De Hollandsche Lelie. Jaargang 23(1909-1910)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Stille uurtjes. Voor U.d.G. Je ronde kopje in mijn arm gedoken En je gezichtje heel dicht tegen me⁀aan Terwijl je lipjes bij het rustig drinken Zachtjes bewegend op en neder gaan; Loom knippen j' oogen met de donk're wimpers Als wil je stil bij moeder slapen gaan; Ik voel de warmte van je mollig lijfje, En - 'k voel mijn oogen vol met tranen staan. Nu ben je nog van mij. Een heel klein kindje Dat van geen kwaad nog weet en ieder tegenlacht, Dat vroolijk kraaiend ied'ren nieuwen morgen Zijn oogjes opent na een slapensnacht. Wat wacht je later nog, als moeder's armen Niet meer zoo veilig om je henen zijn? Ach kindje, bleef je zóó, - zoo levensblijde, Zoo vol verwachting, zoo onschuldig en zoo rein!.... Die stille uurtjes met mijn kind alleene Mochten ze later ook niet zeldzaam zijn. Mocht ik als nu je dan beschermen kunnen, Bewaren voor al 's levens leed en pijn. A. DE Gr. W. Vorige Volgende