Gedachtenwisselingen.
I.
Aan A.E.M.
U vraagt, of het spirit(ual)isme reïncarnatie absoluut verwerpt?
Integendeel, mèt de spiritisten in Frankrijk, die de reïncarnatie-leer van Allan Kardec algemeen hebben aangenomen, gelooven nog vele andere spirit(ual)isten in reïncarnatie. Velen vinden slechts hierin bevrediging voor hun gevoel van rechtvaardigheid.
Volgens de theorie van Allan Kardec moet de ziel gelouterd worden door telkens en telkens weer de beproeving in een nieuw lichamelijk leven te ondergaan tot ten laatste de volmaaktheid is bereikt. Volgens hem worden echter niet alle incarnatiën op deze aarde volbracht, maar op verschillende werelden en zooals van zelf spreekt heeft niet ieder evenveel incarnatiën noodig.
Léon Dénis gelooft in réincarnatie eerst persé op aarde en daarna op andere wereldbollen van het heelal.
De bedenking, die onlangs iemand, een bestrijder der reïncarnatie-leer, tegen mij uitte: ‘hoe onmogelijk om telkens iemand anders te moeten zijn’, gaat niet op, daar men bij verlies van zijn persoonlijkheid toch zijn individualiteit behoudt. Wat mijzelve betreft, ik vind letterlijk alles tegen, niets vóór reïncarmatie. Om mee te beginnen geloof ik niet, dat wij kunnen beoordeelen wat recht en wat onrecht is. Wanneer wij iets onrechtvaardig vinden, dan is dit haast altijd, doordat we slechts zien den stoffelijken kant der dingen.
Vroeger vóór ik spiritualiste was, dacht en oordeelde ik anders, en wat ik toen onrechtvaardigheid en wreedheid noemde, wierp een schaduw over mijn eigen leven, maakte mij gelooven en vertrouwen onmogelijk, bedroefde mij altijd en verbitterde mij dikwijls.
Nu voél ik - ja wéét ik haast - absoluut zeker, dat zij, die door de wereld gelukkig worden geprezen, heel dikwijls juist stief kinderen zijn van het geluk, stief kinderen van het Leven, omdat ze hun ziel laten hongeren en slechts leven dóór en vóór hun lichaam. En voor hen, die dit laatste niet doen, en zijn, wat de wereld ongelukkig noemt, voel ik dat er altijd en overal is een geestelijke wet van compensatie. Ik zou dit met verscheidene voorbeelden uit mijn naaste omgeving kunnen bewijzen.
Dáárom, om mijn rechtvaardigheidsgevoel te bevredigen, heb ik het reïncarnatie-geloof niet noodig.
U schrijft: ‘Mij dunkt steeds, we moeten ons hier geheel uitleven, “ontplooien” in alle richtingen voor we kunnen leeren op andere gebieden.’ -
Waarom zouden we ons juist hier op aarde geestelijk geheel moeten uitleven en ontplooien, terwijl toch ook lichamelijk dit niemand doet? Niet ieder lichaam heeft hetzelfde noodig, heeft alles noodig wat de aarde geeft, om te groeien, om te ontwikkelen en sterk en gezond te worden. Waarom zou dit voor den geest wèl noodzakezijn, juist op deze aarde? Ik kan niet gelooven in cirkelgang, tijdelijke achteruitgang, althans terugkeer tot het punt van uitgang. Ik kan niet gelooven, dat de volwassen mensch weer zuigeling moet worden hier op aarde, dat men van een hoogere school weer terug moet gaan naar de bewaarschool. Als die tallooze reïncarnatiën hier op aarde wáár waren, dan zouden de menschen veel verder en beter moeten wezen dan ze in doorslag zijn.
Alles in de natuur spreekt het tegen, de vrucht wordt niet weer bloesem en de bloem niet weer knop.
Natuurlijk is dit korte leven hier op aarde niet voldoende ter volle ontplooiïng der menschenziel ter volmaking, maar de op aarde volgende sferen zullen niet zoo héél veel van de aardesfeer verschillen, alléén.... progressief. Het heelal is zoo eindeloos groot, - is onbegrensd!
Ik stel mij voor, dat het denkbeeld van die vele reïncarnatiën op aarde ontstaan is in lang vervlogen dagen toen de menschheid nog in haar kindsheid was. Toen men zich de aarde nog voorstelde als onbewegelijk middelpunt van 't heelal, waarboven de hemel zich welfde, met tallooze lichten, door God daar ontstoken, om de aarde te verlichten.
Men begreep ook toen reeds te recht, dat de mensch der aarde niet terstond geschikt was voor den Hemel, niet geschikt om te leven in God's tegenwoordigheid, en daar het heelal bestond uit hemel en aarde, was reïncarnatie op aarde de aangewezen, de eenige oplossing.
Boete en loutering ter volmaking, voorwaar een héél wat rein-menschelijker, zedelijker, hooger-