Ingezonden stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
I. Voor den heer Van Molk.
Enna vestigt de aandacht op de volgende haar meegedeelde feiten:
I. Een goed bekende van mij is in de binnenlanden getuige geweest van het volgende geheimzinnige voorval: een Inlander staat in een kring van toeschouwers, houdt in zijn éene hand een dik stuk touw, waarvan hij 't eene eind op den grond laat staan en het andere in de hoogte, waarna hij in het opstaande touw naar boven klimt.
Onder de omstanders waren er vier personen, die een kodak bij zich hadden en een kiekje ervan namen, maar op geen van alle was iets van het touw of den man te zien; de geheele omgeving, de toeschouwers, de boomen, alles was duidelijk weergegeven, alleen de man, met wien men zelfs gesproken had, ontbrak.
Sommigen verklaarden het voorval als gezichtsbedrog, een uiting van sterk-gebiologeerd zijn. De oplossing is niet gevonden.
II. In Indië is, zooals men weet, het Sirih-kauwen, het kauwen op een zekere plant en een mengsel van kalk of iets dergelijks, waardoor men een roodachtig, vies vocht verkrijgt, zeer veel verbreid. Hebben Inlanders ruzie onder elkaar, dan valt er, zonder dat men kan nagaan, van waar ze komt. Sirih uit de lucht.
Een hooggeplaatst militair in Indië had zijn trouwbelofte aan zijn meisje verbroken en een ander getrouwd. Toen zijn eerste kindje geboren werd, werd dat telkens geheel en al met Sirih overdekt, zonder dat men ook maar eenigszins de herkomst kon ontdekken. De militair wendde zich tot den kolonel, die met het bijgeloof spotte, en daarna tot den resident, die, om een eind aan 't bijgeloof te maken, bevel gaf alles te onderzoeken. De kolonel stelde zich toen beschikbaar alleen met het kind te blijven, het zelfs in zijn armen te nemen en af te wachten wat komen zou. Rondom en door 't geheele huis werd alles met gewapende manschappen afgezet, terwijl de kolonel, alleen in een vertrek, het kindje op den arm nam. Nauwelijks had hij 't opgenomen, of aan alle kanten werd het met Sirih overdekt. Oorzaak niet opgelost.
III. In Indië is een vogel, dien men noemt ‘piet de waal’ omdat het geluid, dat hij onder 't vliegen maakt, gelijkluidend is aan de uitspraak van die woorden. Zoodra de vogel zich in de lucht boven iemands hoofd verheft, beweert men, dat een ongeluk zal geschieden. Eens was de officier, die mij deze mededeelingen deed, met een sloep vol manschappen gereed om van wal te steken, toen de vogel een kring juist boven hun bootje beschreef. Op hun tocht was hun een groot ongeluk geschied.
Een dergelijk geval had zich kort daarna voorgedaan. De vogel vliegt achter zijn boot aan; een der manschappen mikt naar hem; de vogel valt dood in zee en nog geen 5 minuten later dezelfde man dood uit den mast.