Ingezonden stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
Eenige feiten uit het leven van Generaal Booth.
Den naam van Generaal Booth kent iedereen nu wel. Met zijn organisatie heeft menigeen min of meer kennis gemaakt; gedurende de bezoeken, die hij aan Nederland bracht, hebben velen hem gezien.
En toch, als men vragen stelt: Wie is Generaal Booth? Hoe kwam hij er toe om een Leger te vormen en een organisatie te stichten? en nog enkele andere vragen van dien aard, velen weten er geen of een zeer onvoldoend antwoord op te geven.
Laten we daarom onze lezers in een paar woorden enkele feiten en data geven uit het leven van dezen bekenden en beroemden man.
Den 10den April 1829 werd hij te Nottingham, in Engeland, uit eenvoudige ouders geboren, en groeide als een gewone jongen op, tot hij in 't jaar '44 tot bekeering kwam.
Dat was voor hem het begin van een nieuw leven, een leven voor anderen. In dien zin zouden we mogen zeggen, dat vanaf dien tijd het bestaan van het Leger des Heils dateert. Want vanaf dien dag heeft William Booth geen oogenblik meer opgehouden om voor anderen te doen wat hij kon.
Met een vriend van hem predikte hij in de achterbuurten en - hier hebt ge zijn maatschappelijk werk al - trachtte hy ook de armen praktisch te helpen.
Ofschoon in de Staatskerk grootgebracht, voelde hij zich meer aangetrokken tot de Wesleyaansche Methodisten, bij welk genootschap hij predikant werd.
Als reizend evangelist trok hij toen reeds het land door, later vergezeld van de vrouw, met wie hij in 1855 was gehuwd, Catharina Mumford, niet ten onrechte de moeder van het Leger des Heils genoemd, een der edelste en moedigste vrouwen die ooit geleefd hebben.
Toen het genootschap, waarbij de heer Booth werkzaam was, besloot geen evangelisten meer uit te zenden en hem een vaste predikantsplaats aanbood, besloot hij, met volkomen instemming zijner vrouw, zich van dat Genootschap los te maken, om ongehinderd den evangelisatie-arbeid te kunnen voortzetten. Dit was in 1861.
In 1865 werd Londen zijn arbeidsveld, en wel het donkerste en duisterste gedeelte, in Whitechapel.
Daar werd door den drang der omstandigheden - hij moest toch zorgen voor zijn bekeerlingen, die, omdat zij te arm en te onbeschaafd waren, men nergens hebben wou - de Oost-Londensche Zending geboren.
Doordat de bekeerlingen zich ook naar elders verspreidden, werd onwillekeurig het arbeidsterrein grooter en grooter.
Tot in 1877, nadat de Oost-Londensche reeds de Christelijke Zending geworden was, de organisatie, die zich in verscheidene opzichten in militairistischen geest ontwikkeld had, den naam Leger des Heils kreeg. Maar reeds voor dien tijd hadden helpers van den heer Booth hem vol bewondering hun generaal genoemd en zichzelf zijn luitenant.
De verdere ontwikkeling maakte het rangenstelsel noodzakelijk, en met den dag breidde het Leger zich uit.
Dit alles geschiedde onder ontzettend veel vervolging. Het leven van den generaal en zijn echtgenoote liep meermalen gevaar, en dagelijks stonden de Heilssoldaten bloot aan slagen en gevangenisstraf.
Doch het Leger groeide tegen de verdrukking in. In 1879 werd het eerste nummer der Strijdkreet uitgegeven. Een nummer viel een rechter in Engelsch-Indië in handen. Het won hem voor