had’ m.a.w. dat wij niets konden krijgen. Die melk moest tot na het feest blijven staan om tot ‘kwark’ te worden, een grondstof, die bij de bereiding van allerlei spijzen gebruikt wordt. Onnoodig te zeggen, dat de boerderij ook weer een eigen kapel heeft.
De derde groote rijtoer, dien wij maakten, ging naar Gologoff (Golgotha), een op een flinken heuvel gelegen kerk op het eiland Anserski. Wij bewonderden weer de heerlijk begroeide eilanden, die mij telkens aan Thüringen deden denken, terwijl de overtocht van het eiland Solvetski naar Anserski in groote roei-zeilbooten, door de monnikenschippers handig gevoerd, nog een bizondere bekoring had. Halfweg den rijtoer, die van
Waterval in het Klooster te Solovetski.
's morgens 12½ uur, tot 's avonds 10½ uur duurde, werden wij aan een halte, waar van paarden gewisseld werd, door de monniken onthaald op thee en roggebrood, waarvoor alleen een kleine gave in de offerbus verwacht werd.
Op den vierden of laatsten dag van ons verblijf deden wij 's morgens nog eens een wandeling op het eiland en bekeken o.a. een nu verlaten kluizenaarswoning, een klein huisje niet veel grooter dan een geitestal, van binnen met ikoons en omlijste platen versierd. Een Russische dame uit het gezelschap toonde mij, niet zonder zeker ontzag een plaat, die volgens zeggen meer dan 800 jaar oud was; groot was mijn verbazing, toen ik een oud Hollandsche prent herkende, voorstellend Christus den ondergang van Jeruzalem voorspellend, wat in een gedicht er onder werd toegelicht! Waarschijnlijk in Peter des Grooten tijd hierheen gebracht, kon zij den genoemden leeftijd niet hebben en het speet mij de illusie daarvan te moeten verstoren.
's Middags om 3 uur was het vertrek bepaald van de ‘Michael Archangelsk’, de pelgrimsboot, waarmede ook wij de terugreis zouden aanvaarden.
Het gebruik brengt mede, dat men bij zijn vertrek uit het logement niet voor zijn logis betaalt, maar een vrije gave in de offerbus werpt; de prior echter had wel bemerkt, dat wij niet tot zijn kerk behoorden en vond het daarom zeker geraden zoo kwansuis een praatje bij ons te komen maken en toen maar meteen ronduit te vragen, hoeveel wij van plan waren in de bus te werpen, waarna hij verklaarde, dat het genoemde, wel is waar bescheiden bedrag, met een Rubel verhoogd moest worden? Wij hadden den goeden monnik met zijn Johanniskop, die ons telkens onzen samovar met een zegenbede gebracht had, ook een Rubel gegeven, wat volgens den prior ook alweer niet mocht. Maar later heb ik gehoord, dat men het daarmede zoo streng niet behoeft te nemen en dikwijls veel gedaan kan krijgen met fooien en met - vodka, beide zaken, waar-