De Hollandsche Lelie. Jaargang 24
(1910-1911)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOver Toilet
|
I. | Zuigelingenleeftijd (0-1 jaar). |
II. | Neutrale Kinderleeftijd (2-7 jaar). |
III. | Bisexueele kinderleeftijd (8-15 jaar). |
IV. | Rijpheid of Puberteit (15-20 jaar). |
Naar den lichaamsgroei onderscheidt hij nog de volgende tijdperken:
1o | Tijdperk der eerste gevuldheid (1-4 jaar). |
2o | Tijdperk der eerste rekking (5-7 jaar). |
3o | Tijdperk der tweede gevuldheid. 8-10 jaar). |
4o | Tijdperk der tweede rekking (11-15 jaar.) |
5o | Tijdperk der derde gevuldheid, rijpheid (16-20 j.). |
Talrijke afbeeldingen geven een duidelijk beeld dezer tijdperken.
Deze ontwikkelingstrappen zijn echter niet streng aan den leeftijd gebonden. De rekbare grenzen zijn gegrond op de meest volmaakte schepsels der hedendaaagsche generatie. In het algemeen geldt, dat de ontwikkeling mooier en blijvender is, naarmate zij zich langzamer ontvouwd. Het vroegrijpe kind verwelkt meestal nog sneller dan het opbloeide, en in vele gevallen bereiken meisjes eerst als getrouwde vrouwen haar hoogste bloei en schoonheid.
Het tweede of speciaal deel van dit boek behandelt afzonderlijk de zoo even genoemde tijdperken.
1o De zuigelingenleeftijd (0-1 jaar.) Zeer zeker zullen vele moeders zich voor de tabellen der zuigelingen interesseeren. Gemakkelijk kunnen zij in deze tabellen de maandelijksche gewichtstoename en lichaamslengte van de(n) zuigeling controleeren. Een normale zuigeling moet eene lichaamslengte van 50 c. M. hebben of 4 x de hoofdlengte. Het normale gewicht voor een jongen is bepaald op 3500 gram of 7 pond; dat van een meisje op 3250 gram of 6½ pond. Talrijke afbeeldingen van normale zuigelingen, van zuigelingen met hunne (hare) moeders en van dezelfde zuigelingen op verschillenden leeftijd verduidelijken den text. De hoofdveranderingen in den groei van den zuigeling zijn: Het verschuiven der lichaamsverhoudingen (beneden en bovenhoofd verhouden zich bij een pasgeborene als 3: 5) het doorbreken der tanden en het levendiger gebarenspel. In trekken en gezichtsuitdrukkingen der zuigelingen is een groot verschil. Des te weeker en ronder de gezichtjes, des te minder scherp de trekken zijn, des te meer kans bestaat er voor eene normale, gelijkmatige ontwikkeling. Een zuigeling die een zeer sterke familiegelijkenis toont, zal later waarschijnlijk te geprononceerde trekken krijgen en leelijk worden.
2o De neutrale kinderleeftijd. (1-8 jaar) Deze leeftijd omvat het tijdperk der eerste gevuldheid gedurende het 2de 3de en 4de jaar en het tijdperk der eerste rekking gedurende het 5de 6de en 7de jaar. In het algemeen hebben de kinderen tot het 4de jaar meer
ronde, van het 4de tot het 8ste jaar meer slanke vormen.
Terwijl echter het lichaam groeit en verandert, behoudt het gezicht den ronden, weeken vorm, de groote oogen en de onschuldige uitdrukking. Met het gezicht, van den zuigeling vergeleken, veranderen zich de verhoudingen zoodanig, dat de oogen zich schijnbaar hooger plaatsen, de mond en de neus grooter worden en het geheele gezicht sterker groeit dan de schedel. Deze verschuiving der verhoudingen wordt, daargelaten de algemeene toename der grootten, hoofdzakelijk veroorzaakt door het Doorbreken der Melktanden, hetgeen aan de benedenhelft van het gezicht een slankeren en langeren vorm geeft.
De kenmerken eigen aan den neutralen leeftijd zijn dus: Een rond vol kindergezicht op een slank lichaam, het doorbreken der melktanden en gedurende het tijdperk der eerste rekking de wisseling der tanden.
Een onberispelijk voorbeeld van door en door normale kinderen, en tegelijk een geheel overzicht over den neutralen kinderleeftijd geeft U eene prachtige afbeelding van 3 broertjes en 1 zusje, op den leeftijd van 2, 4, 5 en 6 zes. (Tafel II) Deze vier kinderen geven U zulk een genotvollen aanblik, vormen een zoo treffend mooi geheel door hun prachtige lichaamsvormen, hun stralende gezondheid en natuurlijkheid, dat ik niet bij machte ben U maar eenigszins de schoonheid van dit viertal te beschrijven. Zeer duidelijk is in deze groep het onderscheid tusschen, de eerste gevuldheid en de eerste rekking uitgedrukt. Het tweejarig meisje en de vierjarige jongen hebben meer ronde en korte ledematen en een grooter sterker gewelfd lijf, terwijl de hoofden evenzoo groot zijn als die der oudere broertjes.
Het verschil tusschen gevuldheid en rekking is in den neutralen leeftijd niet zoo duidelijk uitgedrukt als later in den bisexueelen; en in het vijfde jaar hebben de kinderen nog dikwijls een aanzien van gevuldheid.
