De Hollandsche Lelie. Jaargang 24
(1910-1911)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd‘Siegfried’ van Richard WagnerGa naar voetnoot1).Een Duitsche opera in ons land! Een Duitsche vertolking van Wagners heerlijk werk! Een niet genoeg te waardeeren zuiver artistieke daad van de oprichters, laat nù 't Hollandsche publiek toònen, dat het weèt wat ware kunst is en hoè die te genieten! Een enkel toelichtend woord mag Wagners werk wel hebben. Tegenwoordig - goddank - wil men niet enkel wat zien en hooren bij de opvoering van een kunstwerk, men wil wat te denken hebben òòk. En wat is bèter voor gemoed en ziel dan te denken over 't schoòne en in dat denken zèlf beter te worden, beter mènsch - zoò is de roeping van de kunst - zoo werkt de genieting van Wagners werken oók. ‘Meine Richtung habe ich eingeschlagen als Musiker, der von der Überzeugung des unerschöpflichsten Reichtumes der Musik ausgehend, das höchste Kunstwerk, nämlich: das Drama will’, schrijft de meester in 1849. En toen hij in dit jaar naar Zwitserland ging, vol van dramatische opzetten, was het ook die van den Dood van Siegfried die hem 't meest bezighield - meer dan eenige andere opzet, lag dèze hem aan 't hart, 't Is hier de plaats niet en 't ligt ook niet in mijn bedoeling uit te weiden over de kunst-vòrm die Wagner schiep - die van het muziek-drama, wat hij er mede bereiken wilde en wat hij er mede heèft bereikt. Een enkel noòdig woord slechts. Ieder werk van den meester moet bezien en begrepen worden van het standpunt dat men met een dramatisch gedicht te doen heeft. Het begrip ‘van dramatische handeling’ is gewijzigd, omdat als voornaamste factor in het drama de muziek | |
[pagina 228]
| |
een rol gaat spelen. En zoo zijn ook de taal en de uitbeelding veranderd, omdat door de muziek waarmede ze innig en organisch zijn verbonden, andere voorwaarden aan hen zijn gesteld. Karakteristiek voor het nieuwe drama is dus in de eerste plaats de muziek. De handeling wordt uit den geest der muziek geboren, dat wil zeggen, uit het innerlijke van den mensch die niet aan conventie en vorm onderhevig is. Daardoor is de muziek een dramatische noodzakelijkheid geworden, door de muziek krijgt alles een zekere niet weg te nemen beteekenis, de mimiek, de bewegingen, enz. en kan bijvoorbeeld een lange scène zonder een enkel woord worden gespeeld en toch ziel-schokkend ontroeren. Ik spreek dan ook niet in paradoxen wanneer ik zeg dat men alles in de scheppingen van Wagner moet opvatten vanaf het standpunt der dramatische handeling. Behalve zijn werk, heeft Wagner ons nagelaten een kunstvorm, waarin zijn werken leven en waaruit altijd iets nieuws te vinden is. Wat het ware wezen van het drama is zien we het best in Der Ring der Nibelungen (in welke Tetralogie, Siegfried de derde plaats inneemt) en voornamelijk door de vergelijking van de dubbele opzet die de meester maakte, van het werk. Zijn nieuwe vorm beheerschte hij in de eerste opzet nog niet, tot een zuiver menschelijk drama is de tweede opzet geworden door de macht der muziek. De volgorde der gebeurtenissen is bijna onveranderd gebleven, maar de kracht van het eigenlijke drama is geheel naar binnen verplaatst, in de diepten van de menschelijke ziel, de ware handeling in niet meer de opeenvolging van gebeurtenissen, avonturen, enz, die het epos breedvoerig schildert, maar de onzichtbare, innerlijke ontwikkeling. Dat eeuwige vertolkt weer de muziek, die daarmede de plaats inneemt welke haar als hoogste kunst en moeder van het drama toekomt. Als innerlijk beeldend motief van het geheele drama, vinden we het innerlijke conflict tusschen het streven naar macht en het verlangen naar Liefde - hij enkel, die de Liefde ontbeert, kan de wereld beheerschen. En dit verheven motief is in eèn figuur geconcentreerd die ver boven alle andere verheven is. In Wotans edele, machtige ziel groeit deze strijd aan tot een wereld-beteekenis, en leidt tot den ondergang van een wereldsysteem. Het conflict tusschen het streven naar macht en het verlangen naar Liefde in de ziel van Wotan, dàt wordt de handeling in der Ring der Nibelungen. Met den droom van ‘eeuwige macht’ begint het drama, het eindigt met den brand van Walhalla: Ruhe, ruhe! du Gott!’ In den loop van de Tetralogie is het Wotan dus die steeds ons gebonden houdt, hij blijft niet enkel het middelpunt, maar hoe meer de handeling zich ontwikkelt des te meer concentreert zich deze en krijgt zin en beteekenis in de ziel van Wotan. In Rheingold zien we Wotans figuur reeds als middelpunt waarop alle stralen zich vereenigen. Beteekenis ontvangt alles eerst bij hèm; wanneer hij de ring aan zijn vinger steekt, ontstaat het conflict. In den loop van de Walküre, zien we dat het lot van al de handelende figuren in zijn handen rust, niet omdat hij almachtig is en naar zijn willekeur heerscht, maar omdat de strijd onder de menschen die ons worden voorgevoerd, de reflexie van zijn eigen daden is, van zijn eigen ziele-strijd. En hier voert het tragisch conflict in Wotans borst reeds tot een eerste ontzegging - hij zegent den Nibelungen-Sohn. ‘Was tief mich ekelt,
dir geb' ich's zum Erbe,
der Gottheit nichtigen Glanz!’
