De Hollandsche Lelie. Jaargang 24
(1910-1911)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdGedachtenwisseling.Slavenzielen?In de Holl. Lelie van 22 Juni, verklaart de Heer Arntzenius, in twijfel te verkeeren omtrent het geloof en het met zichzelf niet eens te kunnen zijn, over het àl-of-niet bestaan van een God-van-Liefde. Den innerlijken strijd, door dezen twijfel in de ziel des Heeren A. ontbrandt, schildert hij ons aldus: ‘De eene keer komt het protestantisme mij 't beste voor, den anderen keer geef ik beslist de voorkeur aan 't katholicisme, als zijnde de godsdienst van rust (hm), van kalmte, omdat je moèt aannemen, moèt gelooven.’ - - - - - - - - - - Begrijp ik den Heer A. dus wèl, dan zegt hij zich aan den innerlijken strijd te willen ontrukken, door een geloof te gaan belijden, wat hem dwingt aan te nemen, dat een God-van-Liefde het Al regeert. De Heer A. die hiervan niet overtuigd is, door den innerlijken drang, welke anderen geloovigen vaak den kracht gaf voor hun overtuiging den vuurdood te sterven, wil dus, dat er iemand komt om hem het gelooven te gebieden. - - - - - - - - - - - - - - - - - - In de Lelie van 11 Mei verwijt onze Redactrice den menschen slaven-zielen te hebben. Zelfs de an-archisten maken hierop, volgens fr. Lohman geen uitzondering. Buigen anderen voor Keizers, Koningen, Presidenten (ex- en niet-ex-) | |
[pagina 42]
| |
ministers, en andere bijzonderheden, de an-archisten zingen ook: ‘Leve Domela Nieuwenhuis! Nu wil 't mij echter voorkomen, dat hier het bewijs van het bestaan van de Slaven-ziel, óók in den an-archist, volstrekt nog niet geleverd is. Men kan nl. voor den man, die zóó veel voor ons opofferde, die ons de schellen van de oogen rukte, eene groote achting of liefde koesteren. Men kan den held, die dertig jaren lang meestreed, mee-leed met de arbeiders en daarvoor slechts haat, hoon, gevangenschap etc. te verduren had, zelfs vereeren. De kreet: ‘Leve Domela Nieuwenhuis!’ kan hier dus zijn geweest, niets anders dan eene hartelijke uiting van liefde en achting, voor den betrokken persoon. Zooals ik zeg, zoo-iets mag niet worden beschouwd als een bewijs van slaafsche onderwerping der anarchisten aan hun voorman. Wanneer alle lezers van de Holl. Lelie eens in één zaal bij-een waren, waar freule Anna de Savornin Lohman als spreekster zou optreden, zou er hoogst-waarschijnlijk eveneens een kreet opgaan: ‘Leve freule Anna de Savornin Lohman!’ Zou de Redactrice van dit weekblad dit dan óók beschouwen als Slaven-zielerigheid?Ga naar voetnoot*)
Doch wanneer iemand, in twijfel verkeerende omtrent het geloof en den moed missende zònder geloof te leven, behoefte gaat gevoelen aan het katholicisme, dat hem zal dwingen te gelooven, moet hij zich-zelf toch wel héél klein gaan gevoelen, klein en onmachtig om alléén te gaan en zal hij dan ook den naam van geboren-slaaf wel op zich-zelf willen toepassen. EEN VRIJE SOCIALIST. |
|