Zeer bemerkenswaard in dit hoofdstuk is de afbeelding van een zevenjarigen jongen, die uitblinkt door goede lichaamsbouw en spiervorming en de nog niet bedorven vorm der voeten (de tweede teenen zijn langer dan de eerste). Zijne lengte is 120 c. M. en zijne verhoudingen zijn geheel normaal. (Tafel III en fig 230)
III. De bisexueele kinderleeftijd. (8-15 jaar). Deze leeftijd omvat het tijdperk der tweede gevuldheid gedurende het 8ste, 9de en 10de jaar en het tijdperk der tweede rekking gedurende het 11de, 12de, 13de, 14de, on 15de, jaar.
Behalve de bij beide geslachten gewone groeiverandering, heeft op dezen leeftijd eene geslachtelijke verandering plaats, die zich bij den jongen en het meisje in verschillende wijze openbaart. In dezen tijd overtreffen de meisjes in lengte en gewichtstoename de even oude jongens, en worden door hen eerst aan het einde der tweede rekking, ongeveer in het 15de jaar ingehaald. Ook wat individualiteit betreft is het meisje den jongen de baas. Zeer duidelijk is deze voorsprong te zien door eene vergelijking tusschen fig. 283, een jongen van 15 jaar en een meisje van 13 jaar. Het intelligente profiel van het meisje, hoewel nog een echt kind, drukt veel sterker eene persoonlijkheid uit, dan de trekken des jongens.
Kenteekenen der tweede gevuldheid (8-10 jaar) voor beide geslachten zijn: de geringe lengtegroei, de overgang van het ronde kindergezicht in een' langwerpigen ovaalvorm en de wisseling der tanden, voor meisjes, de zich vooral aan het einde dezer periode vertoonende sterkere gevuldheid der vormen.
Kenteekenen der tweede rekking (11-15 jaar) voor beide geslachten zijn: de sterkere lengtegroei en gewichtstoename en de volledige doorkoming van het blijvend gebit; voor meisjes de sterkere geslachtelijke verandering.
IV. De rijpheid (15-20 jaar)
Het zou mij helaas te ver voeren over dit hoofdstuk nader uit te weiden, daar ik U nog iets vertellen wil van de Verzorging en Opvoeding van het gezonde kind. Dit hoofdstuk, toegevoegd aan den derden druk behandelt afzonderlijk: De lichamelijke Verzorging en De Opvoeding. Voor leeken is het zeker een der belangrijkste.
I. De lichamelijke Verzorging omvat a. de voeding, b. de kleeding c. de levenswijze d. de lichaamsverzorging (reiniging, bad, luchtbad en het harden.)
Als maatstaf voor eene goede lichamelijke verzorging neme men de zeer duidelijke tabel voor lengtemaat, gewicht, hoofdlengten en tanden krijgen.Ga naar voetnoot*)
a. Voeding. In deze verhandeling vindt men talrijke tabellen, welke de hoeveelheden
eiwitten, vetten, suikerstoffen en water voor elk levensjaar aangeven, gebaseerd op een normaal lichaamsgewicht.
In hoofdzaak wordt voor twee fouten gewaarschuwd, ten eerste: dat kleine kinderen ook na het spenen, te lang en te uitsluitend met melk gevoed worden; ten tweede: een uitsluitend vegetarisch diëet voor kinderen van elken leeftijd.
b. De Kleeding. Deze moet gedurende den geheelen ontwikkelingstijd zoo licht mogelijk, poreus, en schoon zijn; en geenerlei druk op het groeiende lichaam uitoefenen.
c. De Levenswijze. Gelijk de bloemen verlangen de kinderen naar lucht, licht en warmte. Hoe meer zij daarvan krijgen, des te beter voor hunne gezondheid. Hun huis moet droog, luchtig, licht en ruim zijn en zoo mogelijk een' tuin bezitten. De kinderkamer zij het lichtste en vroolijkste vertrek, geschikt voor luchtverversching en verwarming.
Als lichaamsoefeningen genieten die de voorkeur, welke de longen verwijden en alle spieren gelijkmatig doen werken. Bovenaan staat: het loopen. Nog beter is het zwemmen, daar daarbij alle spieren in werking zijn, en de longen het meest worden uitgerekt. Daarna komen alle spelen in de open lucht (zooals balspel, tennis, voetbal enz.) het klimmen, het bergbestijgen en het paardrijden. Niet geschikt voor kinderen is het fietsen, daar het van de longen weinig arbeid eischt en eene slechte lichaamshouding kweekt.
d. Lichaamsverzorging. Bij de eigenlijke lichaamsverzorging is de dagelijksche reiniging en de daaraan verbonden verzorging der huid het voornaamste.
Wat het harden betreft zegt de schrijver:
Een langdurige koude prikkeling (b.v. veroorzaakt door een koud bad of langdurig verblijf in koude lucht) onttrekt het kind te veel warmte, doet het zeer aan, en maakt het juist vatbaarder voor kouvatten, doordat het zijn weerstandsvermogen verzwakt.
Eene goede gehardheid bereikt men door een niet te hevige en zeer kortdurende koude prikkeling, door geschikte kleeding en het wennen der huid aan de open lucht.
Na het bad, welker warmte het kind behagelijk moet vinden, late men een zeer korte overgieting volgen van één of twee graden kouder water.
Aan de dagelijksche baden, verbinde men ook het tot harden dienende luchtbad, gedurende welk het kind de overige verrichtingen voor de reinheid van het lichaam volbrengt.
(Natuurlijk als het oud genoeg is en dan nog onder toezicht!)
(Slot volgt.)
- voetnoot*)
- Zie voor de verzorging van den zuigeling: Stratz, Gezondheidsleer der Vrouw hoofdstuk XIII.