die zich goed weten te kleeden, meer en meer, vooral met ‘tailor-made’ costumes, geneigd zijn kleermakers te nemen. Voor dat voorrecht moeten ze duur betalen: de blouses, om dat ondefinieerbare iets te verkrijgen, wat we aanduidden met den naam van ‘cachet’, zijn bijna nog duurder dan een heele japon placht te kosten, maar geen naaister kan dat iets er in aanbrengen. We leven ongetwijfeld in een eeuw van groote luxe, en een vrouw met veel middelen zal het niet moeilijk vallen het grootste gedeelte van haar rentes in kleeding om te zetten. Met zijden onderkleeren, echte kant, zijden rokken, satijnen corsetten, massage en meer zulke weelde, zal het geld eenvoudig vliegen door de vingers eener vrouw, die een slavin der mode is.
Maar ik heb in mijn artikel op 't oog niet de zeer rijke vrouw, maar de doorsnee-vrouw, wier kleedgeld haar vóór alles practisch moet doen zijn. Haar zou ik willen aanraden afwisselend, 't eene najaar een ‘tailor-made’ pak te koopen en 't volgende een gekleede japon, beide van uitstekende qualiteiten snit; afwisselend 't eene voorjaar een dunner wandelpak en 't andere een aardige zomerjapon, een zijdje of een ander stofje. In korten tijd zal ze dan op één na beste of huisjaponnen, er op nahouden, waardoor ze alleen maar voor blouses en een morgenjapon te zorgen heeft, die ze jaarlijks of, in bijzondere gevallen, om de twee jaar kan aanschaffen. Dit om het andere jaar systeem, in alles doorgevoerd, zal de kosten van kleeding aanmerkelijk verminderen en is bovendien practisch, want de doorsnee-vrouw heeft geen tijd noch plaats voor veel japonnen of veel extra-kleeren van welken aard ook. Er zijn maar weinigen, die, zooals Koningin Elisabeth, japonnen hebben voor elken dag van het jaar, een kamer om ze in te bewaren of kameniers om ze te onderhouden.
We nemen aan, dat het ‘tailor-made’ pak door een ‘first-class’. kleermaker gemaakt en twee winters voor ‘best’ gedragen wordt. Het verstandigst zal zijn, het van zwart of heel donkere kleur te kiezen, om den mantel bij elke andere rok te kunnen dragen. In het jaar, dat de gekleede japon aangeschaft wordt, is er, daar die niet zooveel kost als het pak, een sommetje over, en daar de onderkleeren en blouses niet elk jaar vernieuwd behoeven te worden, kunnen we dat besteden voor een regenmantel of een fietspak of iets anders. Waarschijnlijk echter zal het verdwijnen aan strikjes, waschgeld voor blouses en rokken, voiles, ceintures en duizend en één kleinigheden, die vrouwen koopen, als ze een paar stuivers surplus hebben. De blouses kunnen in huis gemaakt worden, de morgenjapon dito, dito, terwijl een of twee linnen rokken klaargekocht kunnen worden. Aardige zelfbindertjes, om met een linnen boord bij de blouses te dragen, kan men maken van strepen wasch-echte kant, die, gezoomd en aan de einden omgeslagen, een aardig effect maken. Ze zijn gauw gemaakt, gauw gewasschen en onverslijtbaar.
Daar netheid, zoowel in 't een als in 't ander, een deel van het-zich-goed-kleeden is, kan de vrouw met bescheiden middelen niet ontsnappen aan de waschrekeningen voor blouses en rokken; deze kan ze echter verminderen door zich eenige handigheid in 't hanteeren van 't strijkijzer eigen te maken, want heel dikwijls heeft een mouseline japon alleen maar noodig vochtig gemaakt en gestreken te worden, om weer zoo goed als nieuw te lijken. In huis zal men op een rok meer dan de helft van den prijs dien men aan een goede strijkster geeft, kunnen besparen. Het effect is niet zoo schitterend, dat is waar, maar het beantwoordt aan de gewenschte vereischten: reinheid en frischheid.
Verder moet nog de aandacht gevestigd worden op het feit, dat een vrouw met een bepaald gebrek aan gezicht of figuur zich niet zoo goed van een bescheiden som kan kleeden als een vrouw, die er geen lichaamsgebreken op na houdt. Een zeer dikke vrouw heeft den handigsten kleermaker noodig; een vrouw met gevoelige voeten moet dure anatomische schoenen laten aanmeten; een paar zeer zware of ongelijke heupen vereischt een wetenschappelijke rokkenmaker, terwijl het probleem, hoe een hoofd van een vreemden vorm te bedekken, alleen door een uitstekende hoedenmaakster is op te lossen.
Maar voor allen gelijk zijn er vele middelen, die geld uitsparen en den schijn verbeteren. B. v. een zwarte hoed zonder eenige kleur kan gedragen worden bij elk costuum en zal dus minder hoeden vereischen voor iemand, die zich van weinig geld goed wil kleeden; niet alleen blijft de zwarte hoed langer in stijl dan al de andere, maar het is een uitspraak van den Franschen smaak, dat een vrouw het elegantst is met een zwarten hoed. Zonder twijfel is de ‘finishing touch’ van een keurig toilet de hoed; dikwijls zal een japon,