tegenwoordig waren, en zij niet, alleen met hem, vertrouwelijk babbelde.
De beide andere tafelgenooten waren de Engelsche juffrouw, van 't bleeke, blonde, wat coquette miss-je, dat ze eens was, genuanceerd thans tot de typisch-preutsche stijve Engelsche oude-juffrouw, met magere hoekige vormen, en 'n bril, en vaal haar, en het beslist-gedistingueerde van haar ras in kleeding en manieren, en de zenuwzieke broer van Geerte Stinia, door zijn zwager bij den dood zijner schoonmoeder medegenomen uit Ermeloo-Veldwijk, waar hij tot hiertoe had vertoefd, om te probeeren of de buitenlucht, en het landleven, hem misschien goed zouden doen, neven het streng-christelijk toezicht van Govert-Jaap over zijn geestelijk heil. - Hij had zich aan zijn zwager gehecht met een aandoenlijke teederheid, dolblij dat hij uit het gestichtsleven was verlost, precies doende wat deze hem beval, soms heel verstandig met hem sprekend over zijn overleden moeder, die hij zich nog zeer goed herinnerde, maar bang eenigzins voor zijn zuster, in hare tegenwoordigheid altijd stil, en verlegen, en onhandig, dikwijls doende dingen daardoor, die haar ergerden, omgooien van een wijnglas, on-netjes eten, met zijn soep morsen, of zijn servet, dat hij als kind omgebonden kreeg, bevuilen.
Dan knorde zij ongeduldig:
‘Leer dan toch eindelijk eens manieren. Hoe dikwijls heb ik je niet al gezegd, dat je toch beter moet oppassen.’ -
En hij antwoordde niet, keek schuw, als een geslagen hond, naar zijn zwager, of naar de miss, die altijd preutsch-welopgevoed op haar bord keek, als ging het haar niet aan, toch wèl in stilte met hem medelijden had, mevrouw bij zulke uitvallen onuitstaanbaar vond, hem zooveel zij kon onder vier oogen goed behandelde. - -
In de groote, nooit geheel warm-wordende eetzaal was alles gebleven als in den tijd van tante Stinia, dezelfde ouderwetsche, nu versleten meubelen, aan weerszijden van den schouw twee groote diepe leunstoelen, meer gemakkelijk dan elegant, aan den wand de strenge calvinistische gezichten van de vroegere Stinia's. -
Geerte haatte dit vertrek, waarin zij voor het eerst den voet had gezet als jonge, coquette, veel-van-het-leven-verwachtende vrouw, toen zij haar man had vergezeld in het Paaschreces op een kort uitstapje naar tante. - Zij had hem toen nog volkomen in haar macht, in zijn verliefdheid op haar. Met tante had zij bij die gelegenheid dadelijk op oorlogsvoet gestaan. - Daarop was het onverwacht overlijden der oude dame gevolgd, had zij hier een onvergetelijken zomer geheerscht als meesteresse, die al hare kennissen te logeeren vroeg, die het nu sinds lang niet meer gebruikte tennisveld had laten aanleggen, die haar flirtation met Fredi ten Have hier was begonnen opnieuw. - En dan was er nog de herinnering aan dien korten tijd, die acht roes-dagen, hier alleen met Govert-Jaap doorgebracht, toen hij pas minister was geworden, toen hij, als belooning voor zijn aannemen van de door haar begeerde positie, geëischt had die korte eenzaamheid hier met hem, van hernieuwde intimiteit, waaruit geboren was hun kind. - -
Tegen haar zin half had zij toegegeven, vervuld met het beeld van dien anderen, van Fredi ten Have, en toch waren hare hartstochten in die heete lente opgewekt door hem, die rechten had op haar, was ze willig geweest ten slotte in zijn armen.
Misschien had ze dáárom toch, ondanks alles, het kind, hun kind, wèl lief.
Maar toen, na die korte jaren van roesgeluk in leugen en bedrog in den Haag, met Fredi ten Have, toen, na de ontdekking, was gevolgd die vreeselijke intocht hier op dit gehate Huis voor-goed. -
O God, nooit zou ze 't vergeten, die lange, zwijgende spoorreis, waarin alleen Ellen's gebabbel tegen de nurse de stilte afbrak, en haar achterlijke broer nu en dan in huilen uitbarstte om zijn pas-begraven moeder. En eindelijk 't aankomen 's avonds aan 't eenzame koude station, vanwaar ze met het rijtuig gehaald moesten worden, en de onderdanig-verbaasde blikken van de meid-huishoudster, door wie ze waren ontvangen, en het dorpsche, in der haast gehuurde, ongeschoolde dienst-personeel, en dien somberen avondmaaltijd hier in deze zelfde zaal, wat koud-vleesch en brood en thee. Govert-Jaap had vooruit geschreven, dat hij niet anders wenschte, - de nurse er niet meer bij, omdat zij dadelijk naar boven was gegaan voor 't naar bed brengen van Ellen; haar broer, met de gulzigheid van geestelijk-achterlijke menschen, heel begeerig schrokkend alles naar binnen. - En in haar, terwijl ze met bevende handen de thee inschonk, met moeite 'n stukje brood met rookvleesch naar binnen werkte, één groote verbittering tegen den man tegen haar over, die haar hier had gebracht, omdat hij daarmede God wilde verzoenen voor haar zonde, en voor de zijne ook van te veel eerzucht; wiens heele stroeve gelaat uitdrukte de ijzeren wilskracht waarmee hij zich voortaan aan die levensboete zou wijden. - -
Vergeefs had ze in den begin gewild wat te moderniseeren, de oude herinneringen weg te vagen door hier nieuwe meubels te willen brengen, te laten verbouwen door het aanbrengen van een gezellige serre. -
IJzig-koel had hij haar geantwoord dat hij alles zoo wou houden als in den tijd van