende afleveringen, door dr. H.F. Helmolt. Uitgevers-maatschappij Vivat, Amsterdam.
Vereeniging Hulp aan Zuigelingen, Oranjeplein, den Haag, achtste jaarverslag
De Technieken van Kunstnaaldwerk, door J. van Emstede Winkler (uitgever S L van Looy, Amsterdam).
Het Bloemendaalsch Weekblad, onafhankelijk orgaan.
Uit de diepteu der Wereldzee, aflev. 1, door prof. C. Chun, bewerkt door dr: P.G. Buekers, uitgave van W J. Thieme en Cie, te Zutphen.
De Nieuwe Gids, afl Juni, Juli, Aug Sept, Novemb, uitgever de N.V. Electr, drukkerij Luctor et Emergo, den Haag
Nederlandsche Onderwijzers propaganda-club voor drankbestrijding, verslag over de Alcohol-cursussen over 1909-1910.
Bibliographisch jaarboek 1910 (uitgave van Meindert Boogaerdt jun, te Zeist).
De dubbele Do. Zangmethode, door P. Lievent (voor de lagere school) 3 deeltjes (uitgever D. Mys te Tiel.
Theosofie, de moeder der Godsdiensten, door Een leerling. (Lotus-Serie)
Huiselike Kunst, 1ste Jaargang, (uitgave van G.P. Dikkers Azn. Meppel.
De Samenleving, Ned. Weekblad 1ste Jaargang, proefnummer.
| |
| |
Lotus-knoppen, (uitgever de theosophische Vereeniging te Groningen). (Verscheidene afleveringen).
De Natuurvriend, (uitgever K H. Bylevelt te Eefde).
Vereeniging Oost en West (Onze West). De kolonie Suriname. De kolonie Curaçao.
Esperanta (Salome) (uitgever C L.G. Veldt, Amsterdam).
Wijsgeerig Broddelwerk, door dr. K.H.C. de Jong, ('s Gravenhage, de Avondpost-drukkerij).
Tehuis Annette, (4de Jaarverslag), (Boek- en Kunstdrukkerij v/h Roeloffzen, Hübner en Van Santen, Amsterdam).
Uit den tuin van Epicurus, door J.H. Leopold, (uitgave van W.L. en J. Brusse, Rotterdam).
Ons blad. Orgaan voor leerlingen van H B scholen en gymnasia. (Uitgever van Helden, Haarlem, (verscheidene afleveringen).
Over Bod en het Bidden, door Een leerling, (Lotusserie), (uitgave van Hollandia-drukkerij Baarn).
Gezondheid en School, door dr. Max Juda en dr. Goliner. (Uitgever H. Meulenhoff, Amsterdam).
Suffragette (een pleidooi voor de rechten der vrouw) door een thuis-blijvende suffragette. (Te onbeduidend voor bespreking). Uitgave van Meyer en Schaafsma, Leeuwarden.
Niet alleen ter wille van de kunst. Tooneelspelen, uitgegeven van oud en nieuw vrouwenleven; uitgegeven door de afdeeling Utrecht van den Nederlandschen bond voor Vrouwenkiesrecht.
Adres aangeboden aan H.M. de Koningin door de Vereeniging van Vrouwenkiesrecht.
Leo Tolstoi, Christus' leer voor kinderen (uitgever Cohen-Zonen, Amsterdam).
Uitgave: Een boek van W.L. en J. Brusse, Rotterdam (Liefdessproke van A. van Gogh-Kaulbach, Liefdes-Kronkelpaden K.T. Nieulant).
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.
|
|