De Hollandsche Lelie. Jaargang 23(1909-1910)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De Rechten der Vrouw. Het heerlijke vóórrecht, De rechten der Vrouwen, Zijn: liefde en zachtheid, Geloof en vertrouwen. Waardoor zij voor allen Een bloeiënde gaarde Hun huis kunnen maken, Een hemel op aarde. Een toevlucht voor velen, Een veilige haven, Een bron, waar die hong'ren En dorsten zich laven. Een heilige tempel Van vrede en liefde Voor veel, wat daar buiten Soms wondde en griefde. Het heerlijke voorrecht Het recht aller vrouwen Is: nimmer in 't goede In 't wéldoen verflauwen. Is: niet om in 't strijdperk Te treden met mannen, Maar ijdele zelfzucht En eerzucht te bannen. En nergens het ónrecht Der sterken gedoogen, Maar wonden te heelen En tranen te drogen. Te troosten, te helpen Zoovelen, die lijden, Te steunen de zwakken, Die worst'len en strijden. Zóó zullen de Vrouwen, Door woedende stormen, De mannen en kind'ren Tot helden eens vormen, Tot helden, die strijden Voor rechten der Vrouwen, En 't recht van den sterke Als ónrecht beschouwen. Zoo, - meer dan door stemrecht, Verruimen zij 't leven, Gebruiken de rechten Door God haar gegeven. Eerst dán zijn haar rechten, Zoo groot en zoo heilig, Erkend door de wereld, Bij iedereen veilig. J. VAN REES-VAN NAUTA LEMKE. Vorige Volgende