Geschetter en geklaag achter me van politie met een landverhuizersfamilie, willende doordringen in het gebouw. Hun geld is verteerd, ze hebben geen onderkomen, de kinderen schreien en hun bestofte en besmeurde bagage sliert langs het trottoir, waar voorbijgangers er achteloos tegen optrappen. 'n Jonge vrouw met jong kindje in den schoot geeft de borst op 'n met ouden rommel gevulde mand, de man staat troosteloos naast haar, af en toe verbiedende twee kleuterkes, die zich te ver verwijderen, ze onder weerbarstig gekrijt terughalende.
M'n keel wordt dichtgesnoerd.
Langs de rue Maubeuge heeft een loven en bieden plaats met automobilisten en meer bezittende voyageurs.
De chauffeurs, gebruik makende van de gelegenheid, stellen onmogelijke eischen, de reizigers kijken hunne portefeuilles na.
Vierhonderd francs van daag nog voor Brussel monsieur, morgen minstens vijf; faut savoir n'importe moi, y a bien d'autres.
Voor Rijssel 150 francs, ce n'est pas trop cher. Vous n'y aurez nulle part à bon marché!
De rijke industrieel stapt in, laat z'n bagage opladen, de auto snelt weg, maar.... hij, de minder bevoorrechte, de arme provinciaal, de schamel gekleede werkman, blijft staan langs het trottoir, met droeven trek om den mond, ondergaande het noodlot, dat niet wijkt.
We komen in een restaurant om te dejeuneeren. N'y a pas de poisson aujourd'hui Madame; c'est la grève!
Maar vleesch, dat is er nog en het ontbreekt ons gelukkig dus aan niets.
Na het déjeuner vervolgen we onzen weg, komen langs de lijnen van de Gare de l'Est, ze liggen er doodsch en zwart met even flikkering van zon nu en dan op de staven, maar van menschelijk beweeg geen spoor. Toch trekt het ons aan d'être dans la rue, nu eens een omnisbus nemende, dan weer trotteerende tot we ongemerkt naar rue Clignancourt op Mommartre zijn afgedaald, waar het volksleven z'n zelfden gang gaat, nu vermenigvuldigd met tal van zwart ziende cheminots in werkpakjes met kinderen aan de hand, gelukkig; de sortir avec le père, qui est toujours en métier.
Ik luister gesprekken af.
- Travailler!.... Jamais de ma vie. La grève durera tant qu'ils ont donné, ce qu'ils ont promis, les sales compagnies... le gouvernement.
- Certainement.
Voor een vischwinkel.
- Vingtcinq francs et hier j'ai donné dix?
- Peut bien; c'est la grève.
De kooper gaat heen. Wij bespreken de zaken, beginnen een beetje vrees te krijgen dat ook wij leelijk dupe van de historie kunnen worden, als de staking voortduurt, doch worden afgeleid door een in-zich-zelf mompelend straatfiguur als ik nimmer nog in werkelijkheid zag. Een ongeveer vijftigjarige man met vervuilden baard en lang kleverig zwart haar, onder viezig-groene pet met breede klep sluw uitkijkend. De schouders omhangen met wijden, tot de knieën reikenden rafelmantel, in reepen van 10 à 15 centimeter met wit garen aan elkaar genaaid. Pantalon, glad van vet en vuilheid, met naslepende franje, slobberschoenen zonder zool. Ik zou hem den naam van Koning der voddenrapers willen geven. Hij is 't misschien, want uit z'n gemompel versta ik alleen:
- Les sales grèvistes, peut pas expédier mes affaires, tant de sacs!....
In een magazijn op de Butte, waar we dagelijks ansichten koopen en min of meer bevriend zijn met Monsieur en Madame, vertelt de laatste mij:
- Demain la grève sera proclamée dans tous les rèseaux.
- Le Métropolitain et les Electriques ne suivront-ils pas?
- Mais certainement, on veut la révolution.
Al geloof ik dat nu niet zoo dadelijk, er flitst toch zoo iets van schrik door m'n brein.
Parijs is een heerlijke stad om voor een poosje te genieten van alles wat kunst en wetenschap door alle tijden heen tot en met heden als 't meest sublieme bieden kan, maar gedwongen te zijn en een revolutie bij te wonen, merci, hoe interessant het ook zou kunnen wezen. Mocht die ramp ook ons hier boven 't hoofd hangen, dan hoop ik de Holl. Lelie op de hoogte te kunnen houden van den loop der dingen, zooals ik dit nu van de eerste dagen der staking kan doen.
Madame zei me verder nog:
- Paris, la France, c'est la corruption. Frankrijk gaat onder. Men heeft de priesters verjaagd, maar de ouders die hunne kinderen een Katholieke opvoeding willen geven, zenden ze naar het buitenland in pensionnaat religieus, de afstand is te ver om wat ze lief hebben dikwijls te zien en de ouders volgen, verlaten Frankrijk en met hen ver-