Nu grijpt Brünnhilde in. Zij is de jeugdige belichaming van den wil van haar vader, zij is Wotan in vrouwelijke gestalte, de vrouw die geheel wordt geleid door het gevoel, niet door het verstand. Brünnhilde zegt: ‘In Wotan 's Willen sprichst du,
sagst du mir was du willst.’
en Wotan antwoordt: ‘Mit mir nur rat'ich,
red' ich zu dir’.
Zij wordt de eenigste vertrouwde van Wotans gedachten, die niet anders zijn dan zijn plan een nieuwe wereldorde te scheppen, waarin Macht en Liefde elkander niet meer uitsluiten: ‘Was Keinem in Worten ich künde,
unausgesprochen
bleibe es ewig!’.
Hij staat eenzaam, zooals Hans Sachs, niemand weet wat er in hem omgaat. Brünnhilde is zijn vertrouwde nu, zijn eigen bloed, zijn wedergeboren zelf. De onthulling van zijn lot aan Brünnhilde noemt Wagner zelfGa naar voetnoot1) een van de gewichtigste punten in het drama. Het is het tragische hoogtepunt in 't zieleleven van Wotan. Zijn droomen en zijn wil hebben een nieuwen vorm gekregen: de figuur van Brünnhilde. Wotan gaat impul- | |
[pagina 229]
| |
sief, instinctmatig te werk, niet philosofisch. ‘Eines nur will ich noch,
das Ende - -
das Ende -!’
en in Siegfried zegt hij: ‘Zu schauen kam ich,
nicht zu schaffen,’
Hij ontkent den wil van te leven, hij meent zijn tweede ik gebannen te hebben in een rotsachtig en verlaten land, maar vreest, nu Siegfried Brünnhilde heeft gewekt, voor den ook op nieuw ontwaakten wil. Siegfried kan hij niet terughouden. Weliswaar voelt Brünnhilde bij het eerste ontwaken door Siegfried, ‘Wotan's Gedanken’. Maar voòr zij de verlossende werelddaad volbrengen kan heeft Siegfried haar in de macht zijner Liefde. Met haar maagdelijkheid verliest Brünnhilde het ‘himmlische Wissen’ en verliest zij de kracht: ‘Des Wissens bar -
doch des Wunsches voll,
an Liebe reich -
doch ledig der Kraft.’
Zij is niet langer de wil van Wotan, maar Siegfrieds vrouw - ‘in seiner Macht hält er die Magd’, ‘Fahr' hin, Wallhall's
leuchtende Welt!
Götter - Dämm'rung,
dunkle herauf!’
En wanneer ten slotte, Siegfried, Brünnhilde, Hagen, en allen zijn verdwenen, dan zien wij nog eènmaal in zijn tragiek, Wotan, die ‘noch einmal zum letzten Mal, ewig lächelt.’ En 't is de muziek die ons zègt wat voèlt de ziel van Wotan. Siegfried is in de twee eerste acten een groote episode, te vergelijken met de eerste acte van de Walküre. Het opmerkelijke is echter de wijze, waarop de ware held Wotan ons in iedere acte wordt voorgebracht. Daardoor wordt de episode zeer nauw verbonden met de handeling. Vinden we in Walküre een hoogtepunt in Wotans ziel - in Siegfried vinden we dat in de ziel van Brünnhilde. Met een oneindige gratie en bekoorlijkheid komt hier de muziek uit, waar het de jonge Siegfried geldt, die ongedwongen zijn woorden kiest en ze als spelend uitstrooit. Omdat hier de geheele handeling innerlijk speelt en zich beeldt, bereikt de harmonie van woord en toon haar grootste volmaking, voornamelijk in de beide eerste acten. Dit gedeelte van de tragedie is dan ook juist om die harmonie wel te beschouwen als het klassieke werk van den meester. Siegfried is de kern van die geweldige tragedie van goden en wereld, die der Ring der Nibelungen heet. JOHAN KONING. |
|