Gedachtenwisseling.
Nog eens: ‘Slavenzielen?’
Mevrouwe Arntzenius. - Dat U ‘iemand van het vrouwelijk geslacht’ is, en dus ‘geen heer’, heb ik nu goèd begrepen. Wat ik evenwel mindergoèd begrijp is Uw bewering: ‘het Katholicisme is de godsdienst (let wel de) van rust.’ Waarom het Protestantisme niet? Geeft het U zooveel méér rust, te moèten gelooven aan een aantal heiligen en één-plaats-van-verdoemenis-méér, dan de Protestanten b.v. doen? Geeft het U zóóveel troost te moèten gelooven aan wonderen-van-Lourdes, onfeilbaarheid-van-pausen, sleutels-des-hemels; te moèten biechten? Geraakt gij in een zoo hemelsche extase, wanneer ge de bizonderheden leest van de ‘Bloedbruiloft’ te Parijs, of van Menschen - (Andersdenkenden) - verbrandingen, - verworgingen?
Mevrouw, volg het Katholicisme eens in den loop der eeuwen: opkomst, bloei, verval. Het is een weg van bloed, tranen en ontaarding.
Gij, die immers een ‘echte vrouw’ zijt en ‘die steeds twijfelt en altijd zoekende is’, blijf konsekwent dóór-zoekend, tot gij eindelijk zult gevonden hebben de wàre rust, niet de U-opgedrongen-rust.
H. v. Holk. - We zijn, lezers, in een zaal (Alwéér 'n záál) 'n groote zaal, vol menschen, die aandachtig luisteren naar hetgeen de spreker hun. - - - op-de-mouw spelt.
‘Geàchte Vergadering - - -’.
Alles knikt met instemming. Geàcht, ja, dat is ieder hunner. En de eerste woorden des ‘sprekers,’ vallen waarlijk méé. Hij schijnt 't onderwerp wèl te beheerschen.... hè?... wàt zegt-i noù? Zeker verkeerd verstaan.... beter luisteren. Maar wa's dàt nou weer? Zei-di daar niet, dat men groente éérst moest koken, om ze daarna des-te-béter te kunnen plùkken?... Da's nou toch klinkklare ònzin! (Er ontstaat geschuifel, rumoer en onderdrukt gegiechel. Enkele protesten. Ssst-geroep.) De spreker vervolgt. Zenuwachtig. - Néé maar! Nu zegt-i weer: ‘De katholieken, dàt zijn je wàre revolutionairen! Die willen de omverwerping van elk gezag. Die....’
Nù wordt het der vergadering toch àl te machtig. Eén toehoorder schatert hard op. Twee, drie, zes schateren mee. De hééle zaal schàtert, buldert!.... De ‘spreker’....
Neen, laat ons barmhartig zijn, laten we medelijden hebben met dien spreker.
Die enormiteiten-op-elkaar-stapelende spreker is de heer H. v. Holk.
Die ééne hard-op-schaterende toehoorder is
Een vrije Socialist.